Overleg:Magna Carta

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Magna Carta of Magna Charta[brontekst bewerken]

Dit artikel ziet er nu gedegen uit. Ik heb slechts 1 vraag: Waar komt dat charta in plaats van carta vandaan? Charta is nl vlees noch vis! Is dat de Nederlandstalige naam van het handvest? Adamhawk 21 mei 2004 01:56 (CEST)[reageer]

Ik denk dat dat komt omdat ik dat al zo op de lagere school heb geleerd. Geen probleem, lijkt mij. Google levert op beide ingangen een respectabel aantal resultaten. Een redirect lost alles op. Van mij mag de pagina ook Magna Carta heten. Avanschelven 21 mei 2004 02:10 (CEST)[reageer]
Soit, Zand erover! Adamhawk 21 mei 2004 03:50 (CEST)[reageer]

Dat baronnen moet eigenlijk leenmannen zijn. Barons wordt in het Nederlands vaak vertaald als baronnen, terwijl de precieze vertaling leenmannen is. The Fly, 16 mrt 2007 02:21

Bronnen en moderne inzichten[brontekst bewerken]

De moderne historiografie gaat steeds meer in tegen de magna carta als mijlpaal in bestuurlijke vernieuwing. Vele auteurs bezien de magna carta steeds meer als een conservatief iets, iets dat perfetc past in een feodale maatschappij. uiteindelijk bevatte de magana carta ook alleen maar vrijheden en inspraak voor de toplaag van de bevolking. Sowieso is dit artikel niet echt goed. het bevat geen bronverwijzingen en absoluut geen kritische houding. 91.177.59.163, 24 aug 2011 14:18

Citaten over Magna Carta[brontekst bewerken]

A.M. Bos[brontekst bewerken]

  • Bos, p1: “Voor toezicht op de naleving der bepalingen werd een commissie van 25 baronnen ingesteld, die het recht kregen om bij schending van de overeenkomst gewapenderhand op te treden tegen de koning.”
  • Bos, p1: “Het document is naar zijn juridische vorm een leenovereenkomst en dus een expressie van de feodale verhoudingen.” (aard van het document)
  • Bos, p4: “Over de Magna Charta werd reeds “collectief onderhandeld”, d.w.z. door de gezamenlijke baronnen tegenover de koning. De individuele leencontracten tussen de koning en de leenman, waarin de verhouding tussen die twee geregeld werd, raakten op de achtergrond.”
  • Bos, p6: “Belangrijke bepalingen van de Magna Charta.

– de koning mocht, enige uitzonderingen daargelaten, geen belastingen opleggen dan in overleg met zijn raad.
– participatie in de raad kwam toe aan de baronnen en hoge geestelijken persoonlijk, en aan de lagere adel collectief.
– geen vrij man kon van zijn vrijheid beroofd of vervolgd worden dan op vonnis van zijns gelijken en volgens de wetten van het land.
– gerechtelijke boetes zouden worden vastgesteld bij wet.”

Sebastiaan Roeling[brontekst bewerken]

