Theoderik I

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Theoderik I
ca.390/393451
Detail uit portret van Theoderik I door Fabrizio Castello, tussen 1560 en 1617.
Collectie: Museo Nacional del Prado
Koning der Visigoten
Periode 418451
Dynastie Balti dynastie, Visigoten
Broers/zussen Pelagia
Kinderen Eurik, Thorismund, Theodorik II
06-TEODOREDO.JPG

Theoderik I was koning van de Visigoten (418-451). Gedurende zijn lange regeringsperiode versterkte hij geleidelijk aan de positie van de Visigoten in Gallië. Gedeeltelijk door diplomatieke handigheid en door middel van geweld groeide onder zijn leiderschap de nauwe band tussen de Visigoten en het West-Romeinse Rijk uit tot een hoge mate van autonomie.

Afkomst[bewerken | brontekst bewerken]

Omtrent de afkomst van Theoderik zijn we summier geïnformeerd. Hij groeide op als gijzelaar aan het Romeinse hof en was een verwant van koning Wallia.[1] Verder is bekend dat hij trouwde met een dochter van de voormalige Visigotische koning Alarik.[2]

Eind 418 stierf koning Wallia onverwacht in Toulouse en werd Theodorik tot nieuwe koning benoemd van de Visigoten.[3]

Vestiging in Aquitanië[bewerken | brontekst bewerken]

Theoderik voltooide het door zijn voorganger met opperbevelhebber van het Romeinse leger Constantius III gesloten vredesakkoord. Met dit verdrag hadden de Visigoten een eigen vestigingsgebied toebedeeld gekregen binnen het West-Romeinse rijk. In ruil voor militaire bijstand aan het Romeinse kregen ze in Aquitanië landgoederen en nederzettingen in bezit om zich te vestigen. Onder Theoderik werd de inrichting van dit gebied voltooid. Zijn volk leefden hier grotendeels gescheiden van de Gallo-Romeinse bevolking onder eigen wetgeving en bestuurd door eigen leiders. Het eerder genoemde Toulouse fungeerde als hoofdplaats.

Conflicten met de Romeinen[bewerken | brontekst bewerken]

De Visigotische opstand[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste jaren van Theoderik’ semi-autonome bewind verliepen vreedzaam. Hierin kwam verandering met de dood van de West-Romeinse medekeizer Constantius III in 421. De Romeinse macht die Constantius na de invasies door Germaanse volken het decennium daarvoor in Gallië had hersteld, wankelde ten voordele van de nieuwkomers in het rijk. De dood van Constantius bracht een situatie teweeg die Theodorik in staat stelde zijn plannen voor meer macht te verwezenlijken.

Het beleid van de West-Romeinse keizer Honorius had steeds sterk op het werk gesteund van zijn zwager Constantius, die zeven maanden daarvoor tot medekeizer was benoemd. Het wegvallen van deze steunpilaar zorgde bovendien voor onrust binnen het leger, waarmee Theodorik spoedig zijn voordeel kon doen. De twee belangrijkste generaals Castinus en Bonefatius dongen naar het opperbevel van het leger en zorgden daarmee voor moeilijkheden.[4] Theoderik vergezelde hun in 422 tijdens een campagne tegen de Vandalen in Baetica in Zuid-Spanje. Volgens kroniekschrijver Hydatius werkte hij de Romeinen militair tegen en zou hiermee de nederlaag voor de Romeinen hebben veroorzaakt. [5] Theoderik onthield Castinus namelijk de steun van de Visigotische hulptroepen, waardoor deze in de slag bij Tarraco in Baetica een zware nederlaag leed tegen Gunderic, de koning van de Vandalen die daarmee de onbetwiste meesters van Hispania werden.[6]

Met de dood van keizer Honorius in 423 brak in het West-Romeinse rijk een machtsstrijd uit die het rijk intern verzwakte. Het gros van het leger bevond zich in Italië en in Gallië werd de provinciaal prefect in Arles gedood tijdens een opstand zijn de soldaten.[7] Nu het merendeel van het Romeinse leger elders verbleef schoof Theoderik eigenhandig het vredesakkoord van Constantius terzijde en kwam in opstand. Zonder noemenswaardige tegenstand van de Romeinen nam hij heel Aquitanië in bezit en voorzag zich van een toegang tot de Middellandse zee. Hij bezette de stad Arles en zette zijn zinnen op Spanje waar hij met zijn leger de Alanen aanviel. In 426 bracht hij deze een vernietigende nederlaag toe. Attaces, de koning van de Alanen, sneuvelde in dit gevecht en zijn volk zocht een goed heenkomen bij de Asdingen.

Het duurde zes jaar voordat de Romeinen de situatie in Gallië en Spanje weer onder controle kregen en al die tijd kon Theoderik ongehinderd zijn gang gaan. In Italië werd in die periode keizer Johannes door een Oost-Romeins leger ten val gebracht en Valentinianus III als nieuwe keizer geïnstalleerd. Met Aetius als opperbevelhebber werd het Romeinse leger versterkt met grote aantallen Hunnen als huurling. Hiermee werd het mogelijk om een eind te maken aan de opstand van de foerderati. Het versterkte leger trok ten slotte naar Zuid-Gallië om tegen Theodorik ten strijde te trekken.[8]

Uiteindelijk kwam Theodorik in moeilijkheden bij Arles toen hij daar in 428 werd aangevallen door Aetius. In een veldslag bij de stad werd hij door Aetius verslagen en gedwongen zich terug trekken in Aquitanië. In de vredesbesprekingen die hierop volgden werd het eerder gesloten verdrag met de Romeinen hernieuwd. De Visigoten keerden terug naar hun nederzettingen en over en weer werden gijzelaars uitgewisseld ter versterking van het verdrag. De later keizer Avitus was een van deze gijzelaars. Deze verbleef aan het hof van Theoderik en leerde daar diens zonen kennen. Hij werd bevriend met de gelijknamige zoon van de koning, Theoderik.[9]

