Transformisme

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De term transformisme wordt incidenteel ook gebruikt voor het begrip crossdressing

Transformisme of veranderlijkheid der soorten is een denkmodel dat in de 19e eeuw is ontstaan en dat veronderstelt dat levende soorten kunnen veranderen zodat er nieuwe soorten kunnen ontstaan.

Voordat het transformisme ingang deed, was het fixisme en de religieuze versie ervan, het creationisme, het algemeen gangbare paradigma. Er werd van uitgegaan dat soorten ooit ontstaan waren en sindsdien onveranderlijk zijn gebleven.

Ontstaan van de theorie[bewerken | brontekst bewerken]

De term transformisme werd in 1809 geïntroduceerd door de Franse bioloog Jean-Baptiste de Lamarck. Andere bekende aanhangers van deze theorie waren Étienne Geoffroy Saint-Hilaire, Robert Grant en Robert Chambers. Laatstgenoemde was de auteur van het in 1844 anoniem verschenen bestseller-boek Vestiges of the Natural History of Creation waarvan de inhoud toentertijd zo controversieel was dat de auteur zich niet bekend durfde te maken. De Duitse bioloog Joseph Gottlieb Kölreuter gebruikte de term transmutatie die voorheen was gebruikt door alchemisten die hoopten onedele materialen te kunnen transmuteren tot goud.[1] Deze term was het meest gebruikelijk, tot enige tijd nadat in 1859 het boek On The Origin of Species van Charles Darwin was verschenen. Darwin gebruikte termen als de ontwikkelingshypothese. De term evolutie deed pas relatief laat zijn intree.[2] Ook de evolutietheorie behoort tot het transformisme.

Controverse[bewerken | brontekst bewerken]

De nieuwe theorieën veroorzaakten een paradigmaverschuiving. Ze riepen veel weerstand op, met name bij monde van invloedrijke wetenschappers als de Fransman Georges Cuvier, die een theorie voorstond dat er meerdere tijdperken bestaan hebben waarop opnieuw complete ecosystemen op een goddelijke wijze waren geschapen; de Britse paleontoloog Richard Owen, de stichter van het Natural History Museum in Londen, die de term dinosaurus introduceerde en aanvankelijk ook de Britse geoloog en paleontoloog Charles Lyell, die later juist een warm aanhanger werd van transformistische ideeën.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]