Tijdlijn van Brussel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De tijdlijn van Brussel is een chronologische lijst van feiten en gebeurtenissen betreffende het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

1100 1200 1300 1400 1500 1600 1700 1800 1900 2000 2100

Tijdlijn[bewerken | brontekst bewerken]

1012[bewerken | brontekst bewerken]

~1015[bewerken | brontekst bewerken]

~1047[bewerken | brontekst bewerken]

1060[bewerken | brontekst bewerken]

1073[bewerken | brontekst bewerken]

~1076[bewerken | brontekst bewerken]

  • Rainildis, weduwe van Folcardus van Anderlecht/Aa, sticht het kapittel van Anderlecht. De kanunniken vinden in de resten van Guido een relikwie om gelovigen aan te trekken en de concurrentie met Brussel aan te gaan.

1078[bewerken | brontekst bewerken]

  • Steppo, heer van Brussel, trouwt met Fredesvende, dochter van Folcardus en Rainildis van Anderlecht.

1095[bewerken | brontekst bewerken]

1105[bewerken | brontekst bewerken]

1113[bewerken | brontekst bewerken]

1121[bewerken | brontekst bewerken]

1125[bewerken | brontekst bewerken]

  • Verschijning van de amman in de bronnen, de dichtste medewerker van de hertogen naast de burggraaf. Met zijn witte, vijf voet lange staf en zijn gezworen knapen was hij een imposante figuur.

1127[bewerken | brontekst bewerken]

  • Bisschop Burchard doet een schenking aan het gasthuis van Onze-Lieve-Vrouw en de Twaalf Apostelen. In deze instelling, opgericht bij de Sint Goedele door burgerdame Richilde, vinden reizigers en pelgrims twaalf bedden.

1128[bewerken | brontekst bewerken]

  • Herstel van het Sint-Niklaasgasthuis.

1134[bewerken | brontekst bewerken]

1151[bewerken | brontekst bewerken]

1174[bewerken | brontekst bewerken]

1195[bewerken | brontekst bewerken]

  • Lekenbroeders van de Heilige Geest richten een hospitaal op dat zal uitgroeien tot Sint-Jan-op-de-Poel, waaraan ook lekenzusters verbonden zijn.

1228[bewerken | brontekst bewerken]

  • De testamenten van Willem en Michiel Wichmar tonen ons een familie die actief is in de internationale textielhandel (linnen, wol, brazielhout).
Zegel van de Magistraat van Brussel met Sint-Michiel en Middelnederlands randschrift: INGESIGELE · DER · PORTERS · VAN · BRUSLE (1257)

1229[bewerken | brontekst bewerken]

  • Met de eerste stadskeure probeert hertog Hendrik I de factiestrijd binnen het patriciaat te bedaren. Als het gemeen daar lelijke dingen over zegt, mag dat worden vergolden met een kinnebakslag.

1230[bewerken | brontekst bewerken]

1238[bewerken | brontekst bewerken]

1239[bewerken | brontekst bewerken]

1252[bewerken | brontekst bewerken]

1262[bewerken | brontekst bewerken]

1277[bewerken | brontekst bewerken]

1282[bewerken | brontekst bewerken]

1289[bewerken | brontekst bewerken]

  • Jan I staat de hertogelijke Vismarkt af aan de vleeshouwers en visverkopers.

1296[bewerken | brontekst bewerken]

  • Door een overeenkomst met de stad Brussel plaatsen de begijnen van de Wijngaard zich onder het toezicht van de lakengilde en worden hun lonen vastgelegd.

1303[bewerken | brontekst bewerken]

1306[bewerken | brontekst bewerken]

  • De ambachten worden verslagen bij de Vilvoordse beemden. De patricische leiding over de stad wordt herijkt via de Zeven Geslachten.

1308[bewerken | brontekst bewerken]

1309[bewerken | brontekst bewerken]

1312[bewerken | brontekst bewerken]

1317[bewerken | brontekst bewerken]

1331[bewerken | brontekst bewerken]

1348[bewerken | brontekst bewerken]

1349[bewerken | brontekst bewerken]

  • De pogrom die door Europa waart, opgezweept door de flagellanten, bereikt volgens Gilles Li Muisit Brussel. De Joden worden ervan beschuldigd de waterputten en de lucht te hebben vergiftigd. Hertog Jan III neemt hen in bescherming tegen de volkswoede maar wordt ondermijnd door zijn oudste zoon. Li Muisit heeft vernomen dat meer dan zeshonderd Joden zijn omgebracht.[4]

1356[bewerken | brontekst bewerken]

1357[bewerken | brontekst bewerken]

1359[bewerken | brontekst bewerken]

  • Bouw van een nieuwe (stedelijke) lakenhal.

1360[bewerken | brontekst bewerken]

  • De wevers en volders bestoken de Steenpoort in een afgeslagen opstand.

1370[bewerken | brontekst bewerken]

  • Brusselse Joden worden vals beschuldigd van hostieontering en levend verbrand. Nog eeuwenlang zal deze gebeurtenis worden gevierd als het Sacrament van Mirakel.

