Surinaamse parlementsverkiezingen 1918

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Surinaamse parlementsverkiezingen in 1918 vonden plaats in maart van dat jaar.

Er konden vier leden voor de Koloniale Staten gekozen worden in verband met het periodiek aftreden van W. Dijckmeester, W.P. Hering, A.P. Nassy en H.J. van Ommeren. Alleen Nassy heeft zich niet herkiesbaar gesteld.

Kandidaat Stemmen in de eerste ronde resultaat
W. Dijckmeester 296 gekozen
W.P. Hering 337 gekozen
E.B.J. Luitink 151 x
P.A. May 251 gekozen
H.J. van Ommeren 251 gekozen
E.Th.L. Waller 200 x

Bij deze verkiezingen mochten alleen mannen die aan bepaalde voorwaarden voldeden (censuskiesrecht) stemmen. Bij de eerste ronde waren er 440 geldig uitgebrachte stembiljetten waarbij een kiezer voor meer dan een kandidaat kon stemmen. Er waren vier zetels te verdelen en om in de eerste ronde gekozen te kunnen worden had een kandidaat de stem nodig van meer dan de helft van de geldig uitgebrachte stembiljetten (minstens 221 stemmen). Precies vier kandidaten voldeden aan die voorwaarde zodat er geen tweede ronde nodig was.

Na deze verkiezingen had de Koloniale Staten de volgende dertien leden:

Naam Gepland jaar
van aftreding
Bijzonderheden
H.W. van Asch van Wijck 1922 voorzitter tot midden 1918, in 1919 opgestapt en opgevolgd door D.S. Huizinga
J.A. Dragten 1922 vicevoorzitter; vanaf midden 1918 voorzitter
A.R. Bueno 1920
J.R.C. Gonggrijp 1920
J.A. Jessurun 1920 in 1918 opgevolgd door S.D. de Vries
W. Kraan 1920
A.F.C. Curiel 1922
R.D. Simons 1922
J.R. Thomson 1922 vanaf midden 1918 vicevoorzitter
W. Dijckmeester 1924 in 1919 opgevolgd door E.Th.L. Waller
W.P. Hering 1924
P.A. May 1924
H.J. van Ommeren 1924

Gonggrijp, Kraan, Van Asch van Wijck, Curiel, Dragten, Simons, Thomson, Hering, May en Van Ommeren traden in 1918 af uit protest tegen uitspraken van minister Rambonnet. Ze werden in juli van dat jaar allemaal bij enkel kandidaatstelling herkozen met behoud van het jaar van aftreden.