Oorlog met de Romeinen[bewerken | brontekst bewerken]

Deze kaart van Europa in 440-450 toont de omvang van het West-Romeinse Rijk, het koninkrijk van de Visigoten en het koninkrijk van de Sueven

Na de nederlaag tegen Aetius houdt Theoderik zich een tijdlang rustig, totdat hij in 436 in opstand komt en een nieuwe poging doet om zijn grondgebied te vergroten. De vermoedelijke oorzaak hiervan ligt in de afwezigheid van het Romeinse leger, omdat Aetius voortdurend oorlogen moet voeren, tegen de Bourgondiërs en de Bagaudae in Gallië, en tegen de Franken in het noorden. Theoderik verbreekt het verdrag met de Romeinen en vergroot zijn gebied in de richting van de Middellandse Zee. Hij verovert de stad Narbonne en krijgt daarmee het kustgebied in handen. Om de opstand te beteugelen stuurt Aetius een leger onder aanvoering van generaal Litorius naar het zuiden. Theoderik wordt in het defensief gedrukt en moet zich terugtrekken in het centrum van zijn macht, hij verschanst zich in de hoofdstad Toulouse dat door de Romeinen wordt belegerd. Na een lang beleg geeft hij zich uiteindelijk over aan generaal Lotorius. Hij wordt opnieuw gedwongen het verdrag met de Romeinen na te leven.[10]

In 439 doet Theodorik wederom een poging zich te ontdoen van het Romeins gezag. Ook nu raakt hij slaags met het Romeinse leger onder Litorius. Ditmaal is hij de bovenliggende partij, in slag bij Toulouse verslaat hij de Romeinen. Omdat de Visigoten ook zware verliezen leden, sloot Theodorik daarna vrede met de Gallische gouverneur Avitus.

Buitenlandse politiek[bewerken | brontekst bewerken]

Conflict met Vandalen[bewerken | brontekst bewerken]

In zijn streven de Romeinse macht te ondergraven had Theoderik de banden aangetrokken met de Vandaalse koning Geiserik. Een dochter van hem trouwde met Hunerik, een zoon van de Vandaalse heerser, maar Hunerik kreeg later ambities om met Eudocia te trouwen, een dochter van keizer Valentinianus III. Hij beschuldigde daarom de dochter van Theoderik van plannen om hem te vermoorden, en liet haar in 444 verminken - door haar oren en neus af te snijden en terug te sturen naar haar vader,[11] wat de vijandschap van de Visigoten opleverde.

De affaire Sebastianus[bewerken | brontekst bewerken]

In 444 zocht een vijand van Aetius, Sebastianus asiel aan het Visigotische hof van Theoderik.[12] Theoderik , beducht voor een slechte relatie met de Romeinen stuurde zijn onwelkome gast weg van zijn hof, die vervolgens zijn heil zocht bij de Vandalen.

Goede betrekkingen met de Sueven[bewerken | brontekst bewerken]

In Spanje waren diverse Visigotische troepen actief voor de Romeinen. Zij verleenden in 446 bijstand aan de Romeinse generaal Vitus in diens campagnes tegen de Suevische koning Rechila.[13] Het sterke optreden van Rechila tegen de Romeinen bracht Theoderik ertoe zijn buitenlandse politiek te veranderen en banden aan te gaan met de Sueven. Een dochter van hem huwde in februari 449 met Rechiar, zoon en opvolger van Rechila. Rechiar bezocht zijn schoonvader in juli 449 in Toulouse.[14] Bij zijn terugkeer verwoeste hij met de hulp van Visigotische troepen[15] het gebied rond Zaragosa en slaagde erin om de stad Lleida in te nemen.

Alliantie met de Romeinen tegen de Hunnen[bewerken | brontekst bewerken]

In 451 vallen de Hunnen met een geweldig groot leger het Romeinse rijk binnen. Dit leger, dat behalve uit Hunnen ook uit contingenten onderworpen Germanen bestond, stak de Rijngrens over en drong tot Orléans Gallië binnen. In Gallië mobiliseert Aetius alle foederati om samen met de Romeinen tegen dit gevaar ten strijde te trekken. Theoderik echter weigert aanvankelijk gehoor te geven aan de oproep van Aetius. Aetius, voor wie het onmogelijk is zonder de hulp van de Visigoten weerstand te bieden tegen de Hunnen, went zich tot de invloedrijke Gallo-Romein Avitus, die 14 jaar later tot keizer zou worden benoemd. Avitus, die een belangrijke rol speelde in de opvoeding van de zonen van Theoderik lukte het daarna wel in om de Visigotische koning over te halen.[16] Als Theodorik het gevaar inziet dat de Hunnen voor zijn eigen rijk vormen, sluit hij zich aan bij deze coalitie. Met zijn hele leger en zijn zonen, Thorismund en Theoderik voegt hij zich bij het leger van Aëtius.

Slag bij Châlons[bewerken | brontekst bewerken]

Samen met de Romeinen en andere bondgenoten trokken de Visigoten nu in juni 451 op tegen de Hunnen. In Champagne, op de Catalaunische Velden bij Châlons, kwam het tot een gewelddadig treffen tussen beide legers. De Slag bij Châlons werd door de Romeinen en hun bondgenoten gewonnen. In de strijd sneuvelde Theoderik I. Volgens de overlevering werd hij geraakt door een speer die een Ostrogoot naar hem toe wierp. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Thorismund.