Testament (akte)
Een testament is een hoogstpersoonlijk, niet openbaar document waarin iemand schriftelijk vastlegt, of door een notaris laat vastleggen, wat er na zijn/haar dood met zijn/haar nalatenschap moet gebeuren in afwijking van de algemene wettelijke bepalingen. Het werkt pas na overlijden en mag alleen dan openbaar worden gemaakt aan mensen die daar een rechtstreeks belang bij hebben (art. 4:42 BW).[1][2] Het testament kan zelf geschreven worden, een onderhandse akte die in bewaring moet worden gegeven bij een notaris, maar meestal worden de wensen, officieel uiterste wil of uiterste wilsbeschikking, door een notaris vastgelegd in een notariële akte. In Nederland werden in 2021 ruim 370.000 testamenten geregistreerd bij het Centraal Testamenten register.[3] Het woord testament is ontleend aan Latijn testāmentum, dat uit testāri ‘getuige zijn’ wordt afgeleid.
In Nederland wordt ook het begrip levenstestament gebruikt. Dat is een document met bepalingen voor de situatie dat men bij leven (tijdelijk) niet in staat is zelf te handelen en/of te beslissen. Dit document krijgt werking vanaf het moment dat deze situatie is ingetreden en verliest rechtskracht bij overlijden, tenzij anders bepaald. Een belangrijk verschil met een echt testament is, dat er niets wijzigt in de eigendomssituatie van degeen die het levenstestament opstelde en deze persoon ook gebonden blijft aan alle verplichtingen.

Nederland[bewerken | brontekst bewerken]
- Zie ook Erfrecht (Nederland).
In Nederland geldt een algemene wettelijke regeling voor de erfopvolging na overlijden, het versterferfrecht. Hier is vastgelegd wie de erfgenamen zijn als door de erflater niets is vastgelegd volgens de wettelijke regels die voor testament en codicil gelden. Volgens de algemene wettelijk regeling erven de huwelijkspartner en de officiële kinderen uit een staand huwelijk bij overlijden.[4] De wet bepaalt niets over goede vrienden, mensen in een 'patchwork-familie' of voormalige levenspartners en kinderen uit eerdere verhoudingen. De wet regelt evenmin wat er met de verschillende goederen, tegoeden, schulden of bijvoorbeeld dieren in een nalatenschap moet gebeuren of wat er gebeurt als de erfgenamen minderjarige kinderen zijn.
Met een testament kan binnen de wettelijke grenzen worden afgeweken van deze algemene regels naar de persoonlijke wil van de testateur. Nederland kent een gesloten stelsel van uiterste wilsbeschikkingen wat betekent dat alleen op de bij de wet bepaalde manieren kan worden geregeld hoe de situatie na overlijden zal zijn. Men kan naar vrije keus een of meer (rechts-)personen aanwijzen die na overlijden gezamenlijk eigenaar worden van de nalatenschap, elk voor een door erflater te bepalen deel, deze personen worden erfgenamen genoemd. Men kan bepaalde (rechts-)personen, waaronder bijvoorbeeld vrienden, kleinkinderen, ex-partners of goede doelen het recht geven na overlijden bij de erfgenamen een bepaald goed of een geldsom op te vorderen (legaat). Verder kan een testamentair bewind worden ingesteld, bijvoorbeeld ter bescherming van minderjarige erfgenamen en er kan een executeur worden benoemd die na overlijden een deel van het regelwerk voor of met de erfgenamen kan gaan doen.[5][6]
Het maken van een (concept)testament is een eenzijdige rechtshandeling die alleen de testateur hoogstpersoonlijk kan uitvoeren en door niemand anders mag worden waargenomen, ook niet de echtgenoot, kinderen, belastingadviseur, pastoor, vertrouwenspersoon e.d. Een testament kan door erflater altijd worden herroepen (art. 4:42 BW).
Een zelfgeschreven testament moet bij een notaris in bewaring worden gegeven, zie ook uiterste willen.
Codicil[bewerken | brontekst bewerken]
Bepaalde roerende zaken kunnen buiten de notaris om worden nagelaten via een door erflater zelf handgeschreven, gedateerd en ondertekend document, codicil genaamd. In een codicil kunnen kleren, lijfstoebehoren, lijfsieraden, tot de inboedel behorende zaken en boeken worden gelegateerd. Ook kunnen in een codicil de uitvaartwensen worden vastgelegd, bijvoorbeeld of men begraven of gecremeerd wil worden. De Wet op de Lijkbezorging verplicht nabestaanden deze wensen te volgen.
Voor 1 januari 2003 kon ook een executeur bij codicil worden benoemd. Deze mogelijkheid bestaat sindsdien niet meer: een executeur moet in een testament benoemd worden. Benoemingen in een codicil van vóór 2003 blijven wel geldig.
