Stefan van Palts-Simmern (1457-1489)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Stefan of Stephan (Simmern, 25 februari 1457Straatsburg (?), november 1489 of 1519) was een geestelijke uit het huis Palts-Simmern. Stefan was de oudste zoon van hertog Frederik I van Palts-Simmern en Margaretha van Gelre. Hij volgde net als de meeste van zijn broers een carrière in de Kerk.

Geestelijke carrière[bewerken | brontekst bewerken]

Stefan was tijdens zijn leven actief als kanunnik in de domkapittels van drie bisdommen: hij was domheer in Keulen, Mainz en Straatsburg. In het Keulse kapittel werd hij tot deken gekozen en in Straatsburg klom hij op tot domproost.[1] Daarnaast was Stefan proost van het Sint-Cassius en Florentiuskapittel in Bonn en daarmee aartsdiaken van Bonn.[2]

Hoewel Stefan als oudste zoon recht had om zijn vader op te volgen als vorst van Palts-Simmern, deed hij afstand van zijn rechten ten gunste van zijn jongere broer Johan I. Johan was net als Stefan kanunnik, maar hij was in 1478 teruggetreden in de wereldlijke stand. Na het overlijden van Frederik I in 1480 volgde Johan hem op. In 1483 zag Stefan af van zijn erfdeel uit zowel zijn vaders als zijn moeders nalatenschap.[3]

Pastoor van Kirchberg[bewerken | brontekst bewerken]

In 1475 werd Stefan door zijn vader benoemd tot pastoor van Kirchberg. De parochie van Kirchberg strekte zich uit over tientallen dorpen en met de functie van pastoor waren aanzienlijke inkomsten verbonden. Frederik I moest het bestuur over Kirchberg echter delen met keurvorst Frederik I van de Palts.[4] De keurvorst maakte bezwaar tegen de benoeming en schoof zijn eigen kandidaat naar voren: Magister Pallas Sprangel, docent van het Heilige Schrift aan de Universiteit van Heidelberg.

Om het conflict over de benoeming op te lossen traden de bisschoppen van Spiers en Worms, Matthias von Rammung en Reinhard von Sickingen, op als bemiddelaars. De bisschoppen nodigden de raadsheren van hertog Frederik en Magister Pallas Sprangel uit om in Worms tot een compromis te komen. Daar stelden ze voor dat Stefan zijn ambt als pastoor mocht behouden, maar dat Magister Pallas Sprangel jaarlijks een rente van 80 gulden zou krijgen. De keurvorst weigerde het compromis echter te accepteren. Pas toen hertog Frederik I en zijn zoon persoonlijk naar Heidelberg waren gekomen om de zaak te bespreken werd de kwestie op 28 oktober 1475 bijgelegd. Stefan bleef pastoor van Kirchberg, maar op aandringen van de keurvorst moest hij zijn positie laten bevestigen door de Heilige Stoel.

Stefan was overigens niet zelf verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in zijn parochie. Adellijke pastoors benoemde meestal een plebaan om hun taken over te nemen.[5]

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. (de) Willi Wagner (2003): Die Wittelsbacher der Linie Pfalz-Simmern: ihre Vorfahren, ihre Familien und ihre Grabdenkmäler, Böhmer Druckerei, Simmern, blz. 154, stelt dat Stefan al in 1473 optrad als deken, thesaurarius en scholaster in het domkapittel van Keulen.
    (de) Wilhelm Kisky (1906): Die Domkapitel der geistlichen Kurfürsten in ihrer persönlichen Zusammensetzung im vierzehnten und fünfzehnten Jahrhundert, Böhlau Verlag, Weimar, blz. 35 en 41, geeft aan dat Stefan in 1478 de prebende van zijn jongere broer Johan I overnam en daarmee toetrad tot het Keulse domkapittel. Mogelijk werd hij in hetzelfde jaar tot deken gekozen.
  2. (de) Willi Wagner (2003): Die Wittelsbacher der Linie Pfalz-Simmern: ihre Vorfahren, ihre Familien und ihre Grabdenkmäler, Böhmer Druckerei, Simmern, blz. 154, geeft 1483 als jaar waarin hij optrad als proost van het Cassius-kapittel.
    (de) De website (www.bonner-muenster.de) van de Munster van Bonn geeft 1477 tot 1479 aan als jaren waarin Stefan als proost actief was.
    (de) Wilhelm Kisky (1906): Die Domkapitel der geistlichen Kurfürsten in ihrer persönlichen Zusammensetzung im vierzehnten und fünfzehnten Jahrhundert, Böhlau Verlag, Weimar, blz. 41, noemt Stefan ook als proost in Bonn, maar vermeldt dat hij mogelijk verward wordt met zijn oom Stefan van Palts-Simmern (1421-1481).
  3. (de) Willi Wagner (2003): Die Wittelsbacher der Linie Pfalz-Simmern: ihre Vorfahren, ihre Familien und ihre Grabdenkmäler, Böhmer Druckerei, Simmern, blz. 154 en 160.
  4. Kirchberg lag in het Voorste Graafschap Sponheim, dat onder gedeeld bestuur stond. In 1475 bezat de keurvorst van de Palts 3½ deel van het gebied, de hertog van Simmern de overige 1½ deel.
  5. (de) Willi Wagner (2003): Die Wittelsbacher der Linie Pfalz-Simmern: ihre Vorfahren, ihre Familien und ihre Grabdenkmäler, Böhmer Druckerei, Simmern, blz. 154-155