Stamp Act

De Stamp Act was een belasting die de Britse regering in 1765 invoerde in de Noord-Amerikaanse kolonies om de kosten van het in stand houden van een staand leger na de zevenjarige oorlog te kunnen betalen. Dit zegelrecht betrof wettelijke documenten, vergunningen, commerciële contracten, kranten, testamenten, pamfletten en speelkaarten.
Dit leidde in de kolonies tot fel protest. Negen kolonies namen deel in het Stamp Act Congress, dat in New York samenkwam. Zij huldigden het principe: "No taxation without representation". Uiteindelijk werd de wet ingetrokken. Om toch bij te dragen aan de kolonies aanvaardde het parlement in 1767 een reeks accijnzen, voorgesteld door Townshend, de zogenaamde Townshend Acts. Dit waren invoerrechten op thee, papier, glas, lood en schilderijen.