Testeervrijheid en wilsbekwaamheid[bewerken | brontekst bewerken]
Iedereen van zestien jaar en ouder die handelingsbekwaam is, heeft de vrijheid naar eigen inzicht en wensen een testament op te stellen en te bepalen wat er na overlijden met de eigendommen, bezittingen rechten en schulden gebeurt. Het is een hoogstpersoonlijk document en kan geen wilsbeschikkingen van meerdere personen bevatten.[7][8] In andere landen, bijvoorbeeld Duitsland is dat ook wel anders geregeld. De testeervrijheid is een afgeleide van de eigendomsvrijheid, die is gegarandeerd in internationale verdragen en in de grondwet. Er zijn wel grenzen aan deze vrijheid, er mag geen strijd zijn met nationale bepalingen van dwingend recht, met de goede zeden en openbare orde of met regels uit internationale verdragen met directe werking.
De testeervrijheid brengt mee dat een persoon in staat is gebruik te maken van die vrijheid en vrij en onafhankelijk zijn wil moet kunnen vormen. Mensen die bij een erflater letterlijk aan de keukentafel komen zitten om te helpen bij het opstellen van een testament horen daar niet thuis.[9] Als kinderen of hulpverleners grote druk uitoefenen en bijvoorbeeld dreigen niet meer langs te komen als bepaalde punten niet in het testament komen, is er geen sprake meer van het vrijwillig opmaken van een testament. Als onder druk toch een testament tot stand is gekomen, en dat bewijsbaar is, kan sprake zijn van wettelijke onwaardigheid van de betreffende erfgenaam. De persoon in kwestie mag dan niet erven (4:3 lid 1 BW). Verder moet de persoon die een testament opstelt of door een notaris laat opstellen, op dat moment wilsbekwaam zijn. Er mogen geen overeenkomsten worden gesloten of afspraken worden gemaakt over bepalingen die een in een testament zullen worden opgenomen en iemand mag niet gedwongen of beïnvloed worden bij het opmaken van een testament (art. 4:4 lid 1 BW).[10] Als door een notaris onvoldoende zorgvuldig is vastgesteld dat bij het vormen van de wil geen sprake was van beïnvloeding, kan het testament later door een erfgenaam of legataris worden aangetast.[11][12][13][14] Bij het opstellen van een concepttestament via een online-dienst waarna een notaris de erflater op afstand laat ondertekenen en zelf ondertekent, kan geen sprake zijn van een zorgvuldige toetsing.
Geheimhoudingsplicht - openbaarmaking[bewerken | brontekst bewerken]
Een testateur heeft het recht de inhoud van een testament geheim te houden, de betrokken notaris heeft een geheimhoudingsplicht.[15] Waren andere adviseurs bij de totstandkoming betrokken is geheimhouding niet gegarandeerd omdat niet iedereen een wettelijke of beroepsmatige geheimhoudingsplicht heeft. Na overlijden hebben belanghebbenden recht op inzage in het testament waarbij niet-erfgenamen alleen het deel mogen lezen dat hen betreft. Een testateur kan bepalen dat het testament pas na de uitvaart openbaar wordt gemaakt. Iedereen die denkt belanghebbende te zijn kan bij een notaris of het Centraal Testamentenregister navragen of er een testament is, de inhoud kan alleen door een notaris ter beschikking worden gesteld nadat deze een aantal dingen officieel heeft gecontroleerd en de inhoud kan alleen aan direkt belanghebbenden ter beschikking worden gesteld, voorzover voor diegeen van belang.
Werking testament[bewerken | brontekst bewerken]
Een testament geldt direkt na overlijden. Er zijn geen bijzondere handelingen nodig om het rechtskracht te geven, ook niet het openen en voorlezen van een testament door een notaris. De door erflater aangewezen erfgenamen worden door de saisine regel direct na overlijden gezamenlijk de nieuwe eigenaren van de (onverdeelde) nalatenschap, ook als ze nog niet weten dat ze erfgenaam zijn (art. 4:182 BW). Ze treden in alle rechten en plichten van de overledene, moeten dus ook de huur of hypotheeklasten betalen en zorgdragen voor voldoening van de schulden. In Nederland kunnen het bezit of de eigendomsrechten bij testament niet tijdelijk aan iemand anders worden overgedragen, bijvoorbeeld om de nalatenschap af te wikkelen en te verdelen. Dit gebeurt in de praktijk wel regelmatig maar een erfgenaam hoeft zich daar niet bij neer te leggen. Wel kan iemand in het testament worden aangesteld om de nalatenschap te beheren en om de opeisbare schulden af te wikkelen, de executeur of een testamentair bewindvoerder. In bijvoorbeeld Engeland, Amerika of Canada is dit anders, daar kan de eigendom eerst overgaan op een tussenpersoon, de executor. Deze functie is een heel andere dan de Nederlandse executeur.
Niemand is verplicht de bepalingen uit het testament te aanvaarden, men mag de erfenis verwerpen, eventueel onder het tegelijkertijd inroepen van de legitieme portie, of aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiaire aanvaarding), men is dan niet met het privé-vermogen aansprakelijk te stellen voor schulden en verplichtingen van de nalatenschap. De erfgenamen die hebben aanvaard kunnen in beginsel doen met de nalatenschap wat hen goeddunkt, ze zijn de nieuwe eigenaren en hebben op grond daarvan de meest vergaande rechten (en verplichtingen), er bestaan geen handhavingsregels en in Nederland kan niet rechtsgeldig bij testament worden bepaald hoe erfgenamen zich na overlijden hebben te gedragen (artt. 4:4 en 44 BW).[16] Zolang de erfenis niet is verdeeld kunnen erfgenamen daarover echter alleen in unanimiteit beslissen.
