Naar inhoud springen

Symfonie nr. 38 (Haydn)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Symfonie nr. 38
Symfonie nr. 38
Componist Joseph Haydn
Soort compositie symfonie
Toonsoort C majeur
Andere aanduiding Hoboken I/38
Compositiedatum 1768
Duur ca. 20 minuten
Vorige werk Symfonie nr. 37
Volgende werk Symfonie nr. 39
Oeuvre Symfonieën van Joseph Haydn
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

De Symfonie nr. 38 (bijgenaamd de Echo-symfonie) is een symfonie van Joseph Haydn in de toonsoort C-majeur, die hij vermoedelijk in 1768 gecomponeerd heeft.[1] Door vorst Nikolaus werd vanaf 1762 een groter orkest voor het rijke geënsceneerde leven op slot Esterhaza ingesteld. Voor dit type orkest zijn juist de 'stralende' symfonieën in C-majeur met hun trompetten en pauken karakteristiek, die in de traditie van de barokke 'Intrada's' (openingsmuziek bij een feestelijke gelegenheid) staan.[2] In dezelfde traditie staan naast nr. 38 ook Haydns symfonieën nrs. 20, 32, 33, 41, 48, 50 en 69.

De bijzonderheden van de 38e Symfonie liggen vooral in het barokke karakter van het 2e deel met imitaties en echo's, en aan het gebruik van een solo-hobo in het Trio en de Finale. Kenyon[1] ziet dit in samenhang met de benoeming van de hoboïst Vittorino Colombazzo in het orkest.

Over de muziek

[bewerken | brontekst bewerken]

2 hobo's, 2 hoorns in C, 2 trompetten, 2 violen, altviool, cello, contrabas, pauk. Er waren toentertijd ook afwijkende versies zonder trompetten en pauken in omloop.[1] Een zo'n versie is bijvoorbeeld de opname van de Academy of Ancient Music met C. Hogwood. Pinnock[3] past in zijn opname met het English Concert naast pauken en trompetten ook een versterkte continuopartij toe, bestaande uit klavecimbel en fagot. Een verder onderscheid in opnamen bestaat daarin, dat Hogwood in tegenstelling tot Pinnock alle in de partituur aangegeven herhalingen laat spelen.

De lengte van deze symfonie is ca. 20 minuten, afhankelijk van of er wel of niet herhaald wordt.

Dit deel staat in C-majeur. Gesyncopeerde ritmes in de tussenstemmen verlenen het muzikale gebeuren vanaf het begin een krachtig karakter, onderstreept door een lang orgelpunt op C en paukenslagen. In de versie met pauken, trompetten en versterkt continuo werkt de bas aan het begin van het deel als overheersend. In het verder verloop van het deel is vooral de dichte, imiterende stemvoering in de doorwerking opmerkelijk.

Dit deel staat in F-groot. Alleen de strijkers spelen, en het karakter lijkt op Oostenrijkse kerkgezangen.[1] Het deel is misschien door barokke luistermuziek beïnvloed: de fraseneinden van de eerste violen worden door de tweede violen con sordino herhaald, waarschijnlijk komt hiervandaan de bijnaam van deze symfonie: de Echo-symfonie. De basstem stopt voor het einde van het deel, en de muziek sterft hierdoor langzaam weg in klank.

3e deel: Allegro

[bewerken | brontekst bewerken]

Dit is weer een deel in C-majeur. Het dansante snelle menuet in forte contrasteert in klankkleur met het zachte pianotrio waar de solo-hobo en begeleidende strijkers een grote rol spelen.

4e deel: Finale: Allegro di molto

[bewerken | brontekst bewerken]

Ook het laatste deel staat in C-majeur. Haydn bouwt hier uit nogal summier thematisch materiaal een spanningsboog op met contrastrijke en deels contrapuntische elementen. Het deel bevat naast syncoperingen ook virtuoze loopjes. Door de inzet van de solo-hobo vanaf het 2e thema en een cadens voor de hobo aan het einde van de doorwerking krijgt dit deel het karakter van een hoboconcert.

  1. a b c d Kenyon, N. (1989): Textbeitrag zur Einspielung: The „Sturm & Drang“ Symphonies, Volume 1: „Fire“. The English Concert, T. Pinnock
  2. Michels, U. (1991): dtv-Atlas zur Musik, Tafeln und Texte, Band 2, Historischer Teil: Vom Barock bis zur Gegenwart. Deutscher Taschenbuch-Verlag, München.
  3. Pinnock, T. (1988): Einspielung von Haydns Sinfonie Nr. 38 C-Dur mit dem English Concert, April 1988.