1380[bewerken | brontekst bewerken]

  • De Italiaanse beroepsdobbelaar Buonaccorso Pitti komt spelen tegen hertog Wenceslas. Hij verliest zwaar, maar wordt getroost in de dans door de dochter van een baron uit het gezelschap.

1385[bewerken | brontekst bewerken]

1388[bewerken | brontekst bewerken]

1402[bewerken | brontekst bewerken]

1405[bewerken | brontekst bewerken]

~1408[bewerken | brontekst bewerken]

1409[bewerken | brontekst bewerken]

1411[bewerken | brontekst bewerken]

1416[bewerken | brontekst bewerken]

1420[bewerken | brontekst bewerken]

  • Een groep 'verdreven' zigeuners, aangevoerd door hertog Andries van Klein-Egypte, pakt de stadsmagistraat in. Hun vertrek wordt afgekocht met 25 lammeren.[5]

1421[bewerken | brontekst bewerken]

1422[bewerken | brontekst bewerken]

  • Het stadsbestuur neemt maatregelen tegen bedelarij en werkverzuim.

1429[bewerken | brontekst bewerken]

1432[bewerken | brontekst bewerken]

1434[bewerken | brontekst bewerken]

1435[bewerken | brontekst bewerken]

  • Roger de la Pasture verhuist definitief van Doornik naar Brussel en laat, om zijn integratie als stadsschilder te bevorderen, zijn naam vertalen tot Rogier van der Weyden.

1444[bewerken | brontekst bewerken]

1448[bewerken | brontekst bewerken]

1449[bewerken | brontekst bewerken]

1451[bewerken | brontekst bewerken]

  • De amman en het stadsbestuur leggen de statuten van de legwerkers vast.

1452[bewerken | brontekst bewerken]

Voorstelling van Brussel in een initiaal rond 1470: de nieuwe stadhuistoren is prominent aanwezig.

1455[bewerken | brontekst bewerken]

  • De opengewerkte toren van het stadhuis wordt bekroond met een windijzer in de vorm van de aartsengel Michaël, gegoten door Maarten van Rode. Het vernieuwende geheel wordt een symbool van de stad Brussel.

1456[bewerken | brontekst bewerken]

1465[bewerken | brontekst bewerken]

1474[bewerken | brontekst bewerken]

1476[bewerken | brontekst bewerken]

1477[bewerken | brontekst bewerken]

  • Maria van Bourgondië doet grote toezeggingen: de Brusselaars mogen een kanaal naar Willebroek graven en een privilege voorziet in achterraden waarin de ambachtsdekens hun leden raadplegen.

1480[bewerken | brontekst bewerken]

1488[bewerken | brontekst bewerken]

  • Op 18 september laten de Brusselaars Filips van Kleef en zijn Vlaams-Franse leger binnen, waarmee ze zich als eerste Brabantse stad achter de Vlaamse Opstand tegen Maximiliaan scharen.
  • Wanneer Maximiliaan en zijn vader naderen met hun leger, doen de Brusselaars een onbesuisde uitval tegen de voorhoede. Burgemeester Willem t'Serclaes sneuvelt met honderden manschappen.

1489[bewerken | brontekst bewerken]

  • De tweede beschieting van het kasteel van Beersel is de goede. Hendrik III van Wittem, die in dienst van Maximiliaan de bevoorrading verstoorde, verliest zijn uitvalsbasis.
  • Na de val van Tienen in augustus onderschrijft Brussel in de Vrede van Danebroek de capitulatievoorwaarden.
  • Een combinatie van pest en hongersnood maakt op een tweetal jaar vele doden (maar niet het cijfer 33.000 dat soms wordt genoemd).[7]

1499[bewerken | brontekst bewerken]

  • Rederijkerskamer De Lelie richt de Broederschap van de Zeven Weeën van Maria op.

1501[bewerken | brontekst bewerken]

1504[bewerken | brontekst bewerken]

1505[bewerken | brontekst bewerken]

  • Twee passerende zigeuners worden op de pijnbank gelegd en bij gebrek aan strafbare feiten verjaagd.

1508[bewerken | brontekst bewerken]

1511[bewerken | brontekst bewerken]

1515[bewerken | brontekst bewerken]

1518[bewerken | brontekst bewerken]

  • Na twaalf dagen op het rad wordt Lauken van Moeseke onthoofd voor het twijfelen aan de waarde van de hostie.

1520[bewerken | brontekst bewerken]

1521[bewerken | brontekst bewerken]

1523[bewerken | brontekst bewerken]

1527[bewerken | brontekst bewerken]

  • Het proces rond de afgezette pastoor Claes van der Elst brengt de Brusselse kunstwereld in grote verlegenheid.

1528[bewerken | brontekst bewerken]

  • In de strijd tegen namaak moet in alle Brusselse wandtapijten een stads- en weversmerk worden ingeweven.
  • Jan van den Dale publiceert De Stove. Het moraliserende werk wijst op een veranderende houding tegenover de vrijpostigheid die heerst in de badstoven.

1534[bewerken | brontekst bewerken]

1543[bewerken | brontekst bewerken]

1544[bewerken | brontekst bewerken]

1549[bewerken | brontekst bewerken]

  • Jan de Pottre kiest een interessante periode om zijn dagboek te beginnen.