Om er achter te komen of een testament is gemaakt kan kontakt worden opgenomen met een notaris of met het Centraal Testament Register.
Uiterste wilsbeschikking[bewerken | brontekst bewerken]
De Nederlandse wet spreekt niet van 'testament' maar van uiterste wilsbeschikking (art. 4:1 Burgerlijk Wetboek) of uiterste wil (Titel 4 opschrift). Het woord testament komt in de wet wel voor in testamentaire last, testamentair bewind en testamentenregister. Met het begrip uiterste wil wordt zowel de (meestal notariële) akte bedoeld waarin de wensen van erflater zijn vastgehouden als de wensen zelf. De wet somt vijf soorten uiterste wilsbeschikkingen limitatief op: de erfstelling of onterving, het legaat, de testamentaire last, de executeurs en het testamentair bewind (4:42 BW). Daarnaast biedt de wet ook buiten het erfrecht nog enkele mogelijkheden om wensen voor bestemming van de nalatenschap rechtsgeldig vast te leggen, zoals een verrekenbeding in partnerschapsvoorwaarden, dit wordt 'quasi-erfrecht' genoemd.[17][18] Tenslotte kent de notariële praktijk eigen constructies die verder gaan dan het gesloten stelsel van uiterste wilsbeschikkingen waarvan de rechtsgeldigheid vaak omstreden is, bekende voorbeelden zijn de driesterrenexecuteur en de quasi-wettelijke verdeling. De achtergond van zulke buitenwettelijke constructies ligt veelal niet in het erfrecht maar bijvoorbeeld bij het omzeilen van fiscale regels of het genereren van inkomen door betrokken te worden bij de afwikkeling van een nalatenschap.[19][20][21][22]
Ook een geldig in het buitenland gemaakt onderhands testament is een uiterste wil.
Making[bewerken | brontekst bewerken]
Een making is een erfstelling of een legaat. Op beide kan een testamentaire last rusten.
Erfstelling[bewerken | brontekst bewerken]
De bepalingen in een testament waarbij aan een of meer natuurlijke personen of rechtspersonenpersonen de nalatenschap of een deel daarvan wordt nagelaten (art. 4:115 BW). Daarbij worden de delen of fracties vermeld die samen 1 zijn, of er wordt vermeld "voor gelijke delen". Er kan bijstaan "met inachtneming van plaatsvervulling, zoals geregeld in het Burgerlijk Wetboek voor erfopvolging bij versterf".
Legaat[bewerken | brontekst bewerken]
Een legaat is een schenking of andere gift die bij overlijden door de erfgenamen aan de legataris wordt uitgekeerd. Dat kan een geldsom zijn, maar ook goederen of een zaak, het legaat kan aan natuurlijke personen of aan rechtspersonen worden gegeven, bijvoorbeeld een Goed doel. De legataris krijgt een vorderingsrecht op de nalatenschap. Een legaat hoeft niet aanvaard te worden en kan (gedeeltelijk) worden verworpen.
Testamentaire last[bewerken | brontekst bewerken]
Bij testament kan een testamentaire last worden opgelegd, een verplichting voor een of meer erfgenamen, legatarissen of executeur (art. 4:130 lid 1 BW). Een last kan opgelegd worden in het belang van de testateur, erfgenaam of een derde. Het verschil tussen een last en een legaat is dat een legataris een vorderingsrecht heeft en de lastbevoordeelde niet (art. 4:117 lid 1 BW). Zolang de verplichting niet is nagekomen geldt het erfdeel of legaat van de lastbezwaarde als voorwaardelijk (art. 4:131 BW), wordt de last niet uitgevoerd kan het erfdeel of legaat op verzoek van belanghebbenden door de Kantonrechter voor vervallen worden verklaard.
Executeurs[bewerken | brontekst bewerken]

Voor de afwikkeling van de opeisbare schulden van een nalatenschap kan bij testament een executeur worden aangewezen die volgens door de testateur gegeven aanwijzingen en bevoegdheden werkt binnen de door de wet gegeven kaders (art. 4:142 - 152 BW). Een executeur krijgt bij testament meestal het beheer over de nalatenschap toegekend en moet er als eerste voor zorgen dat een inventarisatie van de nalatenschap wordt gemaakt. Zijn er opeisbare schulden, moet hij zorgdragen voor voldoening ervan, daarvoor mag hij zonodig goederen uit de nalatenschap te gelde maken, afhankelijk van wat in het testament is bepaald, in overleg met de erfgenamen. Zijn de opeisbare schulden voldaan, of hebben de erfgenamen zich garant gesteld voor voldoening ervan, komt de taak en de bevoegdheid van de executeur van rechtswege ten einde en valt de bevoegdheid (en verplichting) tot beheer toe aan de erfgenamen. Deze moeten samen voor de verdere afwikkeling en voor de verdeling zorgen, beslissingen gelden alleen als iedereen het er mee eens is (unaniem, dus niet meerderheid van stemmen).