  • Roeling, p17: “Hoewel hij (Jan zonder Land) in Engeland algemeen als koning werd geaccepteerd, kozen de Franse gebieden (afgezien van Normandië) er echter voor om zijn neef Arthur I van Bretagne als troonpretendent naar voren te schuiven. Dit leidde tot een oorlog, waaraan in mei 1200 een einde kwam met de Vrede van Goulet. Hierbij moest Jan wel veel territoria inleveren op het vasteland.”
  • Roeling, p18: “Na de verloren slag bij Bouvines op 27 juni 1214 moest Jan een vredesverdrag met Frankrijk sluiten en raakte hij vrijwel alle gebieden in Frankrijk kwijt. (…) Zonder enige hoop Normandië ooit nog terug te krijgen keerde Jan in oktober (1214) terug naar Engeland.”
  • Roeling, p19: “Door zijn eigen onbetrouwbaarheid had hij (Jan zonder Land) de loyaliteit van veel leenmannen verspeeld. Deze kwamen dan ook in opstand tegen zijn heerschappij waardoor Jan uiteindelijk werd gedwongen de Magna Carta te ondertekenen. De Magna Carta leidde echter niet tot de gewenste vrede tussen beide kampen. Tijdens de daaropvolgende burgeroorlog wilden de opstandelingen de Engelse kroon overdragen aan de Franse kroonprins Lodewijk (de latere Franse koning Lodewijk VIII). Deze trok in juni 1216 Londen binnen.”
  • Roeling, p19: “Jan zonder Land overleed op 18 of 19 oktober 1216. (…) Zijn negenjarige zoon volgde hem op als Hendrik III.”
  • Roeling, p21: “De vele oorlogen op het vaste land moest Jan bekostigen via belastingheffingen waarmee hij de onvrede van zijn leenmannen (de baronnen) op de hals haalde. Ook kwam hij (…) in conflict met de kerk. Dit kwam doordat Jan de benoeming van Stephen Langton als Aartsbisschop van Canterbury afwees. Paus Innocentius III (…) deed Jan in 1209 in de ban. In januari 1213 werd hij door de kerk zelfs van de troon vervallen verklaard. In mei onderwierp Jan zich echter aan het pauselijk gezag en wist daarmee ander naderend onheil te verhinderen. Hij hield zijn land voortaan van de paus in leen, en bezat dus formeel zelf geen land meer.”
  • Roeling, p21: “De voortdurende oorlogen eindigden met de grote nederlaag in de Slag bij Bouvines, waarna een ongunstig vredesverdrag met Frankrijk moest worden gesloten.”
  • Roeling, p23: “Hoewel William (de Braose) niet populair was onder de andere baronnen, werd het onvoorspelbare geweld van Jan zonder Land jegens hem de directe aanleiding van de opstand van de baronnen”
  • Roeling, p23: “(Eind 1214) organiseerden de ontevreden baronnen in het noorden en oosten van Engeland een opstand tegen zijn regering. Jan organiseerde daarop in januari 1215 een raad in Londen om mogelijke hervormingen te bespreken. (…) Hij lijkt dit echter alleen gedaan te hebben om tijd te rekken zodat hij bericht kon sturen naar paus Innocentius III om zo zijn steun te krijgen. (…) In april (1215) ontving Jan eindelijk de steunbrieven van de paus.”
  • Roeling, p23-24: “De opstandige baronnen hadden zich inmiddels echter georganiseerd (…) en trokken hun feodale banden met Jan in en wezen Robert FitzWalter als hun militaire leider aan. Zij riepen zichzelf uit tot leger van God en marcheerden Londen binnen. (…) Hierop zag Jan zich genoodzaakt de aartsbisschop Langton te vragen vredesonderhandelingen te organiseren.”
  • Roeling, p24: “Jan ontmoette de leiders van de opstandelingen in Runnymede, nabij Windsor Castle, op 15 juni 1215. De poging van Langton om te bemiddelen resulteerde in een oorkonde met een vredesovereenkomst wat later de Magna Carta oftewel Grote Oorkonde genoemd zou worden. (…) Na de ondertekening zouden de opstandelingen zich terugtrekken en Londen teruggeven aan Jan.”
  • Roeling, p24: “Koning Jan noch de baronnen hebben op enig moment serieus overwogen de oorkonde na te leven. (…) Ze vulden de raad van 25 baronnen met hun meest radicale leden en weigerden de troepen te demobiliseren en Londen over te geven zoals was afgesproken. Ondanks zijn belofte richtte koning Jan zich tot paus Innocentius III voor hulp. (…) Paus Innocentius III volgde Jan hierin en verklaarde dat de oorkonde “niet alleen beschamend en vernederend was, maar tevens onwettig en onrechtvaardig.” Hierop excommuniceerde hij de opstandige baronnen.”
