Hans Holleman

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Hansmuller (overleg | bijdragen) op 9 nov 2017 om 18:04. (Nieuw artikel vertaald van Engelse wiki: "Johan 'Hans' Frederik Holleman (18 december 1915 – 28 augustus 2001) was Nederlands en Zuid-Afrikaans hoogleraar, etnoloog en jurist, bekend om zijn onderzoek naar inheemse rechtsstelsels in Zuidelijk Afrika.")
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Hans Holleman
Hans Holleman
Algemene informatie
Volledige naam Johan Frederik Holleman
Pseudoniem(en) Holmer Johanssen, van der Blaeswindt
Geboren 18 december 1915
Geboorteplaats Tulungagung, Java
Overleden 28 augustus 2001
Overlijdensplaats Alphen aan den Rijn
Land Vlag van Nederland Nederland
Beroep Hoogleraar, ethnoloog, jurist
Dbnl-profiel
Website
Portaal  Portaalicoon   Onderwijs
Leiden

Johan 'Hans' Frederik Holleman (18 december 1915 – 28 augustus 2001)[1] was Nederlands en Zuid-Afrikaans hoogleraar, etnoloog en jurist, bekend om zijn onderzoek naar inheemse rechtsstelsels in Zuidelijk Afrika. Hij publiceerde twintig boeken en schreef romans onder de schuilnamen 'Jacobus van der Blaeswindt' en 'Holmer Johanssen'.

Leven

Johan Holleman werd geboren in het regentschap Tulungagung op Oost-Java in Nederlands-Indië (Indonesia) in 1915. Zijn vader was Frederik David Holleman (1887–1958), een Nederlands en Zuid-Afrikaans etnoloog en jurist in koloniale ambtelijke dienst. Hij studeerde rechten en etnologie aan de Stellenbosch University in Zuid-Afrika en haalde zijn kandidaats in etnologie en Rooms-Hollands recht in 1937 en zijn doctoraal etnologie cum laude in 1938. Toen werd zijn interesse in etnografie gewekt en hij woonde tien maanden in een Zulu kraal. Daar onderzocht hij Zulu gewoonterecht en fotografeerde het dagelijks leven in een traditionele Zulu gemeenschap. Zijn foto's werden gewaardeerd en tentoongesteld in Stellenbosch. Holleman publiceerde zijn eerste nieuw-realistische roman Gety [2]

Johan Holleman werd Zuid-Afrikaans staatsburger in 1940. Van 1940 tot 1945 werkte hij als ambtenaar, maar kon zijn kennis van inheems gewoonterecht niet toepassen en werd verbannen naar Riversdal in de West-Kaap, ver van de inheemse bevolking.[3] Hier trouwde hij zijn vrouw Marie Sem. In 1945 trad hij uit ambtelijke dienst en na een kortstondige betrekking als artdirector bij een filmbedrijf werd hij benoemd tot Beit Research Fellow aan het Rhodes-Livingstone Institute in Lusaka in Noord-Rhodesië (nu Zambia), waar hij meedeed aan het onderzoek van Max Gluckman naar Zuidelijk en Centraal Afrika.

Holleman deed promotieonderzoek bij Isaac Schapera en promoveerde op familierecht van de Shona in Zuid-Rhodesië aan de Universiteit van Kaapstad in 1950.

Een korte tijd werkte hij als conservator in het Queen Victoria Memorial Museum in Salisbury, Zuid-Rhodesië (nu Harare in Zimbabwe) voor hij aan de slag ging als bestuursambtenaar in de Department of Native Affairs of Bulawayo en Wedza. Hij deed onderzoek naar verstedelijking en gaf advies aan de regering van Zuid-Rhodesië voor de wettelijke bescherming van arbeidsmigranten. In 1958 publiceerde hij zijn boek African Interlude, een academisch maar ook autobiografisch boek over deze periode. Chief, Council, and Commissioner (1969) beschreef zijn onderzoek naar verstedelijking uit die tijd.

Van 1957 tot 1962 was hij hoogleraar en directeur aan het Institute of Social Research van de Universiteit van Natal in Durban. De Zuid-Rhodesische regering nodigde hem uit zitting te nemen in de Mangwende Commission voor bestuurlijke en landbouwkundige zaken in het Murewagebied. Holleman werkte van 1960 tot 1961 voor de commissie en schreef een invloedrijk rapport waarin hij concludeerde dat vele van de bestuursproblemen kwamen door culturele misverstanden tussen de koloniale bestuurders en de inheemse bevolking. Op grond van dit rapport voerde de regering van Zuid-Rhodesië wetgeving door, die vereiste alle koloniale bestuurders onderwijs in etnografie en bestuur moesten volgen.

Johan Holleman overleed in 2001 in Alphen aan den Rijn. De archieven van vader en zoon Holleman zijn overgedragen aan de Bijzondere Collecties van Universiteitsbibliotheek Leiden,[4] Museum Volkenkunde in Leiden, en de bibliotheek van het Afrika-Studiecentrum,[5] ook in Leiden.

Publicaties

Onder meer:

  • Gety (1938, roman, onder pseudoniem Holmer Johanssen)
  • African Interlude (1958)
  • The attitudes of white mining employees towards life and work on the Copperbelt (1960, met S. Biesheuvel)
  • Die Onterfdes (1965, roman, onder pseudoniem Holmer Johanssen)
  • Shona customary law: with reference to kinship, marriage, the family and the estate (1969)
  • Chief, Council, and Commissioner (1969)
  • White mine workers in Northern Rhodesia, 1959-60 (1973, met S. Biesheuvel)
  • Issues in African law (1974)

Noten