Er kunnen bij testament ook meerdere executeurs worden benoemd met deeltaken zoals zorg voor de dieren, afhandelen van de administratie of beheer van het vakantiehuis, een deeltaak-executeur kan vergaande of beperkte bevoegdheden krijgen. Bij testament kan sinds 2003 geen begrafenisexecuteur meer worden benoemd, wel kan een executeur de last opgelegd krijgen de uitvaart te regelen. Een last op een executeur rust volgens dwingend recht ook op alle erfgenamen, deze moeten het dus allemaal eens worden. De wensen van de overledene, of de vermoedelijke wensen, moeten zoveel mogelijk worden gevolgd (art. 18 lid 2 Wet op de Lijkbezorging), deze kunnen worden vastgelegd in een codicil.
Wordt in een testament een executeur benoemd zonder nadere bepalingen, gelden de wettelijke taken en bevoegdheden. Eexcuteurs gaan vaak hun bevoegdheden te buiten door onwetendheid of onjuiste voorlichting.
Testamentair bewind[bewerken | brontekst bewerken]

Bij testament kan een testamentair bewind over een erfdeel, legaat of bepaalde goederen in de nalatenschap worden ingesteld, hier wordt geen persoon onder bewind gesteld maar vermogen en de rechthebbende behoudt het bezit en de volle eigendom. Alleen het recht op zelfstandig beheer wordt de rechthebbende(n) deels ontnomen. De bewindvoerder kan bij testament worden benoemd of door de Kantonrechter (art.4:157-4:181 BW). De wet kent drie vormen; bewind in het belang van een rechthebbende, (beschermingsbewind), in het belang van een ander dan rechthebbende (conflictbewind) en bewind in een gemeenschappelijk belang. De rechtsgevolgen, bevoegdheden en verplichtingen voor bewindvoerder en rechthebbende verschillen per vorm. Op grond van art. 4:171 lid 1 BW kunnen bij testament ook andere vormen van bewind worden ingesteld dan de wet noemt.
Het beschermingsbewind wordt gebruikt voor het geval een erfgenaam niet in staat is het vermogen verantwoord te beheren, bijvoorbeeld als ze jonger zijn dan 23 jaar of bij verslavingsgedrag. Deze vorm van bewind moet worden onderscheiden van het ouderlijk bewind in artikel 1:253i lid 4 aanhef en sub c Burgerlijk Wetboek en het testamentair bewind kan ouderlijke rechten doorkruisen.[23] Het conflictbewind wordt ingezet als erflater verwacht dat de rechthebbende misbruik kan maken van zijn rechten tegenover iemand die bijvoorbeeld het vruchtgebruik krijgt. Het bewind in een gemeenschappelijk belang wordt gebruikt om voor langere duur een beheerder over een gemeenschap van goederen of een gemeenschappelijk goed aan te stellen, bijvoorbeeld een vakantiehuis, of de nalatenschap. Zodra het gemeenschappelijk belang wegvalt, bijvoorbeeld omdat erfgenamen verschillende wensen hebben of willen verdelen, kan de bewindvoerder geen handelingen meer verrichten in het gemeenschappelijk belang.
Afwikkelingsbewind[bewerken | brontekst bewerken]

In testamenten staat vaak een afwikkelingsbewind, deze vorm staat niet uit de wet maar is bedacht in de notariële praktijk. Als afwikkelingsbewindvoerder wordt vaak dezelfde persoon benoemd die ook de functie van executeur krijgt, notarissen noemen dit de driesterrenexecuteur. Het afwikkelingsbewind geldt tijdens de afwikkeling van de nalatenschap in het gemeenschappelijk belang van de erfgenamen en legatarissen om tot een goede afwikkeling en verdeling te komen. Een testamentair bewindvoerder heeft de bijzondere wettelijke bevoegdheid bij een goederengemeenschap zelfstandig een vordering tot verdeling bij de rechter in te stellen (art. 4:170 lid 1 BW) en kan er zo voor zorgen dat het testament binnen een redelijke termijn wordt afgehandeld als de erfgenamen er samen niet uitkomen. De rechtsfiguur is bedoeld voor grote of ingewikkelde erfenissen, met een onderneming of met veel erfgenamen, in dat geval is goede kennis van erfrecht en ondernemingsrecht een vereiste.
In de erfrechtpraktijk bestaat discussie of men een testamentair bewindvoerder de bevoegdheid kan geven, zelfstandig beschikkingshandelingen te verrichten die buiten het beheer vallen, zonder medewerking of toestemming van de erfgenamen.[24][25][26] Dat staat niet in de wet maar men stelt dat de mogelijkheid wordt geboden door art. 4:171 BW, in navolging van de standpunten van oud notaris Bernard Schols, nu hoogleraar aan het Centrum voor notarieel recht, die in 2007 een proefschrift over de constructie schreef.[27]
Het standpunt van Schols, dat de uitoefening van eigendomsrechten door erfgenamen tijdens de afwikkeling en verdeling kan worden belemmerd wanneer dat de uitdrukkelijke wens van erflater is botst met de wettelijke saisine regel die bepaalt dat alle rechten en plichten van erflater direct na overlijden op de erfgenamen overgaan. Het wettelijk geborgde (grond-)recht op vrije uitoefening van eigendomsrechten mag volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) alleen worden ingeperkt op basis van formele wetgeving in het algemeen belang. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat wetgever erflater niet de mogelijkheid wilde bieden de verdeling in handen van een derde te leggen en de rechter uit te schakelen.[28][29][30][31] Verder gaf de minister meerdere malen aan dat de bewindvoerder niet zonder toestemming of tegen de wil van erfgenamen over hun eigendommen (onder bewind) mag beschikkken als dat buiten de begrenzing van de rechtsfiguur bewind valt.[30][32] Bevat een testament bevoegdheden die verder gaan dan de wet, zijn deze bepalingen dus mogelijk niet rechtsgeldig. Is in het testament een afwikkelingsbewindvoerder benoemd van het notariskantoor waar het testament werd opgesteld of van het kantoor dat adviseerde over belastingbesparing (estate planning), is voor erfgenamen extra voorzichtigheid geboden.
