Stemming en notatie in de Turkse muziek

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De stemming en notatie in de Turkse muziek is deels afwijkend van die in de westerse muziek gebruikelijk is.

Stemming in de Turkse klassieke muziek[bewerken | brontekst bewerken]

De Turkse muziektheorie verdeelt het octaaf in 53 delen.[1] Ter vergelijking: in de westerse muziek wordt het octaaf meestal in 12 'gelijke' stukjes verdeeld. De 53 stukjes worden ‘komma's’ (Turks: koma) genoemd. Een hele toon is bijvoorbeeld negen komma's, een halve toon vier komma's. Deze praktische en pragmatische benadering stelt de Turkse instrumentalisten in staat om belangrijke intervallen nagenoeg 'zuiver' (rein) te spelen. De mate waarin een interval in het algemeen als meer harmonisch, of 'zuiver' wordt ervaren, hangt samen met de verhouding van de trilling van de afzonderlijke tonen. Kortom: hoe eenvoudiger de verhouding, des te 'harmonischer' de samenklank. Vanuit deze intervallen wordt een toonladder opgebouwd, met zeven basistonen per octaaf. De Turkse muzikanten kunnen naar behoefte per komma of meer verstemmen. Op viool of ud is dit eenvoudig, de muzikant verschuift zijn vinger een klein eindje op de toets. Op de Qanûn zit aan ieder koor van snaren een stuk of negen palletjes, die elk een komma verstemmen. Op een tanbur en saz zit een gelijkaardige veelheid aan extra fretten. Blazers gebruiken hulpgrepen of hun embouchure.

De notatie in centen geeft een enigszins grafisch idee van hoe geïntoneerd moet worden ten opzichte van de piano, die in principe per halve toon stapjes van 100 cent neemt.

Benaming Trillingsverhouding cent komma
Zuivere grote terts 5/4 386 17
Zuivere kleine terts 6/5 316 13
Zuivere grote hele toon 9/8 204 9
Zuivere kleine hele toon 10/9 182 8
Zuivere grote halve toon 16/15 112 5
Zuivere kleine halve toon 256/243 90 4

De zuivere intervallen worden door kommastapeling heel dicht benaderd (zie berekeningen).[2] De basistoonladder ziet er als volgt uit, met de afstand tot de volgende toon in komma erbij:

Toon komma's tot volgende toon notatie
Rast 9 komma's G
Dügâh (440 Hz) 9 komma's A
Buselik 4 komma's B
Çargâh 9 komma's C
Neva 9 komma's D
Hüseyni 4 komma's E
Acem 9 komma's F
Gerdaniye G’

Turkse notatie[bewerken | brontekst bewerken]

De Turken gebruiken sinds de 19e eeuw een gewone notenbalk en noteren in de G-sleutel. Met de ‘rast’ wordt standaard ‘sol’ bedoeld, die genoteerd wordt op de tweede balk van onder, dus waar in onze G-sleutelnotatie de toon G staat. Als de sol als piano-G klinkt, spreekt men van ´Mansur´ of `Yerinde', als de sol als piano-D klinkt, spreekt men van ´Bolahenk´ enzovoorts.

Men noteert dus altijd in dezelfde toonaard, en transponeert uit het hoofd. De voortekens dienen niet om de toonladder do-re-mi te transponeren naar een andere toon, maar om de in de makam gebruikte toonladder vast te stellen. Men neemt dus een partituur, waarna wordt afgesproken of het bolahenk (G=D)zal worden, of yerinde (G=G), of kız neyi (G=A), of süpürde (G=C) enz.

Men gebruikt in de praktijk de volgende voortekens:

Voortekens
verhoogt/verlaagt 1 komma in makams met grondtoon op Rast. Verlaagt 2 en 3 komma in makams met grondtoon Dugah

4 komma’s (kleine halve toon)

5 komma (grote halve toon)

Er is van de Osmaanse muziek een geweldige schat aan genoteerde muziek overgebleven, en tot op de dag van vandaag wordt in de traditie gecomponeerd. In de Turkse canon van componisten vindt men namen uit alle denominaties en streken, bijvoorbeeld Mısırlı Ibrahim (Bram de Egyptenaar), als Avram Levy geboren in Aleppo, of Tanburi Cemil Bey (meneer Cemil de tanburspeler), met een Roemeense Roma achtergrond. De Turken componeren in een 'makam' (uit het Arabisch 'maqam'), een tonaliteit. Deze bestaat uit een toonladder met een karakteristieke melodische ontwikkeling, de 'seyir', dus eigenlijk de reis die de melodie maakt. Belangrijk is ook 'çeşni'. Het wordt gebruikt om de 'smaak' van een makam aan te duiden, meest in een reeks van slechts vier of vijf tonen.