1550[bewerken | brontekst bewerken]

1551[bewerken | brontekst bewerken]

  • Op ezels en stokpaardjes stromen verklede mensen op 20 juli Brussel binnen voor een achtdaags zottenfeest, met wedstrijden, prijzen en toneel.[8] Het waanzinnig populaire evenement is georganiseerd door de zottenprins Jan Colyns, een schilder.

1555[bewerken | brontekst bewerken]

1559[bewerken | brontekst bewerken]

1561[bewerken | brontekst bewerken]

1563[bewerken | brontekst bewerken]

  • Bruegel verhuist van Antwerpen naar Brussel en schildert er het gros van zijn werk.
Banket in het stadhuis om het huwelijk van Farnese te vieren (Frans Floris, 1565).

1565[bewerken | brontekst bewerken]

1566[bewerken | brontekst bewerken]

1567[bewerken | brontekst bewerken]

  • Alva verschijnt voor de poorten van Brussel met een leger van 12.000 man. Landvoogdes Margaretha neemt ontslag en vertrekt.

1568[bewerken | brontekst bewerken]

1572[bewerken | brontekst bewerken]

1576[bewerken | brontekst bewerken]

1577[bewerken | brontekst bewerken]

Beeldenstormers dansen in kazuifel rond de Fontein van de Drie Godinnen

1578[bewerken | brontekst bewerken]

1579[bewerken | brontekst bewerken]

1580[bewerken | brontekst bewerken]

1581[bewerken | brontekst bewerken]

  • De Brusselse dominicanen worden uit de stad verdreven in de nasleep van de opruiende preken die Antoon Ruyskensvelt, den bassenden hond, in hun kerk had gehouden.

1585[bewerken | brontekst bewerken]

1586[bewerken | brontekst bewerken]

1590[bewerken | brontekst bewerken]

  • Het Simpelhuys opent in de Lakensestraat, met zestig cellen voor als gevaarlijk beschouwde krankzinnigen.

1595[bewerken | brontekst bewerken]

1597[bewerken | brontekst bewerken]

  • Op de Haerenheyde wordt Anna Utenhoven levend begraven. Met de dood van de doopsgezinde vrouw komt een einde aan driekwart eeuw extreme inquisitie.
  • Koning Filips II laat zijn kwartiermeester Benoît Charreton alle huizen en gebouwen van Brussel inventariseren met het oog op de inkwartiering van hofpersoneel.[12]

1599[bewerken | brontekst bewerken]

  • Tijdens de Blijde Inkomst van Albrecht en Isabella vragen de Brusselaars om de Iberische troepen te vervangen door inlandse. De reizende Zwitser Thomas Platter de Jonge beschrijft het hele evenement in detail.
8 juni 1615: mobiele kerststal in de Ommegang

1601[bewerken | brontekst bewerken]

  • Op initiatief van prior-provinciaal Johannes Cools openen de augustijnen in Brussel een eerste humanioracollege. Deze jongensschool aan de Wolvengracht kadert in de contrareformatie.

1609[bewerken | brontekst bewerken]

1615[bewerken | brontekst bewerken]

1618[bewerken | brontekst bewerken]

1626[bewerken | brontekst bewerken]

1631[bewerken | brontekst bewerken]

  • Maria de' Medici en Gaston van Orléans vestigen zich in Brussel en brengen zeshonderd hovelingen en dienaren mee in hun gevolg. Dit draagt sterk bij tot de uitstraling van de Franse hofcultuur.

1632[bewerken | brontekst bewerken]

  • Uitzonderlijk worden de Staten-Generaal nog eens samengeroepen. Het zal de laatste keer zijn tot ze in 1790 op eigen initiatief herrijzen.

1634[bewerken | brontekst bewerken]

  • Na de Franse bezetting van Lotharingen verplaatst hertog Karel IV zijn praallievende hof naar Brussel. Ook zijn broer Nicolaas en zijn zus Henriette komen mee.

1640[bewerken | brontekst bewerken]

1643[bewerken | brontekst bewerken]

  • Overstromingen van de Zenne en de vaart op 10 januari zorgen voor dermate veel schade dat ingenieur Michiel van Langeren voorstelt de rivier af te leiden langs Molenbeek.

1646[bewerken | brontekst bewerken]

1650[bewerken | brontekst bewerken]

1654[bewerken | brontekst bewerken]

1656[bewerken | brontekst bewerken]

1659[bewerken | brontekst bewerken]

1662[bewerken | brontekst bewerken]

  • Mercantilisme brengt Engeland ertoe de invoer van kostbare Brusselse kant te verbieden. Gewiekste handelaars blijven het clandestien importeren en verkopen het als inlandse waar (Point d'Angleterre), wat nog lange tijd voor verwarring zou zorgen.

1663[bewerken | brontekst bewerken]

  • Stichting van het Klein Begijnhof op de Warandeberg.

1667[bewerken | brontekst bewerken]

  • Een pestuitbraak doet op een drietal jaar, ondanks de inrichting van Pesthuysekens, ruim 4.000 mensen bezwijken.[13] Optreden van Jan Roucourt.