Onterving[bewerken | brontekst bewerken]
Als aan iemand bij testament minder wordt vermaakt dan waarop deze persoon recht zou hebben volgens de wettelijke erfopvolging, of een wettelijk erfgenaam bij testament wordt uitgesloten of er niet in wordt opgenomen, wordt dat onterving genoemd. Eventuele kinderen van de onterfde erven door plaatsvervulling, tenzij die ook zijn onterfd. Als bijvoorbeeld A, B en C volgens de wettelijke regeling elk een derde erven, betekent onterven van A zonder plaatsvervulling dat B en C elk de helft erven. Hetzelfde kan bij erfstelling bepaald worden. Omgekeerd houdt een erfstelling materieel altijd onder meer een minstens gedeeltelijke onterving in. Wanneer een testateur iemand indirect onterft door het benoemen van een ander tot erfgenaam, treedt geen plaatsvervulling op.
Legitieme portie[bewerken | brontekst bewerken]
Met het begrip legitimaris worden de afstammelingen van erflater bedoeld die zonder testament door de wet als erfgenamen tot zijn nalatenschap worden geroepen, hetzij uit eigen hoofde, hetzij bij plaatsvervulling met betrekking tot personen die op het ogenblik van het openvallen der nalatenschap niet meer bestaan of die onwaardig zijn.[33] Zij zijn wettelijk gerechtigd tot een bepaald deel van de nalatenschap, ongeacht wat er in het testament staat. Indien een legitimaris volgens het testament niets erft en deze daar geen genoegen mee neemt, kan een beroep worden gedaan op de legitieme portie. Dat is een aanspraak tegenover de erfgenamen op een vordering in geld ter waarde van de helft van het aandeel in de nalatenschap dat hij zou hebben gekregen volgens de regels van erfrecht bij versterf (art. 4:63 jo. 4:64 lid 1 BW). Een legitimaris die volgens een testament wel erft kan de erfenis verwerpen en in plaats daarvan ook een beroep doen op de legitieme portie. Na verwerping is men geen erfgenaam meer. Is een executeur benoemd, wordt bij verwerping nog een bepaald bedrag in mindering gebracht op de legitieme porte (artt. 4:72 en 73 BW).
Schulden[bewerken | brontekst bewerken]
Naast goederen en vermogen kan een nalatenschap ook schulden bevatten, alles gaat direct bij overlijden over van overledene op de erfgenamen. Door het testament kunnen er schulden bijkomen door bijvoorbeeld legaten. Zijn er meer schulden dan baten moeten erfgenamen die niets doen dat aanvullen uit het eigen vermogen. Iemand die bij testament als erfgenaam is aangewezen heeft echter de mogelijkheid een keus te maken tussen aanvaarden, verwerpen of te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. Bij de laatste keus is er geen persoonlijke aansprakelijkheid voor de schulden maar moet de erfenis vereffend worden.
Rechtskeuze[bewerken | brontekst bewerken]
In bijna elke uiterste wil wordt een rechtskeuze opgenomen. Dat wordt gedaan om problemen met buitenlands recht te voorkomen. Maar vaak werkt een rechtskeuze slechts "tot de grens". Iemand kan bij een Nederlandse uiterste wil voor Nederlands recht kiezen, maar indien ze een vakantiehuis in Frankrijk nalaat, bepalen regels van internationaal recht dat, omdat het vakantiehuis in Frankrijk ligt, het Franse erfrecht van toepassing is. In landen met een angelsaksisch rechtssysteem gelden volstrekt andere regels, daar gaat een erfenis bijvoorbeeld vaak niet direkt over op de erfgenamen maar op een tussenpersoon.
Herroepen, aanvullen[bewerken | brontekst bewerken]
De levenssituatie kan in een paar jaar tijd zoveel veranderen, dat een opgemaakt testament verouderd is. Een testament is altijd herroepbaar door degeen die het heeft opgesteld of door een notaris heeft laten opstellen. Als iemand een uiterste wil ongedaan wil maken, dient de eerder opgemaakte uiterste wil geheel of gedeeltelijk te worden herroepen door een akte bij de notaris. Het vorige testament of codicil vervalt daarmee geheel of gedeeltelijk. Het verscheuren of weggooien van afschriften van een notarieel testament is juridisch gezien zinloos, de inhoud blijft geldig tot erflater via een notaris het eigen door de notaris opgemaakt testament vervallen verklaart. In een nieuwe uiterste wil kunnen ook aanvullende beschikkingen of wijzigingen worden aangebracht ten opzichte van de vorige uiterste wil, waarbij de vorige uiterste wil deels in stand blijft. Als na de vervallenverklaring geen nieuw testament wordt gemaakt gelden de wettelijke erfregels.