De zuivere stemming, met daarin verschuivende intervallen o.a. geeft de Turkse muziek haar spannende melos, dat overigens met grote elegantie en vrijheid ‘gekalligrafeerd’ wordt, op dikwijls onnavolgbare wijze. De finesse hiervan staat niet genoteerd, maar wordt overgedragen van meester op leerling middels voorbeeld. Het Turks begrip hiervoor is 'meşk'. Ook de precieze intonering is soms in de praktijk net iets anders dan genoteerd. In Uşşak en Hüseyni (begint op A, dügah), wordt de met één komma verlaagde B toch lager geïntoneerd. De met 4 komma's verlaagde E in Hüzzam en Karcığar klinkt ook altijd hoger.

De Turkse kunstmuziek is vanouds in essentie melodisch, en kent geen uitgebreide harmonie.

Berekening van de Turkse stemming[bewerken | brontekst bewerken]

De Turkse muziektheorie verdeelt het octaaf niet in 12 gelijke stukjes. Ze gebruikt 53 stukjes, ‘komma’s’ genaamd. De theoretische waarden hiervan worden analoog met de westerse waarden afgeleid door een uitgangsfrequentie met 2 tot de macht n/53 met n loopt van 0 tot 53 te vermenigvuldigen.

In termen van ‘centen’ (octaaf=1200 cent) correspondeert het Turkse komma met een interval van 22,64 cent.(Ter vergelijking: het pythagoreïsche komma is 23,4 centen, het didymische komma is 21,6 centen.)

Van een toon met frequentie ‘f’ wordt de kwint berekend door een vermenigvuldiging met 3/2. Voorbeeld: Als toon A een frequentie heeft van f=440 Hz dan berekent men toon E als f=3x440/2 Hz. Zo kan men de hele chromatische reeks berekenen.

f grondtoon A
f3/2 3/2 kwint E
f(3/2 tot de macht2) 9/4 secunde B
f(3/2*3) 27/8 sext Fis
f(3/2*4) 81/16 grote terts Cis
f(3/2*5) 243/32 groot septiem Gis
f(3/2*6) 729/64 overm. kwart Dis
f(3/2*7) 2187/128 kleine secunde Ais
f(3/2*8) 6561/256 overm. kwint F
f(3/2*9) 19683/512 kleine terts C
f(3/2*10) 59049/1024 klein septiem G
f(3/2*11) 177147/2048 kwart D
f(3/2*12) 531441/4096 octaaf A

Terug transponeren van de voornaamste intervallen naar het oorspronkelijk octaaf door middel van delen door 2 (factor ½)

kleine secunde 2187/128(1/2)*4 2187/2048
secunde 9/4(½) 9/8
kleine terts 199683/512(1/2)*5 19683/16384, nagenoeg 32/27
grote terts 81/16(1/2*2) 81/64, nagenoeg 5/4
Zuivere grote terts Trillingsverhouding 5/4 386 cent of 17 komma (384,9c)
Pythagoreïsche kleine terts Trillingsverhouding 32/27 294 cent of 13 komma (294c)
Zuivere grote hele toon Trillingsverhouding 9/8 204 cent of 9 komma (203,8c)
Zuivere kleine hele toon Trillingsverhouding 10/9 182 cent of 8 komma (181,1c)
Zuivere grote halve toon Trillingsverhouding 16/15 112 cent of 5 komma (113,2c)
Zuivere kleine halve toon Trillingsverhouding 256/243 90 cent of 4 komma (90,6c)

(De reine kleine terts heeft trillingsverhouding 5/6, in cent 316. Het verschil met de pythagoreïsche kleine terts heet het 'didymische komma', 21,6 cent)

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Türk Musikisi Dersleri Zeki Yilmaz; 2 uitgaven, Istanbul, 1988 en 1977
  • De Traditionele Turkse Kunstmuziek, Wouter Swets; KRO, Hilversum 1983, n.a.v. een serie radiolezingen
  • Türk Musikisi Nazariatı ve Usulleri, Ismail Hakkı Özkan; Istanbul, 1990
  • 100 Türk Musikisi Klasikleri, Uitgave ministerie voor cultuur en toerisme; Ankara, 1983
  • Makam Guide, Murat Aydemir, vertaald in het Engels door Erman Dirikcan. 2010, Istanbul