Stemtoon

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Weten­schap­pelijke notatie Helm­holtz­notatie Octaafnaam Frequen­tie (Hz)
A0 A'' subcontra 27,5
A1 A' contra 55
A2 A groot 110
A3 a klein 220
A4 a' eengestreept 440
A5 a'' tweegestreept 880
A6 a''' driegestreept 1760
A7 a'''' viergestreept 3520
A8 a''''' vijfgestreept 7040

De stemtoon of normaaltoon, ook met kamertoon of diapason aangeduid, is in de muziektheorie de toon a' uit het eengestreept octaaf, met de wetenschappelijke benaming A4, waarvan internationaal de toonhoogte in mei 1939 in Londen vastgesteld is op een frequentie van 440 Hz. Dit gebeurde door een groep wetenschappers en musici uit Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italië en Nederland. Zwitserland en de Verenigde Staten namen schriftelijk aan de bijeenkomst deel.[1]

De stemtoon wordt gebruikt voor het onderling op elkaar afstemmen van muziekinstrumenten en is van groot belang voor de bouwers van deze instrumenten. De stemtoon is op eenvoudige wijze beschikbaar in de vorm van een stemvork die deze toon voortbrengt.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De stemtoon lag niet altijd vast. Soms leest men ergens dat de stemtoon door de eeuwen heen steeds hoger is komen te liggen, maar dat is slechts de helft van het verhaal. Er waren orgels die een hogere stemtoon hadden, en later lager gestemd werden. Kerkorgels verschilden enorm van stemtoon. In de loop van de tijd is die variatie steeds kleiner geworden. Naarmate mensen steeds mobieler werden, ontstond ook de behoefte aan meer compatibiliteit van instrumenten. Als men bijvoorbeeld een trompet meenam van de ene kerk naar de andere, bemerkte men dat dat instrument met het ene orgel wel samenklonk, maar met een ander orgel niet. Met de introductie van de trein werd de behoefte tot standaardiseren nog eens groter en tegelijk werd ook de meetapparatuur steeds beter, waardoor de mogelijkheid ontstond om een werkbare afspraak te maken. Het is daarom niet verwonderlijk dat de standaard van 440 Hz pas rond 1940 is ingevoerd. Deze ontwikkeling is te vergelijken met het invoeren van een standaardtijd op de klok.

Overigens is de zogenaamde temperatuur van het stemmen weer een heel ander fenomeen, dat losstaat van de discussies die nog immer worden gevoerd over de hoogte van de stemtoon. 'Temperatuur' gaat over de onderlinge toonhoogteverhoudingen van de tonen binnen het octaaf. Sinds de Barok woedde hierover een hevige discussie.

Sinds 1885 is voor wetenschappelijke toepassing vastgelegd dat de A4 een frequentie van 440 Hz hoort te hebben (standaard van een specifieke klankbron bij 20 °C, zie onderstaande tabel).[bron?] De meeste stemvorken worden dan ook op 440 Hz gemaakt.

Stemvork (440 Hz)

Door de industriële revolutie en later de elektronische revolutie, is de standaardisering van de stemtoon verder ingeburgerd geraakt in de hele wereld. Elektronische keyboards zijn vanwege hun klankrijkdom en speelbaarheid overal populair geworden en daarmee is de stemtoon van 440 Hz in de meest uiteenlopende muzieksoorten de standaard geworden.

Door de eeuwen heen is de hoogte van de kamertoon aan veel verandering onderhevig geweest. Informeel kwam de Amerikaanse muziekindustrie tot een compromis van 440 Hz voor de bouw van muziekinstrumenten. Deze waarde werd in 1936 overgenomen door de American Standards Association. In 1955 werd op een internationaal congres in Londen de beslissing genomen om 440 Hz als standard te gebruiken (en herbevestigd werd in 1975) door de Internationale Organisatie voor Standaardisatie, bekend als ISO 16.

