Tabelwoord

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Esperantovlag
Esperantovlag
Esperanto-onderwerpen
Dit artikel is onderdeel van de serie Esperanto
Taal
Akademio de Esperanto · Grammatica · Woordenboek · Esperantologie · Alfabet · Fundamento · PMEG
Verenigingen
Akademio Internacia de la Sciencoj · UEA · TEJO · BEMI · Esperanto Nederland · NEJ · Vlaamse Esperantobond · FLEJA · OSIEK · Internationale Katholieken
Geschiedenis
L.L. Zamenhof · Tijdlijn · Verklaring van Boulogne · Ata-ita-crisis · Neutraal Moresnet · Manifest van Praag · Bona Espero · Esperantostad
Esperantocultuur
Esperanto-bijeenkomst · Radio · Internacia Televido · Finvenkismo · Homaranismo · Kabei · Pasporta Servo · Politiek · La Espero · Stelo · Symbolen · Esperantist · UK · IJK · Moedertaalsprekers · Vlag · Zamenhofdag
Esperantoliteratuur
PIV · Auteurs · Esperantostrips · Esperantotijdschrift
Kritiek op het Esperanto
Hervormd Esperanto · Esperantido · Eurokloon
Portaal  Portaalicoon  Esperanto

Een tabelwoord in Esperanto is een van de 45 Esperanto-woordjes uit de tabel der correlatieven.

Correlatieven zijn woordjes die tot elkaar in relatie staan. Deze 9 rijtjes van 5 woordjes in de tabel behoren tot 2 woordsoorten, namelijk de voornaamwoorden en de bijwoorden. In het Esperanto zijn al deze woordjes op systematische wijze samengesteld.

In het Nederlands en in andere talen zijn slechts een deel van deze woordjes regelmatig.

Bijvoorbeeld:

  • vragend: wie, wat, waar, waarom, wiens en aanwijzend: die, dat, daar, daarom, diens
  • en de ontkenning van iemand, iets, ergens, ooit wordt niemand, niets, nergens, nooit


Esperanto
Nederlands
vragend aanwijzend onbepaald allesomvattend ontkennend
persoon kiu?
wie?
tiu
die
iu
iemand
ĉiu
iedereen
neniu
niemand
voorwerp kio?
wat?
tio
dat
io
iets
ĉio
alles
nenio
niets
soort kia?
welke (soort)?
tia
zo één
ia
een of andere soort
ĉia
alle soorten
nenia
geen soort
plaats kie?
waar?
tie
daar
ie
ergens
ĉie
overal
nenie
nergens
tijd kiam?
wanneer?
tiam
dan
iam
ooit
ĉiam
altijd
neniam
nooit
hoeveelheid kiom?
hoeveel?
tiom
zoveel
iom
een beetje
ĉiom
alle
neniom
geen
manier kiel?
hoe?
tiel
zo
iel
op een manier
ĉiel
op alle manieren
neniel
op geen enkele wijze
reden kial?
waarom?
tial
daarom
ial
om een reden
ĉial
om alle redenen
nenial
om geen enkele reden
eigendom kies?
wiens?
ties
diens
ies
iemands
ĉies
van ieder
nenies
van niemand


Tabel van alle correlatieven in Esperanto met eronder de vertaling in het Nederlands.