1672[bewerken | brontekst bewerken]

1680[bewerken | brontekst bewerken]

September 1686: viering van de overwinning op de Turken.[14]

1682[bewerken | brontekst bewerken]

1686[bewerken | brontekst bewerken]

1695[bewerken | brontekst bewerken]

1696[bewerken | brontekst bewerken]

  • Met man en macht wordt gewerkt aan de heropbouw. De penning die de stad laat slaan is geen loos woord: Combusta integrior exsurgo ('Uit de as kom ik ongeschondener tevoorschijn').
  • Bij de verlate instorting van de Spiegeltoren op de Grasmarkt wordt een koffer met oude privileges teruggevonden. Het geeft aanleiding tot anti-centrale eisen en tot de publicatie Luyster van Brabant, waarop snel een verbod komt.

1701[bewerken | brontekst bewerken]

1703[bewerken | brontekst bewerken]

  • Om redenen van brandveiligheid en waterafvoer komt er een verbod op de traditionele topgevels. Nieuwe huizen moeten voortaan een façade onder kroonlijst hebben met de nok parallel aan de straat.
  • Omvorming van de lakengilde tot Kamer van Koophandel.

1706[bewerken | brontekst bewerken]

1708[bewerken | brontekst bewerken]

  • Maximiliaan II Emanuel van Beieren, voormalig landvoogd, is overgelopen naar de Fransen en komt zijn vroegere hoofdstad veroveren. Hij opent op 23 november een bombardement, maar wordt verrast door een uitval van het garnizoen onder François de Pascale en de stadsmilities onder Pieter van den Putte. De keurvorst verliest drieduizend man en blaast de aftocht wanneer een ontzettingsmacht nadert.

1713[bewerken | brontekst bewerken]

1714[bewerken | brontekst bewerken]

1719[bewerken | brontekst bewerken]

1730[bewerken | brontekst bewerken]

1731[bewerken | brontekst bewerken]

1746[bewerken | brontekst bewerken]

1749[bewerken | brontekst bewerken]

  • De Fransen ontruimen Brussel nadat ze de stad in de Vrede van Aken weer aan de Oostenrijkers hebben afgestaan.

1759[bewerken | brontekst bewerken]

  • De oprichting van de Imprimerie royale en de komst van letterontwerper Rosart brengen nieuw leven in de lethargische drukkerswereld.

1761[bewerken | brontekst bewerken]

  • De Rijkspolitie ontdekt de zaak-Bassanet. Een echtpaar helpt Brusselse ouders ongewenste kinderen naar het vondelingenhuis van Parijs te voeren.[16]

1763[bewerken | brontekst bewerken]

1772[bewerken | brontekst bewerken]

1776[bewerken | brontekst bewerken]

1777[bewerken | brontekst bewerken]

1779[bewerken | brontekst bewerken]

1783[bewerken | brontekst bewerken]

1784[bewerken | brontekst bewerken]

1785[bewerken | brontekst bewerken]

  • Bij tapijtwever Jacob van der Borcht valt de laatste Brusselse reeks van het getouw: het vierdelige Sacrament van Mirakel.
  • In het oude Magdalenaklooster laat iemand een luchtballon assembleren waarmee hij vergeefs probeert op te stijgen. Voor de eerste bemande vlucht in Brussel is het wachten tot Jean Pierre Blanchard het volgende jaar langskomt.

1787[bewerken | brontekst bewerken]

  • Het ongenoegen over de hervormingen van Jozef II slaat over naar de straat en leidt tot de Kleine Revolutie.

1788[bewerken | brontekst bewerken]

1789[bewerken | brontekst bewerken]

1790[bewerken | brontekst bewerken]

Capitulatie van het revolutionaire Brussel: burgemeester Locquenghien overhandigt Feldzeugmeister Bender de stadssleutels.

1791[bewerken | brontekst bewerken]

1792[bewerken | brontekst bewerken]

  • Dumouriez zegeviert over Württemberg in de Slag bij Anderlecht en trekt de volgende dag Brussel binnen. Begin van bijna vijf maanden Franse bezetting.
  • Op 18 november worden verkiezingen gehouden voor 80 représentants provisoires du peuple libre de Bruxelles.
  • Bij de verkiezingen van 29 december voor een grondwettelijke vergadering nemen bijna alle kiezers een verklaring aan die het samenroepen van een dergelijke vergadering verwerpt en vraagt de Constitutie van desen Landen van Brabant te behouden.

1793[bewerken | brontekst bewerken]

1794[bewerken | brontekst bewerken]

1795[bewerken | brontekst bewerken]

1796[bewerken | brontekst bewerken]

  • Kerken en kloosters worden aangeslagen en verkocht als nationaal goed.

1798[bewerken | brontekst bewerken]

  • Afbraak van de Sint-Gorikskerk.
  • Straatnamen met religieuze of monarchale connotatie worden gerepublikaniseerd.

1800[bewerken | brontekst bewerken]

  • Het onpopulaire poortgeld herleeft in de vorm van het octrooirecht.

1801[bewerken | brontekst bewerken]

1804[bewerken | brontekst bewerken]

  • Onder Napoleon krijgt Brussel de hertogtitel en wordt het Bonne ville de première classe de l'Empire. In de praktijk blijft het een departementshoofdplaats.