Uitvaart[bewerken | brontekst bewerken]
Wensen met betrekking tot de uitvaart in een testament zijn niet rechtsgeldig omdat het lichaam van overledene niet tot de nalatenschap hoort en zulke aanwijzingen niet onder de definities van uiterste wilsbeschikkingen vallen. Wel kan iemand bij testament de last krijgen de uitvaart te regelen, daarvoor gelden dan de regels van de Wet op de lijkbezorging (Wlb) die voorschrijven dat de wensen van overledene moeten worden gevolgd (art. 18 Wlb). Deze last kan ook aan een executeur worden gegeven maar geldt dan automatisch ook voor de (andere) erfgenamen en iedereen moet het met de werkwijze van de executeur eens zijn (art. 4:130 lid 2). Een beheersexecuteur is bevoegd de kosten van de uitvaart met voorrang uit de nalatenschap te voldoen en daarvoor zo nodig goederen te gelde te maken (art. 4:7 onder b en d BW jo art. 4:144 lid 1 BW). Een zogenaamde begrafenisexecuteur bestaat niet in het huidige erfrecht.
Het is verstandig wensen rond opbaring, uitvaart en asbestemming niet in een testament op te nemen maar in een aparte notariële akte, codicil, of levenstestament, of daarvoor zelf een draaiboek of scenarium op te stellen en naasten daarover te informeren. Een testament wordt namelijk vaak niet direct geopend en een uitvaart dient binnen zes werkdagen na overlijden plaats te vinden (art. 16 Wlb). Ook kan een erflater bepalen dat een notaris pas na de uitvaart inzage in het testament mag geven (Wet op het Notarisambt, artikel 49a). De Wet op de Lijkbezorging geeft iedereen ouder dan 16 jaar het recht de wensen rond de uitvaart vast te leggen in een handgeschreven, gedagtekend en ondertekend document (codicil), ook als diegeen niet bekwaam is een uiterste wil te maken (art. 19 Wlb).[34]
Centraal Testamentenregister[bewerken | brontekst bewerken]
Het Centraal Testamentenregister (CTR) is een database waarin wordt bijgehouden wie, wanneer en bij welke notaris een testament heeft laten (op)maken. Aan de hand van dit register kan een notaris zien wat het laatste testament is, alleen het laatste testament heeft rechtskracht.
Rol van notaris[bewerken | brontekst bewerken]
De rol van de notaris is meervoudig. Veel notarissen zijn deskundig in het erfrecht en kunnen adviseren over zaken die in een specifieke situatie in een testament kunnen worden geregeld en kan voorlichten over wat onder de gegeven omstandigheden verstandig is te regelen. Er zijn verschillende juridische en fiscale mogelijkheden en meerdere manieren om een nalatenschap af te wikkelen en te verdelen. Afhankelijk van de specifieke omstandigheden en wensen van de testateur worden keuzes gemaakt en zorgt de notaris voor de juridisch best passende vertaling van de wensen naar formuleringen in het testament. Veel notariskantoren werken gemakshalve met standaardmodellen en ingewikkelde erfrechtelijke constructies om een bepaald doel te bereiken, dat gaat gepaard met onbegrijpelijke juridische formuleringen. Deze hoeven door een erflater niet gevolgd te worden.[35] Er zijn maar weinig notariskantoren die regelmatig nalatenschappen en boedels afwikkelen, daarover is dus vaak onvoldoende kennis aanwezig binnen het notariaat.
De notaris heeft een absolute geheimhoudingsplicht zodat een testateur ervan op aan kan dat niets van wat de notaris is toevertrouwd, gedeeld wordt met anderen, ook niet na overlijden ook niet in een gerechtelijke procedure. Op grond van de Notariswet, beroeps- en gedragsregels en jurisprudentie moet een notaris er op toezien dat een erflater zijn/haar wil vrij en onafhankelijk kan bepalen en moet worden nagaan of hetgeen in de (concept)akte is opgenomen op dat moment de uiterste wil van erflater is. Daarom mag niemand bij besprekingen voor het (concept)testament aanwezig zijn en kan een (concept)testament niet op aanvraag of aanwijzingen van een derde worden opgesteld.[36] Bestaat gerede twijfel over de wilsbekwaamheid, dient de notaris een medisch deskundige in te schakelen. De notaris heeft een openbare functie en is als enige bevoegd tot het passeren van de akte en inschrijving daarvan in het Centraal Testamentenregister.[37] Een notaris die door de erfgenamen of de executeur met de afwikkeling van een opengevallen nalatenschap is belast noemt men de boedelnotaris.
België[bewerken | brontekst bewerken]
Er bestaan drie soorten testamenten (artikel 969 van het Burgerlijk Wetboek)[38]:
- eigenhandig testament
- notarieel testament
- internationaal testament[39]
De notaris dient de ontvangen testamenten te registreren bij het Centraal Register der Testamenten.
