Fagnolle

Fagnolle bij Philippeville in de belgische provincie Namen.

Het kasteel van Fagnolle, dat op initiatief van de graven van Henegouwen werd gebouwd, staat al vanaf de 12de eeuw op een kluit aarde, omgeven door slotgrachten. Het is van een vestingtoren voorzien, die in de 15de eeuw werd gemoderniseerd door Gérard d'Enghien en Marie de Fagnolle. Het oude fort, dat tot een ruïne is vergaan en oorspronkelijk vierkant volgens Syrisch-Palestijnse stijl was opgezet, ondergaat sinds 1969 een opmerkelijke restauratie en reconstructie, overeenkomstig de "Charte de Venise". Het was de oude vesting van de vorsten van Fagnolle, waaronder Prins Charles Joseph de Ligne, Graaf van Fagnolle.

Op 20 juli 1770 werd de baronie Fagnolle verheven tot rijksgraafschap onder de naam Ligne. In 1788 verwierf de familie voor het nieuwe graafschap Ligne zetel en stem in het college van de westfaalse graven in de Rijksdag. (zieLijst van leden van de Rijksdag (1792)). Vanwege het verlies van hun bezittingen door de annexatie van Belgie door Frankrijk werden ze schadeloos gesteld in de Reichsdeputationshauptschluss van 25-2-1803. In paragraaf 11 is vermeld: voor het verlies van Fagnolle krijgt de vorst van Ligne de abdij Edelstetten als graafschap. Ook verkrijgt de prins een zetel in de rijksvorstenraad en wel de laatste, nummer 126. Op 22 mei 1804 verkoopt de vorst van Ligne het graafschap Edelsttten aan de vorst Esterhazy de Galantha. Sjabloon:Xnocat