1806[bewerken | brontekst bewerken]

1810[bewerken | brontekst bewerken]

1811[bewerken | brontekst bewerken]

16 juni 1815: het Bal van de Hertogin van Richmond onderbroken

1814[bewerken | brontekst bewerken]

1815[bewerken | brontekst bewerken]

1817[bewerken | brontekst bewerken]

1819[bewerken | brontekst bewerken]

1822[bewerken | brontekst bewerken]

1827[bewerken | brontekst bewerken]

  • Achter een muur in de begijnenwijk wordt het Mariapolyptiek ontdekt, een topstuk dat de begijnen in 1797 verborgen hadden voor de Commissie Burgerlijke Godshuizen.

1828[bewerken | brontekst bewerken]

  • De opposant Louis de Potter wordt opgepakt en veroordeeld. Hij gebruikt zijn proces om de eisen van het unionisme te verspreiden.
1830: aanleg van het kanaal Brussel-Charleroi
23 september 1830: aftocht van het regeringsleger aan de Vlaamsepoort

1830[bewerken | brontekst bewerken]

1832[bewerken | brontekst bewerken]

1834[bewerken | brontekst bewerken]

5 mei 1835: De Pijl vertrekt uit Brussel-Groendreef

1835[bewerken | brontekst bewerken]

1836[bewerken | brontekst bewerken]

1837[bewerken | brontekst bewerken]

1838[bewerken | brontekst bewerken]

1842[bewerken | brontekst bewerken]

1844[bewerken | brontekst bewerken]

1846[bewerken | brontekst bewerken]

1847[bewerken | brontekst bewerken]

Ochtend in Brussel (Joseph Stevens, 1848): bedelaars en uitgemergelde straathonden

1848[bewerken | brontekst bewerken]

1849[bewerken | brontekst bewerken]

  • Het Pradobanket van de republikeinse en democratische clubs zet de stad in rep en roer. Het wordt verstoord door tegenmanifestanten en er volgt een assisenproces.

1851[bewerken | brontekst bewerken]

1853[bewerken | brontekst bewerken]

1854[bewerken | brontekst bewerken]

1857[bewerken | brontekst bewerken]

  • Liberale opstootjes tegen de kloosterwet.

1859[bewerken | brontekst bewerken]

  • Multatuli schrijft Max Havelaar in hotel Au Prince Belge.
  • Het stadsbestuur brengt een golf van protest teweeg door in straten die zijn aangesloten op het nieuwe waterleidingennet, gevoed door de Hain, de fonteinen met gratis drinkwater weg te nemen.[19] In 1850 waren er 169 gerepertorieerd.
De afschaffing van het octrooirecht in 1860 (Xavier Mellery, 1890)

1860[bewerken | brontekst bewerken]

  • Tot grote vreugde van de Brusselaars wordt het octrooirecht afgeschaft. De bijhorende muur rond de vijfhoek verdwijnt.

1861[bewerken | brontekst bewerken]

  • Op zijn reis door Europa houdt Tolstoj halt in Brussel om het volksonderwijs te bestuderen en de banneling Proudhon te ontmoeten.[20] Proudhon is La Guerre et la Paix aan het schrijven, titel die Tolstoj later leent voor zijn grote roman.

1863[bewerken | brontekst bewerken]

  • De Mestbak, waar paardenstront en ander stadsafval werd opgestapeld in afwachting van evacuatie per boot, verhuist van het Klein Kasteeltje naar de Willebroekkaai.

1864[bewerken | brontekst bewerken]

  • In de Kruidtuin stijgt fotograaf Nadar op met zijn kolossale ballon Le Géant. Ongewild laat hij zijn naam aan de dranghekken waarmee burgemeester Anspach de volkstoeloop indamt.
  • De Stad Brussel breekt het verzet van Elsene tegen de Louizalaan en annexeert het grondgebied dat nodig is voor de flaneerlaan naar het Terkamerenbos.
  • Een zieke en berooide Baudelaire vestigt zich in Brussel. In Pauvre Belgique! laat hij zijn Belgenhaat de vrij loop.
  • In de Broekstraat begint de feministe Isabelle Gatti de Gamond een vrijzinnige middelbare meisjesschool. De gatticiennes worden een begrip.

1865[bewerken | brontekst bewerken]

  • Na enkele droge zomers dwingt het watergebrek van 1865 tot drastische maatregelen. Het schrobben van gevels en trottoirs wordt verboden.

1866[bewerken | brontekst bewerken]

  • De derde epidemie van cholera is de zwaarste. Ze woedt van mei tot november en maakt 3.469 doden op het grondgebied van de stad. Het eerste slachtoffer was de voddenwerkster Catherine Ravaiau, die woonde in een gang aan het Anneessensplein.[21]
  • Bij de talentelling van 1866 verklaart 20% van de Brusselaars alleen Frans te spreken.