In België is het onmogelijk om de kinderen bij testament volledig te onterven. Dit stamt nog uit de Napoleontische wetgeving. Sinds 1 september 2018[40] bestaat de reserve voor de afstammelingen uit de helft van het vermogen. De reserve wordt onderling verdeeld tussen de afstammelingen om tot de individuele reserve te komen (1/2 van het vermogen in geval van één kind, 1/4 in geval van twee kinderen enz.).[41] Voor de hervorming van de wet in 2018 varieerde de reserve naargelang het aantal kinderen.
Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]
Referenties en noten[bewerken | brontekst bewerken]
- ↑ Jean Dohmen, 25 vragen over de erfenis. Elsevier Weekblad. Gearchiveerd op 5 september 2019.
- ↑ Erik Boogaards, De 11 belangrijkste vragen over het testament. Plus Online. Gearchiveerd op 17 april 2020.
- ↑ Factsheet Testamenten Januari 2022, Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie KNB [1]
- ↑ 'Wat is de wettelijke verdeling bij erfrecht?, Website Rijksoverheid'
- ↑ Hoe regel ik mijn nalatenschap, Brochure Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie
- ↑ Wat kan ik regelen bij testament, Website Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie
- ↑ 'Testament opstellen', Website Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie.
- ↑ Voorbeelden van een modern testament zijn te vinden op [2] en idem met in de url A vervangen door een van de letters B t/m F; enkele eeuwenoude testamenten zijn gepubliceerd op Akten Amsterdam en hier
- ↑ De ‘booming business’ van erfrechtplanbureaus - Kassa - BNNVARA. Kassa. BNN-VARA. Geraadpleegd op 12 oktober 2022.
- ↑ Schols Burgerhart Schols, Pas op met formuleringen van quasi-erfrechtelijke overeenkomsten in Estate Tip Review. Radboud Universiteit Nijmegen (6 febr 2013). Gearchiveerd op 17 augustus 2017.
- ↑ Gerechtshof Amsterdam, 18 februari 2020, zaaknummer 200.256.120/01 NOT, Belastingbesparende ontervingen
- ↑ Gerechtshof Amsterdam, 30 juni 2015, zaaknummer 200.160.558/01 NOT
- ↑ Gerechtshof Amsterdam, 16 april 2019, zaaknummer 200.237.340/01 NOT, De gretige neef
- ↑ Gerechtshof Amsterdam, 17 december 2019, zaaknummer 200.255.999/01 NOT, "Cordaan-zaak"
- ↑ Nico van Scheijndel, Het testament is geheim. Plus Online (13-07-2020). Gearchiveerd op 14 augustus 2020. Geraadpleegd op 21-08-2020.
- ↑ Noot: zoals een bekende bloggende notaris schreef: "Er is in Nederland geen erfrecht politie die in de gaten houdt of je een testament wel uitvoert."
- ↑ (3 november 2021). Rechtbank Gelderland, 3 november 2021, zaaknr. C/05/388091 / HZ ZA 21-172. De Rechtspraak (online) (ECLI:NL:RBGEL:2021:5835).
- ↑ Es, P. C. van (2006). Boekbespreking "Quasi-erfrecht" F.W.J.M. Schols, dissertatie, Nijmegen, 2005. Nederlands Tijdschrift Voor Burgerlijk Recht 2006 (8): 356-360
- ↑ mr K.D. de Lange, Gouden tijden voor de executeur?. Nieuw Erfrecht 2006-03. Geraadpleegd op 28 mei 2022.
- ↑ Boelens, G. G. B. (2023). Enkele vraagpunten bij de quasi-wettelijke verdeling, mede in het licht van het besluit van 15 juni 2022. Tijdschrift Erfrecht 24 (1): p. 2 en noot 14. ISSN:1874-1681. DOI:10.5553/TE/187416812023024001001.
- ↑ De ‘booming business’ van erfrechtplanbureaus. Kassa - BNN/VARA (19 oktober 2019). Geraadpleegd op 2 februari 2022.
- ↑ Kuijsten, Sylvia, Erfrecht is booming business. Het Advocatenblad (4 mei 2018). Geraadpleegd op 12 april 2022.
- ↑ F. Ruitenbeek-Bart, Testamentair bewind over vermogen minderjarige kan het recht op ouderlijk vruchtgenot-beinvloeden (24 oktober 2013). Gearchiveerd op 19 januari 2017. Geraadpleegd op 04-09-2020.
- ↑ De Lange, mr K.D. (Rijksuniversiteit Groningen) (Maart 2006). Gouden tijden voor de executeur?. Nieuw Erfrecht 2006-03 2006
- ↑ Van Es, mr. P.C. (18-25 december 2021). Executeur of bewindvoerder? - Zelfs de goede Homerus slaapt wel ee. W.P.N.R. 2021
- ↑ Nuytinck, Prof mr A.J. M. (André) (2013-09). Boedelberedderaar is geen afwikkelingsbewindvoerder. Ars Aequi 2013
- ↑ Schols, B.M.E.M. prof. dr. mr. (2018-09). Volmacht uit het hiernamaals, ook digitaal?. Actioma - Nijmeegs Juridisch Faculteitsblad 2018: p. 6 e.v.