Overzicht van frequenties[bewerken | brontekst bewerken]

Frequenties van de verschillende kamertonen
Jaar Land of plaats Frequentie
Opmerking
Tot ca. 1500 400-500 Hz Er lag nog niets vast
1500-1670 466 Een halve toon hoger dan 440 Hz
1650 Frankrijk 415 Parijse orgeltoon (een halve toon lager dan 440 Hz)
1760-1820 - 440 Stijging tot huidige stemtoon
1820 Duitsland 423 -
1820 Oostenrijk 434
1859 Parijs 435 (bij 15 °C) Als vastgesteld door internationale stemtooncommissie (komt overeen met 440 Hz bij circa 20 °C, wanneer blaasinstrumenten zoals het pijporgel lucht uit de omgeving inblazen)
1850-1896 Engeland 453 Oude philharmonische stemming
1880 Duitsland 494
1880 Oostenrijk 447
1885 Wenen 435 Neue Kammerton. Vastgesteld tijdens een internationale stemtoonconferentie door Rusland, Zweden, Italië en verschillende Duitse Staten.
1897-1939 Engeland 439 Nieuwe philharmonische stemming
1939 Engeland 440 Amerikaanse standaardtoon (US standard pitch)
tot ca. 1950 Nederland 451 Oude harmoniestemming
na ca. 1950 440-445 Veel moderne orkesten spelen momenteel boven 440 Hz en veel instrumenten worden speciaal daarop gebouwd.

Stemtoonhoogtes[bewerken | brontekst bewerken]

Voor het stemmen van instrumenten kunnen de volgende sinustonen gebruikt worden:

435 hertz 436 hertz 437 hertz 438 hertz
439 hertz 440 hertz 441 hertz 442 hertz
443 hertz 444 hertz 445 hertz 446 hertz

Kamertoon[bewerken | brontekst bewerken]

De aanduiding als kamertoon heeft betrekking op de prinselijke privékamers waarin vroeger muziek werd gemaakt. Tegenover de kamertoon stond de kerktoon, ook orgeltoon of koortoon genoemd. De relatie tussen beide stemtonen was niet altijd duidelijk. Soms werden beide aan elkaar gelijkgesteld, in andere gevallen konden ze wel een hele toon van elkaar verschillen. Overigens bestonden ook nog de cornettoon en de operatoon. Rond 1880 is het onderscheid verdwenen.

432 Hz[bewerken | brontekst bewerken]

In 1985 verscheen de eerste uitgave van Von Intervallen, Tonleitern, Tönen und dem Kammerton, later heruitgegeven bij de antroposofische uitgeverij Verlag am Goetheanum. Met de titel Intervals, Scales, Tones And the Concert Pitch c = 128 Hz is het boek in het Engels uitgegeven bij Temple Lodge Press (ook gespecialiseerd in uitwerkingen van het gedachtegoed van Rudolf Steiner). De auteur, de Duits-Amerikaanse violiste Maria Renold (1917-2003) opgegroeid in New York in antroposofische kringen, was geïnspireerd door uitspraken van de grondlegger van de antroposofie, Rudolf Steiner, over de perfecte concertstemming. Deze stemming zou c=128 Hz zijn, wat volgens Steiner weer gelijk zou staan aan ’Zon’. A4 (de eerste A op een concertvleugel boven de centrale C) krijgt daarmee de (afgeronde) frequentie 432 Hz. Volgens Renold is dit een ideale frequentie, die ook zij in haar boek relateert aan diverse in het universum en in de natuur voorkomende getalwaarden. Uit een door haar uitgevoerde experiment over een tijdspanne van twintig jaar en een totaal van ongeveer 2000 deelnemers (er is geen replicatieonderzoek bekend) zou verder blijken dat 90% van de luisteraars verschillende octaven uitgevoerd op twee monochords (oorspronkelijk één snaar gemonteerd op één klankkast) welke op a=432 Hz waren afgestemd verkiezen boven octaven met op 440 Hz afgestemde monochords. Hoe de luistersessies werden vormgegeven wordt in haar boek niet duidelijk gemaakt.

Van Luciano Pavarotti en Renata Tebaldi wordt beweerd dat zij om meer pragmatische redenen voorstander waren van 432 Hz als stemtoon: omwille van het sparen van hun stem.[bron?] De Bulgaarse dirigent Ivan Yanakiev richtte het 432 Orchestra op met als doel de 432 Hz over de wereld te verspreiden.[2]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

  • De toon van 440 Hz werd tot in de jaren 70 aangeboden door het telefoondistrict 's-Gravenhage. Door een bepaald nummer te kiezen, kreeg men gedurende enkele minuten de toon te horen. Ook van elders kon men dit nummer bellen, maar doordat er bij interlokale verbindingen gebruik wordt gemaakt van enkelzijbandmodulatie kon in dat geval niet gegarandeerd worden dat men de juiste toon te horen kreeg.
Zie de categorie Reference tones van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.