1867[bewerken | brontekst bewerken]

Het eerste model paardentram in Brussel

1869[bewerken | brontekst bewerken]

1871[bewerken | brontekst bewerken]

1872[bewerken | brontekst bewerken]

1873[bewerken | brontekst bewerken]

  • Bij het Bogaardenstation klampt Rimbaud een politieagent aan, nadat zijn minnaar Verlaine hem op hotel in de pols had geschoten. Twintig jaar nadien schreef Verlaine in Mes prisons over zijn verblijf in de Amigo en in de Karmelietengevangenis.

1874[bewerken | brontekst bewerken]

1875[bewerken | brontekst bewerken]

1876[bewerken | brontekst bewerken]

1877[bewerken | brontekst bewerken]

1878[bewerken | brontekst bewerken]

1880[bewerken | brontekst bewerken]

1882[bewerken | brontekst bewerken]

1883[bewerken | brontekst bewerken]

  • Inauguratie van het Justitiepaleis. Getergde Marolliens verstoren de plechtigheid door de boel kort en klein te slaan.
  • Het Nederlands wordt toegestaan op Brusselse basisscholen.

1884[bewerken | brontekst bewerken]

1885[bewerken | brontekst bewerken]

  • Albert Mignot legt een elektriciteitsnet aan voor particulieren. Zijn centrale in de Blekerijstraat laat de uitstalramen van de Nieuwstraat oplichten.

1886[bewerken | brontekst bewerken]

  • De auto maakt zijn intrede in de straten van Brussel. Frédéric de La Hault haalt met zijn gemotoriseerde driewieler een snelheid van 6 km/u.

1888[bewerken | brontekst bewerken]

1890[bewerken | brontekst bewerken]

1891[bewerken | brontekst bewerken]

1892[bewerken | brontekst bewerken]

  • Op weg naar de troonrede wordt de stoet van Leopold II onthaald op protest voor algemeen stemrecht. Neerdwarrelende strooibriefjes doen zijn paard steigeren. Het wordt de laatste keer dat Leopold voet zet in het parlement.

1893[bewerken | brontekst bewerken]

1894[bewerken | brontekst bewerken]

1895[bewerken | brontekst bewerken]

  • Op het braakland waar weldra Thurn en Tassis zou komen, wordt Venise à Bruxelles gehouden. Over 45.000 m² worden kanalen gegraven en een imitatie-Venetië opgetrokken uit stuc, karton, papier-maché en beschilderde doeken.[22]

1896[bewerken | brontekst bewerken]

1897[bewerken | brontekst bewerken]

1898[bewerken | brontekst bewerken]

  • Tussen 6u30 en 19u45 doen de postbodes negen ronden in de hoofdstad.

1899[bewerken | brontekst bewerken]

  • Feestelijke opening van het nieuwe Volkshuis op Rode Pasen.
  • De Junirellen zorgen voor een ware stadsguerrilla in het centrum.
  • Burgemeester Karel Buls neemt ontslag uit protest tegen de plannen van Leopold II voor een Kunstberg.

1900[bewerken | brontekst bewerken]

1902[bewerken | brontekst bewerken]

1904[bewerken | brontekst bewerken]

1907[bewerken | brontekst bewerken]

  • Rijkelijk laat krijgt Brussel openbare verlichting op elektriciteit. De gaspitten op de centrale lanen worden vervangen door een dubbele rij bollantaarns.

1908[bewerken | brontekst bewerken]

1910[bewerken | brontekst bewerken]

1911[bewerken | brontekst bewerken]

1912[bewerken | brontekst bewerken]

1914[bewerken | brontekst bewerken]

  • 20 augustus: Duitse troepen bezetten Brussel.
  • 26 september: bekendmaking van de arrestatie van burgemeester Adolphe Max, die het innen van de oorlogsschatting (50 miljoen goudfrank) geblokkeerd had.

1916[bewerken | brontekst bewerken]

1917[bewerken | brontekst bewerken]

17 november 1918: Adolphe Max wordt als een held onthaald

1918[bewerken | brontekst bewerken]

  • De verslagen Duitsers verlaten Brussel. In de slotfase proberen muiters nog revolutie te maken via een Zentral-Soldaten-Rat Brüssel, maar ondanks de ontberingen moet de bevolking er niet van weten.
Juli 1919: verkleedpartij in de Marollen

1921[bewerken | brontekst bewerken]

1922[bewerken | brontekst bewerken]

  • Ingebruikname van de nieuwe haven, bestaande uit drie dokken (Gobert, Beco, Vergote). De Willebroekse Vaart is 60 m westwaarts verplaatst.

1923[bewerken | brontekst bewerken]

1924[bewerken | brontekst bewerken]

1927[bewerken | brontekst bewerken]

1929[bewerken | brontekst bewerken]

1935[bewerken | brontekst bewerken]

1940[bewerken | brontekst bewerken]

  • Duitse troepen bezetten Brussel.

1942[bewerken | brontekst bewerken]

  • Bij een pogrom in de Marollen worden op 3 september 718 Joden zonder Jodenster opgepakt en per vrachtwagen afgevoerd naar de Dossinkazerne, eindbestemming Auschwitz.
  • De bezetter fusioneert op 24 september de 19 gemeenten tot Groß-Brüssel, met als burgemeester Jan Grauls, die maatregelen neemt om het Nederlands te bevorderen. De door collaboratie bekomen inwilliging van Vlaams-nationale eisen zal na de oorlog de positie van het Nederlands in Brussel fel ondermijnen.