- ↑ Handelingen Tweede kamer, Zitting 1964-1965, dossier 3771 Nr. 8 Vaststelling van Boek 4 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek - Verslag van het mondeling overleg, tevens eindverslag p. 64 "Van de zijde van de Regering werd vastgehouden aan de regeling van de executele volgens het ontwerp. Inderdaad is een uitbreiding van de compententie van de executeur slechts denkbaar door middel van een last. Voor het overige verwees de Regering naar het gestelde in de memorie van antwoord (blz. 101) ten betoge, dat een beslissingsbevoegdheid van de executeur in geschillen tussen de tot de boedelgerechtigden niet wenselijk is. Het is ongewenst, dat de boedelrechter wordt uitgeschakeld, en dan nog door een regeling, die de executeur in een bijzonder moeilijke positie plaatst. Men scheide ook hier de rechterlijke en uitvoerende macht."
- ↑ Handelingen Tweede kamer, Zitting 1964-1965, dossier 3771 Nr. 8, online publicatie Vaststelling van Boek 4 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek - Verslag van het mondeling overleg, tevens eindverslag p. 64, 65
- ↑ a b Kamerstukken Tweede Kamer der Staten Generaal, vergaderjaar 1991-1992, dossier 17 141, nr. 9, pp. 8, 12 - online publicatie Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek eerste gedeelte (wijzïging van Boek 4) Tweede Nota van Wijziging citaten: p. 8 "Aan de bewindvoerder komt in het algemeen het beheer toe. Voor verdergaande handelingen hebben bewindvoerder en rechthebbende elkaar in beginsel nodig, zij het dat de toestemming van de rechthebbende door een rechterlijke machtiging kan worden vervangen." "De rechtsgevolgen van het bewind worden voor een belangrijk deel bepaald door de vraag in wiens belang dit bewind is ingesteld." p. 12: "Paragraaf 3. De gevolgen van het bewind 1. Bewind betekent vóór alles: beheer. De hoofdtaak van de bewindvoerder is het beheren van een goed, van een aantal goederen of van een vermogen. Al omvat het bewind over een onderneming meer dan het bewind over een vermogen dat uit spaarbrieven bestaat, tot de normale taak van de bewindvoerder behoort het niet, door zijn transacties de goederen onder het bewind aan bijzondere risico's bloot te stellen. Integendeel, het bewind wordt juist ingesteld om het vermogen tegen zulke risico's te beschermen of om het te vereffenen. Aldus beheerst de aard van het bewind de rechtsgevolgen die in deze paragraaf worden omschreven. 2. Voor de nadere detaillering is van essentiële betekenis, in wiens belang of voor welk doel het bewind is ingesteld. Gezien het verschil in rechtsgevolgen zal het voor de praktijk van belang zijn in de beschikking waarbij het bewind wordt mgesteld, aan te geven in welk belang of in welke belangen het wordt ingesteld."
- ↑ Handelingen Tweede kamer, Zitting 1964-1965, dossier 3771 Nr. 8 Vaststelling van Boek 4 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek - Verslag van het mondeling overleg, tevens eindverslag p. 64 "Van de zijde van de Regering werd vastgehouden aan de regeling van de executele volgens het ontwerp. Inderdaad is een uitbreiding van de compententie van de executeur slechts denkbaar door middel van een last. Voor het overige verwees de Regering naar het gestelde in de memorie van antwoord (blz. 101) ten betoge, dat een beslissingsbevoegdheid van de executeur in geschillen tussen de tot de boedelgerechtigden niet wenselijk is. Het is ongewenst, dat de boedelrechter wordt uitgeschakeld, en dan nog door een regeling, die de executeur in een bijzonder moeilijke positie plaatst. Men scheide ook hier de rechterlijke en uitvoerende macht."
- ↑ Vaststelling Boek 3 nieuw Burgerlijk Wetboek, MEMORIE VAN ANTWOORD, Kamerstuk dossiernr. 3770, nr. 5, pp. 154, 156, 182 - parlementaire behandeling van de wetgeving voor bewind ingesteld bij rechtshandeling.
- ↑ https://wetten.overheid.nl/BWBR0002761#Boek4_Titeldeel4_Afdeling3
- ↑ Wet op de Lijkbezorging. Nederlandse Overheid. Gearchiveerd op 19 oktober 2020.
- ↑ Duidelijke taal. Notaris.nl. Geraadpleegd op 13 augustus 2022.
- ↑ Arrest Gerechtshof Amsterdam, 28 mei 2019, zaaknummer 200.247.177/01 NOT, Aanwezigheid zoon en schoondochter bij bespreking met notaris
- ↑ Rol notaris, Website Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie
- ↑ 21 MAART 1804. - [OUD] BURGERLIJK WETBOEK. - BOEK III : Wijze van eigendomsverkrijging.
- ↑ erfrecht (zoeken). notaris.be. Gearchiveerd op 25 november 2021. Geraadpleegd op 25 november 2021.
- ↑ 31 JULI 2017. - Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de erfenissen en de giften betreft en tot wijziging van diverse andere bepalingen ter zake
- ↑ De hervorming van het erfrecht: grotere vrijheid om uw nalatenschap te regelen. www.notaris.be (20 juli 2017). Gearchiveerd op 21 september 2021. Geraadpleegd op 20 september 2021.