Traktaat van Aken

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Traktaat van Aken
Verdragstype Grensverdrag
Ondertekend 26 juni 1816 in Aken
In werking getreden 7 augustus 1816
Partijen Vlag van Nederland Nederland
Koninkrijk Pruisen
Status Geldend
Volledige tekst Verdragenbank
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Het traktaat van Aken promoveerde Baraque Michel tot het hoogste punt van het koninkrijk
De westgrens van de Pruisische Rheinprovinz werd met het traktaat vastgelegd

Het Traktaat van Aken (voluit: Grenstractaat tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Pruisen), ook wel het grenstraktaat van Aken genoemd, is een verdrag tussen Pruisen en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, gesloten op 26 juni 1816 in Aken. Het verdrag legde de onderlinge grens van de beide landen vast vanaf het noordelijkste punt van de provincie Limburg tot het drielandenpunt met Frankrijk bij Schengen.

Congres van Wenen[bewerken | brontekst bewerken]

Na de nederlaag van Napoleon tijdens de Slag bij Waterloo in 1815, werd op het Congres van Wenen onderhandeld door de overwinnende mogendheden Pruisen, Oostenrijk, Rusland en Engeland met als doel de staatkundige herordening van Europa. Hierbij werd onder andere het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden opgericht en de linker Rijnoever aan Pruisen toegewezen, als verdediging tegen Frankrijk. Op 12 mei 1815 nam koning Willem I der Nederlanden bezit van het departement Nedermaas en het grotendeels Pruisische Overkwartier van Gelder. De oostgrens werd vastgesteld op een afstand van een kanonschot gemeten vanaf de rivier de Maas, ongeveer 2,5 kilometer.

Traktaat van Aken[bewerken | brontekst bewerken]

De oostgrens van Limburg werd tijdens het congres wel in grote lijnen vastgesteld, maar moest op verschillende punten nog nader worden vastgesteld. Hieronder volgt een lijst met de bij het traktaat betrokken plaatsen en wat hier veranderde:

Verder werd Luxemburg verdeeld langs de Moezel, Sûre en de Our, kwam Eupen-Malmedy bij Pruisen en werd het condominium Neutraal Moresnet opgericht.

Hoewel het verdrag in 1816 werd gesloten, werden veel plaatsen pas in 1817 overgegeven.

Arrest Grenstractaat Aken[bewerken | brontekst bewerken]

Het verdrag stond centraal in het arrest Grenstractaat Aken (HR 3 maart 1919, NJ 1919, p. 371) waarin de Hoge Raad der Nederlanden oordeelde dat het grenstraktaat niet alleen Nederland bond tegenover andere staten, maar ook de staat bond tegenover een individu. Hiermee accepteerde de Hoge Raad de leer van het monisme voor de doorwerking van internationaal recht.[1]