Eforen: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Thijs!bot (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: pt:Éforos
GrouchoBot (overleg | bijdragen)
k Bot: automatisch tekst vervangen (-e eeuw v. Chr. +e eeuw v.Chr.)
Regel 1: Regel 1:
De '''eforen''' of '''ephoren''' (Grieks: ''έφοροι'', d.i. ''opzichters'') vormden in het antieke [[Sparta (Griekenland)|Sparta]] het college van de vijf hoogste staatsambtenaren.
De '''eforen''' of '''ephoren''' (Grieks: ''έφοροι'', d.i. ''opzichters'') vormden in het antieke [[Sparta (Griekenland)|Sparta]] het college van de vijf hoogste staatsambtenaren.


De lijst van eforen werd bijgehouden vanaf 724 v. Chr. Wellicht waren de eforen oorspronkelijk de stamhoofden van de vijf Dorische ''phylen'', die samen de Spartaanse staat vormden. Zij werden telkens voor één jaar verkozen door de ''Apella'', de Spartaanse volksvergadering, bestaande uit alle (mannelijke) Spartanen boven de 30 jaar. Met de jaren breidden de eforen hun invloed en hun ambtelijke bevoegdheid uit, tot zij rond het midden van de 6e eeuw v. Chr. de feitelijke staatsmacht in handen kregen. Zij riepen de ''"Gerousia"'' (= ''"Raad van Ouden"'' vgl. senaat) en de volksvergadering samen, zaten deze voor en hadden het recht om wetsvoorstellen in te dienen.
De lijst van eforen werd bijgehouden vanaf 724 v. Chr. Wellicht waren de eforen oorspronkelijk de stamhoofden van de vijf Dorische ''phylen'', die samen de Spartaanse staat vormden. Zij werden telkens voor één jaar verkozen door de ''Apella'', de Spartaanse volksvergadering, bestaande uit alle (mannelijke) Spartanen boven de 30 jaar. Met de jaren breidden de eforen hun invloed en hun ambtelijke bevoegdheid uit, tot zij rond het midden van de 6e eeuw v.Chr. de feitelijke staatsmacht in handen kregen. Zij riepen de ''"Gerousia"'' (= ''"Raad van Ouden"'' vgl. senaat) en de volksvergadering samen, zaten deze voor en hadden het recht om wetsvoorstellen in te dienen.


Zij vochten een stille machtstrijd uit met de [[Spartaanse koningen|twee koningen]], over wie zij het toezicht uitoefenden en die zij eventueel tot verantwoording van hun beleid konden dwingen. Daartoe was hun een bijna onbeperkte politionele bevoegdheid verleend inzake toezicht over en eventuele bestraffing van vergrijpen tegen de Spartaanse zeden, de beambten, de opvoeding van de Spartaanse jeugd, de staatsveiligheid, enz. Tegenover de [[heloten]] en de [[perioiken]], wier handel en wandel zij lieten controleren door de ''krypteia'' (''"geheime politie"'') hadden zij zelfs onbeperkte jurisdictie. Zelf waren de eforen alleen verantwoording verschuldigd aan hun opvolgers.
Zij vochten een stille machtstrijd uit met de [[Spartaanse koningen|twee koningen]], over wie zij het toezicht uitoefenden en die zij eventueel tot verantwoording van hun beleid konden dwingen. Daartoe was hun een bijna onbeperkte politionele bevoegdheid verleend inzake toezicht over en eventuele bestraffing van vergrijpen tegen de Spartaanse zeden, de beambten, de opvoeding van de Spartaanse jeugd, de staatsveiligheid, enz. Tegenover de [[heloten]] en de [[perioiken]], wier handel en wandel zij lieten controleren door de ''krypteia'' (''"geheime politie"'') hadden zij zelfs onbeperkte jurisdictie. Zelf waren de eforen alleen verantwoording verschuldigd aan hun opvolgers.

Versie van 15 sep 2007 17:24

De eforen of ephoren (Grieks: έφοροι, d.i. opzichters) vormden in het antieke Sparta het college van de vijf hoogste staatsambtenaren.

De lijst van eforen werd bijgehouden vanaf 724 v. Chr. Wellicht waren de eforen oorspronkelijk de stamhoofden van de vijf Dorische phylen, die samen de Spartaanse staat vormden. Zij werden telkens voor één jaar verkozen door de Apella, de Spartaanse volksvergadering, bestaande uit alle (mannelijke) Spartanen boven de 30 jaar. Met de jaren breidden de eforen hun invloed en hun ambtelijke bevoegdheid uit, tot zij rond het midden van de 6e eeuw v.Chr. de feitelijke staatsmacht in handen kregen. Zij riepen de "Gerousia" (= "Raad van Ouden" vgl. senaat) en de volksvergadering samen, zaten deze voor en hadden het recht om wetsvoorstellen in te dienen.

Zij vochten een stille machtstrijd uit met de twee koningen, over wie zij het toezicht uitoefenden en die zij eventueel tot verantwoording van hun beleid konden dwingen. Daartoe was hun een bijna onbeperkte politionele bevoegdheid verleend inzake toezicht over en eventuele bestraffing van vergrijpen tegen de Spartaanse zeden, de beambten, de opvoeding van de Spartaanse jeugd, de staatsveiligheid, enz. Tegenover de heloten en de perioiken, wier handel en wandel zij lieten controleren door de krypteia ("geheime politie") hadden zij zelfs onbeperkte jurisdictie. Zelf waren de eforen alleen verantwoording verschuldigd aan hun opvolgers.

Bij de geboorte van een Spartaans kind beslisten de eforen autonoom of de boreling al dan niet in leven mocht blijven. Bij een negatief oordeel, bv. in geval van lichamelijke afwijking of gebrek, moesten de ouders zich van het kind ontdoen (door het aan zijn lot over te laten: het is niet bewezen of zulke kinderen ook dadelijk gedood werden, wat vaak beweerd wordt).

Koning Cleomenes III ondernam een poging om het ambt in 227 v. Chr. af te schaffen, maar dat bleek slechts tijdelijk, want het werd spoedig daarop in eer hersteld, waarna het bleef bestaan tot ± 200 na Chr.