1943[bewerken | brontekst bewerken]

4 september 1944: Brusselaars onthalen de Britse bevrijders

1944[bewerken | brontekst bewerken]

1947[bewerken | brontekst bewerken]

  • Op 24 juni ontstaat brand in het Ministerie van Onderwijs aan de Leuvenseweg. De brandweer redt tientallen mensen die in paniek het dak op zijn gevlucht. Toch zijn er achttien doden te betreuren.

1952[bewerken | brontekst bewerken]

1953[bewerken | brontekst bewerken]

1954[bewerken | brontekst bewerken]

28 juni 1960: de Ronde van Frankrijk passeert aan het Atomium

1956[bewerken | brontekst bewerken]

1958[bewerken | brontekst bewerken]

1960[bewerken | brontekst bewerken]

1962[bewerken | brontekst bewerken]

  • De tweede mars op Brussel wordt onthaald door tegenbetogers met het bord Keer naar uw dorp. De taalgrens wordt vastgelegd.

1963[bewerken | brontekst bewerken]

  • Taalwetten maken de papieren tweetaligheid van 1932 reëel voor onderwijs, bestuur en gerecht in de 19 gemeenten.
  • Goedkeuring van het premetroplan.
  • De werf voor het Berlaymontgebouw gaat van start.

1964[bewerken | brontekst bewerken]

1966[bewerken | brontekst bewerken]

1967[bewerken | brontekst bewerken]

1969[bewerken | brontekst bewerken]

1970[bewerken | brontekst bewerken]

  • Brussel internationaliseert. Bijna 30% van de nieuwgeborenen is niet van Belgische afkomst.[24] In de top vijf van vreemde nationaliteiten (Spanje, Italië, Griekenland, Marokko en Frankrijk) staat nog maar één buurland.

1971[bewerken | brontekst bewerken]

  • Creatie van de Brusselse Agglomeratie om de bevoegdheden uit te oefenen die elders aan gewesten toekomen.
  • De Grote Boerenbetoging tegen het Plan-Mansholt op 23 maart trekt een spoor van vernielingen. Bijna 100.000 betogers zijn op de been. In gevechten met de rijkswacht vallen zo'n 140 gewonden en één dode.
  • Op de Grote Markt wordt een bloementapijt gelegd, begin van een tweejaarlijkse traditie. Dankzij een protestactie van The Bulletin wordt de 'mooiste parking ter wereld' autovrij.[25]

1974[bewerken | brontekst bewerken]

1976[bewerken | brontekst bewerken]

1977[bewerken | brontekst bewerken]

  • Twintig mensen komen om in een brand in hotel Le Duc de Brabant op het Rogierplein.

1978[bewerken | brontekst bewerken]

1979[bewerken | brontekst bewerken]

1980[bewerken | brontekst bewerken]

1984[bewerken | brontekst bewerken]

1985[bewerken | brontekst bewerken]

1986[bewerken | brontekst bewerken]

  • In Schaarbeek is burgemeester Nols populair met zijn beleid tegen Vlamingen en vreemdelingen. In djellaba, op de rug van een kameel, protesteert hij tegen het vreemdelingenstemrecht.

1987[bewerken | brontekst bewerken]

1989[bewerken | brontekst bewerken]

1990[bewerken | brontekst bewerken]

1991[bewerken | brontekst bewerken]

1994[bewerken | brontekst bewerken]

  • Michel Demaret, bijgenaamd Monsieur 10%, neemt na een pikant interview ontslag als burgemeester.

1995[bewerken | brontekst bewerken]

1996[bewerken | brontekst bewerken]

  • Verontrust door de zaak-Dutroux, houden mensen uit het hele land een Witte Mars in Brussel.
  • Met 948.122 inwoners bereikt de gewestbevolking een dieptepunt. Na 1996 zal het aantal Brusselaars jaar na jaar stijgen.

2000[bewerken | brontekst bewerken]

2001[bewerken | brontekst bewerken]

  • De Europese Raad beslist om alle gewone zittingen in Brussel te houden. Vanaf nu durven Europese leiders spreken over de hoofdstad van de Europese Unie.
  • Het Lombardakkoord geeft de Vlaamse Brusselaars een gewaarborgde vertegenwoordiging in het Brussels parlement (17 zetels op 89).

2012[bewerken | brontekst bewerken]

  • Picnic The Streets voert actie om het centrum vrij te maken van gemotoriseerd verkeer. Twee jaar later geeft het stadsbestuur toe en creëert het een voetgangerszone.

2014[bewerken | brontekst bewerken]

2016[bewerken | brontekst bewerken]

2018[bewerken | brontekst bewerken]

  • Troty is in juni de eerste aanbieder van elektrische deelsteps op de Brusselse markt.[27] Het gaat initieel om dertig exemplaren in de Europese wijk.

