Spoorlijn Nyon - Morez

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Chemin de fer Nyon–Saint-Cergue–Morez
Nyon - Morez
Totale lengte27.0 km
Spoorwijdte(meterspoor) 1000 mm
Traject
exKBHFaqexSTR+r 0,0 Nyon NStCM 395 m
BHFqxKRZu Nyon SBB Jurafusslinie
LausanneGenève
tKBHFaexSTR 0,2 Nyon NStCM
tSTRexSTR stations tunnel 210 m
tSTReexSTR
BS2leBS2r
SPLa
vBHF-STR 1,1 Les Plantaz 422 m
vSTR-KDSTe depot en werkplaats
SHI1+r
HST 2,4 La Vuarpillière 463 m
HST 3,0 LAsse 474 m
hSTRae Asse-Viadukt 74 m
BHF 4,4 Trélex 498 m
hSTRae Colline-Viadukt 110 m
BHF 6,4 Givrins 552 m
BHF 7,5 Genolier 560 m
HST 8,5 Sus-Châtel 598 m
HST 9,8 La Joy-Clinique 660 m
BHF 11,1 Le Muids 712 m
HST 12,1 Bassins 753 m
TUNNEL2 Tunnel Bassins 116 m
BHF 13,9 Arzier 839 m
HST 17,1 La Chèvrerie-Monteret 970 m
BHF 19,1 Saint-Cergue Remise 1044 m
TUNNEL2 Tunnel Saint-Cergue 99 m
HST 22,1 Les Pralies 1175 m
HST 23,3 La Givrine 1208 m
KBHFxe 27,0 La Cure 1155 m
exLSTR
xGRENZE landsgrens Zwitserland / Frankrijk
exLSTR
exBHF 27,3 La Cure (F) 1152 m
exBHF 29,5 Les Rousses 1110 m
exHST Sous-les-Barres 940 m
exTUNNEL2 Tunnel Sous-les-Barres 96 m
exBHF 33,8 Gouland 895 m
exTUNNEL2 Tunnel Turu 58 m
exHST La Doye
exHST Pont de la Bienne
exSTRlexSTR+r
uexHST Morez École
uexBHF 38,2 Morez Ville 701 m
exKBHFaKBHFauexSTR 39,1 Morez SNCF 734 m
exSTRleKRZouexSTRr
STRqABZlrSTRq SNCF <<< Andelot-en-Montagne - La Cluse >>>

De spoorlijn Nyon - Morez is een Zwitsers-Franse spoorlijn van de smalspooronderneming Chemin de fer Nyon–Saint-Cergue–Morez (NStCM) in het kanton Vaud. De spoorlijn werd in 1958 ingekort tot La Cure. De Chemins de fer Électriques du Jura (CFEJ) was een private smalspooronderneming voor de bedrijfsvoering op het Franse deeltraject.

De spoorlijn loopt van Nyon aan het meer van Genève naar het kuuroord en wintersportgebied rond Saint-Cergue in de Jura verder naar La Cure aan de Franse grens. Vroeger was het stadje Morez het eindpunt van het traject.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

historische ABDe 4/4 1 NStCM bij Givrins

Reeds in 1899 deelden de autoriteiten van het kanton Vaud een concessie uit voor de aanleg van een smalspoornet in de Jura. Onder de naam Chemin de fer Nyon–Jura zou een spoorlijn van Nyon naar Saint-Cergue, naar Gingins alsmede over Le Vaud en Marchissy naar Gimel ontstaan. Door gebrek aan financiële middelen vertraagde de bouw tot men in 1910 besloot zich op de lijn Nyon–Saint-Cergue–La Cure te concentreren. Deze plannen werden in 1912 goedgekeurd, een jaar later volgde ook de Franse goedkeuring voor het Franse deel van de lijn.

Eind 1912 begon het Parijse bouwbedrijf Dyle & Bacalan met de werkzaamheden.

Door mobilisatie tijdens de Eerste Wereldoorlog in Frankrijk en materiaalgebrek in Zwitserland stagneerden de werkzaamheden.

Op 12 juli 1916 werd het eerste trajectdeel tussen Nyon en Saint-Cergue geopend en op 18 augustus 1917 naar La Cure verlengd. Op 11 november 1917 werd het definitieve eindstation Nyon ingewijd. Met een behoorlijke vertraging volgde op 7 maart 1921 het deeltraject La Cure–Morez.

Omdat de Franse spoorwegonderneming Chemins de fer Électriques du Jura (CFEJ) nog niet de beschikking over voertuigen had, werd de dienst over het gehele traject Nyon–Saint-Cergue–Morez uitgevoerd door de NStCM. In 1924 stelde de CFEJ voor het eerst eigen voertuigen in dienst.