  • Roeling, p26: “De opstandelingen zetten de eerste stap in de oorlog (Eerste Baronnenoorlog) door inname van het strategisch gelegen Rochester Castle, eigendom van Langton. Op 30 november (1215) werd het gehele kasteel ingenomen (door Jan zonder Land). (…) de meerderheid van de overgebleven opstandelingen zaten vast in Londen.”
  • Roeling, p30: “Lodewijk van Frankrijk mengt zich in de strijd. De opstandige baronnen reageerden op de militaire operaties van koning Jan door de Franse kroonprins Lodewijk (de latere Lodewijk VIII) uit te nodigen de Engelse troon op te eisen. (…) In november 1215 stuurde Lodewijk de opstandelingen een contingent ridders om te assisteren bij de verdediging van Londen. Hij was echter ook reeds akkoord gegaan met een invasie van Engeland. (…) De plannen van Lodewijk vormden een probleem voor Jan aangezien Lodewijk een marine en oorlogsmaterieel zou aanvoeren die essentieel zou zijn voor de opstandelingen. (…) Lodewijk kon zonder weerstand naar Londen reizen en werd daar in juni (1216) met open armen ontvangen. (…) Tegen de herfst hadden de opstandelingen zuid-oost Engeland en delen van het noorden onder controle. (…Lodewijk ondervond tegenstand in Dover en Kent…) Lodewijk besloot op 14 oktober (1216) tot een wapenstilstand en keerde terug naar Londen. Naast Dover Castle wist alleen Windsor Castle een inname door de legers van Lodewijk af te slaan. ”
  • Roeling, p33: “(belangrijk moment) Jan zonder Land overleed op 18 of 19 oktober 1216. (…) In bijzijn van een kleine delegatie werd (zijn negenjarige zoon) Hendrik gekroond tot koning Hendrik III. Op 12 november (1216) werd de Magna Carta opnieuw opgesteld in naam van Hendrik waarbij enkele clausules, waaronder clausule 61, werden weggelaten. De oorkonde werd ondertekend door William Marshal, regent van de jonge koning. (…) Het was dan ook zijn loyaliteit dat Hendrik de kroon wist te behouden. William beloofde plechtig dat hij en de andere regenten zouden regeren overeenkomstig de Magna Carta. (…) De opstandige baronnen en de jonge koning hadden dankzij de Magna Carta eindelijk vrede kunnen sluiten.”
  • Roeling, p35: “William Marshal wist langzaam de meeste baronnen te overtuigen de zijde van koning Hendrik te verkiezen en Lodewijk aan te vallen. Lodewijk en Hendrik vochten nog ruim een jaar over de Engelse kroon. (…) Begin 1217 besloot Lodewijk terug te keren naar Frankrijk om versterking te gaan halen. (…) Na deze overwinning begon William Marshal met de voorbereidingen van een belegering van Londen. (…) Na anderhalf jaar oorlog liepen de meeste opstandige baronnen over naar Hendrik III en zag Lodewijk zich gedwongen zijn vordering op de Engelse troon op te geven en op 11 september 1217 de Treaty of Lambeth te ondertekenen. Lodewijk accepteerde een symbolisch bedrag om afstand te doen van al zijn Engelse bezittingen en keerde terug naar Frankrijk. Engeland was wederom verenigd.”
  • Roeling, p37: “Het verdrag werd getekend in een weide bij Runnymede, nabij Windsor. Het grootste gedeelte van de Magna Carta was praktisch woord voor woord overgenomen uit The Charter of Liberties van koning Hendrik I van Engeland dat de Engelse adel burgerlijke vrijheden verleende.”
  • Roeling, p46: “De Magna Carta werd met de troonsbestijging van Hendrik III in 1216 en 1217 opnieuw, in aangepaste vorm, uitgevaardigd. (…) In 1225 kwam de definitieve formulering tot stand toen Hendrik III de steun van zijn baronnen nodig had voor zijn oorlogen op het vaste land. In ruil voor deze steun eisten zij een herziening en nieuwe ondertekening van de Magna Carta. Dit maal verklaarde Hendrik III dat hij de oorkonde “spontaan en uit vrije wil” had opgesteld en ondertekend, waarmee de laatste versie van de Magna Carta meer rechtskracht kreeg.”
  • Roeling, p48: “Om het belang van dit historisch document te benadrukken maakt de Magna Carta nog altijd deel uit van de Engelse wetgeving. Het enige deel dat echter niet is herroepen is de introductie zodat het geen praktische betekenis meer heeft.”
  • Roeling, p51: “De tekst van de Magna Carta van 1215 laat duidelijk zien dat er haast was tijdens het opstellen van het document. Het is dan ook het resultaat van veel onderhandelingen tussen de koning en zijn leenheren.”