2020[bewerken | brontekst bewerken]

  • Met ingang van 18 maart gaat Brussel net als de rest van het land in lockdown om COVID-19 te beheersen. Na zomerse versoepelingen volgt in oktober een nieuwe lockdown, met onder meer een avondklok van 22u tot 6u.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Voetnoten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Olbert van Gembloers, De Sancto Verono Lembecae et montibus Hannoniae in: Joannes Bollandus e.a. (red.), Acta Sanctorum Martii, vol. 3, 1865, p. 846
  2. Het jaartal is afkomstig uit een eind twaalfde eeuw vervalste akte, maar de authentieke akte van 1073 vermeldt in elk geval dat op verzoek van Lambert II Balderik († 1054) canonicos waren geïnstalleerd in Brussel.
  3. Ms Levy 19, Staats- und Universitätsbibliothek, Hamburg
  4. De kroniek van Li Muisit is de enige bron die specifiek over Brussel handelt, en dus uiterst omzichtig te benaderen: Jean-Joseph De Smet, Recueil des chroniques de Flandre = Corpus chronicorum Flandriae, vol. 2, 1841, p. 342-343 (hoofdstuk: De captione et destructione Judaeorum). Volgens Li Muisit was er met Allerheiligen geen sprake meer van Joodse gemeenschappen in de besproken steden, al voegt hij eraan toe dat hij het heeft van horen zeggen. Molanus haalt enkele kronieken aan die de Brabantse Jodenvervolging nog twee jaar laten aanhouden: P.F.X. De Ram (red.), Joannis Molani Historiae Lovaniensium libri XIV, vol. II, 1861, p. 825 (De Judaeis inficientibus puteos).
  5. In de stadsrekeningen van 1420: den hertoge van Cleyn-Egypten, geheeten Andries, ende alle syn geselschap die verdreven waeren, iii° january, vier amen hope, twee amen vii vierendeel risch wyn, een rindt, vier hamelen, vic lxx broot, ende doen sy henen gingen, xxv fransch lammeren.
  6. Jan Frans Foppens, overgenomen in Abbé Mann, Abrégé de l'histoire ecclesiastique, civile, et naturelle de la ville de Bruxelles et de ses environs, vol. I, 1785, p. 81
  7. A.G. Demanet, "La Peste de Bruxelles en 1489 et le Père Thierry de Munster", in: Collection de précis historiques et mélanges religieux, littéraires et scientifiques, vol. 27, 1878, p. 165-178
  8. Herman Pleij, "Volksfeest en toneel in de middeleeuwen", in: De Revisor, 1976, nr. 6, p. 52-63 en 1977, nr. 1, p. 34-41
  9. Jonas Roelens, "Mayken en Magdaleene" in: Verzwegen verlangen. Een geschiedenis van homoseksualiteit in België, eds. Wannes Dupont, Jonas Roelens en Elwin Hofman, 2017, p. 46
  10. Voor hun namen, zie: Alexandre Henne en Alphonse Wauters, Histoire de la ville de Bruxelles, deel I, 1845, p. 416
  11. J. May, "La peste de 1578 à Bruxelles", in: Annales de la Société belge d'histoire des hôpitaux, 1974, p. 79-95
  12. Jean-Louis Van Belle, Recensement des édifices et maisons de Bruxelles par le Sieur de Chassey en 1597-1598, 2017. ISBN 9782874570919
  13. J. Charlier, La peste à Bruxelles de 1667 à 1669 et ses conséquences démographiques, 1969
  14. Dirk van Waelderen, "Feest in Brussel na de inname van de stad Buda in 1686. De analyse van een politiek prentenverhaal van Romeyn de Hooghe", in: De Achttiende Eeuw, 2013, nr. 45
  15. Dirk van Waelderen, Feest in Brussel na de inname van de stad Buda in 1686. De analyse van een politiek prentenverhaal van Romeyn de Hooghe in: De Achttiende Eeuw, 2013, p. 111-141
  16. Brusselse vondelingen in Parijs, Jonge Historici, 16 december 2015
  17. Rolf Falter, België. Een geschiedenis zonder land, 2012
  18. C. Roman, "Cent cinquante ans d'éclairage au gaz a Bruxelles", in: Cahiers Bruxellois, nr. XXI,1976, p. 96-146[dode link]
  19. Jean d'Osta, "Une histoire d'eau", in: Notre Bruxelles oubliée, 1977, p. 16-19
  20. Emmanuel Waegemans, Het land van de blauwe vogel. Russen in België, 1991
  21. Isabelle Devos, De cholera-epidemie van 1866 in Brussel: een reconstructie, Queteletcentrum UGent, september 2020
  22. Eric Christiaens, Venise à Bruxelles Pdf-document, in: LACA Tijdingen, 2003, nr. 2, p. 5-13
  23. Honderd jaar na vreselijke brand in Schaarbeeks gemeentehuis, BRUZZ, 28 oktober 2011
  24. Hans Vandecandelaere, In Brussel. Een reis door de wereld, 2012, p. 23
  25. Onleefbare stad? Philippe Van Parijs roept op tot ongehoorzaamheid, Brussel Deze Week, 24 mei 2012
  26. De grauwe jaren 1980: Joy Division en jeugdige arrogantie in de muziek, BRUZZ, 21 mei 2015
  27. Elektrische deelsteps willen Brussel veroveren, BRUZZ, 22 juni 2018