Naar inhoud springen

Surinaamse parlementsverkiezingen 1866

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Surinaamse parlementsverkiezingen in 1866 vonden plaats in april van dat jaar.

Er konden negen leden gekozen worden voor de Koloniale Staten die in 1866 tot stand kwam. De overige vier leden werden benoemd door de gouverneur voor een periode van een jaar. Van 1868 tot 1902 traden om de twee jaar een derde van de gekozen leden af zodat een gekozen Statenlid maximaal zes jaar kon aanblijven en daarna herkozen kon worden.

Kandidaat Stemmen in de eerste ronde Stemmen in de tweede ronde resultaat
N.T.A. Arlaud 100 131 gekozen
D. Benjamins 111 123 gekozen
G.J.A. Bosch Reitz 156 - gekozen
F.P. Bouguenon 41 - x
J.V. Bouguenon 88 110 gekozen
F. Carstairs 84 102 gekozen
B.E. Colaço Belmonte 146 - gekozen
A.J. da Costa 45 - x
J.G. van Emden 69 86 x
J.J. Hewitt 105 170 gekozen
J. Mauritsz Ganderheyden 41 - x
J.N.E. de Mesquita 73 81 x
E.F.L. Mollinger 152 - gekozen
M.S. van Praag 92 94 x
T.J. Eijken Sluijters 59 87 x
S. Soesman jr. 127 - gekozen
F. Taunaij Fz 57 61 x
tientallen andere personen met minder dan 40 stemmen

Bij deze verkiezingen mochten alleen mannen die aan bepaalde voorwaarden voldeden (censuskiesrecht) stemmen. Bij de eerste ronde waren er 226 geldig uitgebrachte stembiljetten waarbij een kiezer voor meer dan een kandidaat kon stemmen.  Er waren negen zetels te verdelen en om in de eerste ronde gekozen te kunnen worden had een kandidaat de volstrekte meerderheid nodig (minstens 114 stemmen). Vier kandidaten voldeed aan die voorwaarde. Bij de 'herstemming' konden alleen de tien kandidaten die nog niet verkozen waren maar in de eerste ronde de meeste stemmen kregen, meedoen. Hiervan werden de vijf kandidaten met de meeste stemmen verkozen tot Statenlid.

De Koloniale Staten begon op 8 mei 1866 (2e dinsdag van mei) het eerste zittingsjaar met de volgende dertien leden:

Naam Gepland jaar
van aftreding
Bijzonderheden
J. Mauritsz Ganderheyden* 1867 voorzitter, opgestapt in 1867 en opgevolgd door P.R. Planteau*
S. Soesman jr. 1872 vicevoorzitter, na vertrek Mauritsz Ganderheyden voorzitter
G.J.A. Bosch Reitz 1870
S.B. de Mesquita* 1867
J.M.J. Eijken Sluijters* 1867 na vertrek Mauritsz Ganderheyden vicevoorzitter
F.H. van Affelen van Oorde* 1867
F. Carstairs 1868
B.E. Colaço Belmonte 1868
J.J. Hewitt 1868
N.T.A. Arlaud 1870
D. Benjamins 1870
E.F.L. Mollinger 1872
J.V. Bouguenon 1872

* = benoemd door de gouverneur (R.F. van Lansberge)