Engelse vertaling van de Magna Carta[brontekst bewerken]

  • Roeling, p53: “JOHN, by the grace of God King of England (…) to his archbishops, bishops, abbots, earls, barons, justices, foresters, sheriffs, stewards, servants, and to all his officials and loyal subjects, Greeting.”
  • Roeling, §1: “FIRST, THAT WE HAVE GRANTED TO GOD (...) that the English Church shall be free, and shall have its rights undiminished, and its liberties unimpaired. ”
  • Roeling, §12: “No ‘scutage’ or ‘aid’ may be levied in our kingdom without its general consent, (...)”
  • Roeling, §13: “The city of London shall enjoy all its ancient liberties and free customs, both by land and by water. We also will and grant that other cities, boroughs, towns, and ports shall enjoy all their liberties and free customs.”
  • Roeling, §14: “To obtain the general consent of the realm for the assessment of an ‘aid’ or a ‘scutage’, we will cause the archbishops, bishops, abbots, earls, and greater barons to be summoned individually by letter.”
  • Roeling, §15: “In future we will allow no one to levy an ‘aid’ from his free men, (...)”
  • Roeling, §21: “Earls and barons shall be fined only by their equals, and in proportion to the gravity of their offence.”
  • Roeling, §39: “No free man shall be seized or imprisoned, or stripped of his rights or possessions, or outlawed or exiled, or deprived of his standing in any way, nor will we proceed with force against him, or send others to do so, except by the lawful judgement of his equals or by the law of the land.”
  • Roeling, §40: “To no one will we sell, to no one deny or delay right or justice.”
  • Roeling, §41: “All merchants may enter or leave England unharmed and without fear, and may stay or travel within it, by land or water, by purposes of trade, free from all exactions, in accordance with ancient and lawful customs.”
  • Roeling, §52: “To any man whom we have deprived or dispossessed of lands, castles, eastles, liberties and rights, without the lawful judgement of his equals, we will at once restore these. In cases of dispute the matter shall be resolved by the judgement of the twenty-five barons referred to below in het clause for securising the peace (§61).”
  • Roeling, §61: “SINCE WE HAVE GRANTED ALL THESE THINGS for God, for the better ordering of our kingdom, and to allay the discord that has arisen between us and our barons, (...) we give and grant to the barons the following security: The barons shall elect twenty-five of their number to keep, and cause to be observed with all their might, the peace and liberties granted and confirmed to them by this charter. (...) the offence is made known to four of the said twinty-five barons. (...) the four barons shall refer the matter to the rest of the twenty-five barons, who may distrain upon and assail us in every way possible. (...) the verdict of the majority present shall have the same validity as a unanimous verdict of the whole twenty-five.”
  • Roeling, §63: “IT IS ACCORDINGLY OUR WISH AND COMMAND that the English Church shall be free, and that men in our kingdom shall have and keep all these liberties, rights, and concessions. (...) Given by our hand in the meadow that is called Runnymede, between Windsor and Staines, on the fifteenth day of June in het seventeenth year of our reign (i.e 1215).”

Charter of Liberties[brontekst bewerken]

en:Charter of Liberties bevat meer informatie over het Charter of Liberties van koning Hendrik I van Engeland. Tortelduifje (overleg) 3 apr 2022 11:37 (CEST)[reageer]