Door een ongunstige wisselkoers kwam het internationale verkeer moeilijk op gang. Ook was er een sterke concurrentie van het wegvervoer. De jaren 1920 en 1930 waren crisisjaren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest het deeltraject La Cure–Morez tweemaal tijdelijk worden stilgelegd.

Daarentegen zette op het Zwitserse traject de verwachte vervoersgroei zich in, zo werd in 1939 de eerste sleetjeslift geopend. Ook het Langläufern in het wintersport gebied Col de la GivrineLa Dôle ontwikkelde zich tot een bloeiende zaak.

Nadat op 27 september 1958 de laatste trein op het Franse deeltraject gereden, begon ook in Zwitserland een discussie over het voortbestaan van het traject Nyon–La Cure. Sindsdien wordt het vervoer door een busdienst uitgevoerd. Door een massaal protest van de bevolking kon in 1972 de omschakeling op busdienst worden verhinderd.

Sinds de jaren 1970 groeiden de vervoerscijfers zodanig dat in 1982 besloten werd de spoorlijn te behouden en een periode van twintig jaar onzekerheid af te sluiten. Met steun van de bond en het kanton werd het mogelijk omvangrijke moderniseringen uit te voeren.

Zo vernieuwde de NStCM de bovenleiding en installeerde drie nieuwe gelijkrichters waardoor het mogelijk werd om de niet gebruikelijke 2200 volt gelijkspanning te vervangen door 1500 volt gelijkspanning. De uitgevoerde werkzaamheden in de jaren 1982-1988 hadden meer weg van een volledige herbouw dan van een technische vernieuwing. Er werden nieuwe voertuigen aangeschaft, de overwegen werden voorzien van knipperlichten en in de jaren 1990 werd op het traject een bloksysteem ingebouwd.

Om de capaciteit van de treinen te verhogen werden nieuwe treinstellen bij Stadler Rail besteld. In 2014 werden er vier treinstellen geleverd en in 2016 zullen er nog eens zes treinstellen worden geleverd. De kosten bedragen 66 miljoen Zwitserse frank.[1]

Traject[bewerken | brontekst bewerken]

Het traject van de NStCM vertrok in Nyon (395 m) vanaf het stationsplein en liep onder de Jurafusslinie LausanneGenève door naar de halte Les Plantaz met depot en werkplaats. De NStCM nam in juli 2004 het nieuwgebouwde ondergrondse station Nyon in gebruik.

In de buurt van de halte LAsse vindt jaarlijks het Paléo Festival plaats. De lijn stijgt verder in het Juragebergte over Trélex (501 m) en Givrins (554 m) naar Genolier (562 m). Vanaf Genolier begint het bergtraject die met tal van bochten naar het zuidoosten van de Jura loopt.

De reizigers wordt een afwisselend uitzicht geboden over het meer van Genève en de Savoyer Alpen tot aan de Mont Blanc. Bij Arzier (842 m) keert het spoor zich in westelijke richting om vervolgens door het Mischwald in Saint-Cergue (1047 m) aan te komen. Dit is een belangrijk tussenstation. Hier bevindt zich een remise met steunpunt voor ondersteunende diensten incl. het ruimen van de sneeuw. Vanaf Saint-Cergue loopt het traject door een open landschap parallel aan de hoofdweg. Het hoogste punt van het traject bevindt zich bij Col de la Givrine (1233 m). Hierna daalt het traject naar het huidige eindpunt La Cure (1155 m)

Het Franse deeltraject van La Cure liep over Les Rousses naar de stad Morez waar de spoorlijn over de hoofdweg naar het eindpunt bij het SNCF-station liep. Er waren twee tunnels nodig om de diepe kloof over de Bienne te overwinnen.

Het traject is geheel zonder tandstaaf aangelegd met een maximale helling 60‰ en de kleinste boogstraal bedraagt 70 meter.

Elektrische tractie[bewerken | brontekst bewerken]

Het traject van de NStCM was oorspronkelijk geëlektrificeerd met 2200 volt gelijkspanning. In de jaren 1980 werd het traject gemoderniseerd en veranderd in 1500 volt gelijkspanning.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Michel Grandguillaume, Gérald Hadorn, Sébastien Jarne, Jean-Louis Rochaix: Voies étroites du Jura Vaudois. BVA, Lausanne 1988, ISBN|2-88125-006-7
  • Eisenbahnatlas Schweiz. Schweers + Wall, Aachen 2004, ISBN 3-89494-122-7.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Chemin de fer Nyon-St-Cergue-Morez van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.