Dementor

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Eve (overleg | bijdragen) op 3 mei 2011 om 12:52. (catfix)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Dementors zijn fictieve wezens uit de boekenreeks rond Harry Potter van de Engelse schrijfster Joanne Rowling.

Dementors zijn misschien wel de ergste wezens die in de Harry Potterboeken voorkomen. Ze zijn blind, en gaan gekleed in lange zwarte mantels. Hun handen zijn grijsachtig, slijmerig en overdekt met zweren. Ze zuigen alle geluk uit hun omgeving op en de mensen die in hun buurt komen, kunnen zich alleen nog maar het ergste wat ze ooit hebben meegemaakt herinneren. Zelfs Dreuzels voelen hun aanwezigheid, ook al kunnen ze de dementors niet zien. De mist die ontstaat wanneer Dementors zich voortbewegen zien ze wel.

Het ergste wat een Dementor kan doen, is iemands ziel opzuigen door hun kaken om de mond van hun slachtoffer te klemmen (de 'kus van de Dementor'). Het lichaam van het slachtoffer leeft door, maar is niet meer dan een leeg omhulsel. Men kan zich tegen deze wezens beschermen door een Patronus op te roepen. Dementors waren tot 1996 de bewakers van de tovenaarsgevangenis Azkaban, die op een eiland in de Noordzee is gebouwd. In het jaar 1996 kozen ze de kant van Heer Voldemort.

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

In de boeken

Wanneer Sirius Zwarts is ontsnapt uit Azkaban doorzoeken Dementors de Zweinstein Express. Harry valt flauw door de aanwezigheid van de Dementors. Op Zweinstein vertelt Albus Perkamentus dat Zweinstein bewaakt zal worden door Dementors tot Zwarts is gevonden.

Later, in Harry's vijfde schooljaar worden er twee Dementors op het dorpje Klein Zanikem afgestuurd, naar later blijkt door Dorothea Omber.