Tweede Kamercommissie vernieuwing Wet op de parlementaire enquête

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Tweede Kamercommissie vernieuwing Wet op de parlementaire enquête gaat een initiatiefvoorstel tot wijziging van de Wet op de parlementaire enquête ontwerpen. De commissie is op 28 oktober 2005 door de Tweede Kamer ingesteld. Volgens de Kamer is de huidige wet aan verbetering toe. Het is de bedoeling dat meteen een wettelijke regeling wordt getroffen voor Parlementair onderzoek dat niet de vorm van een enquête heeft.

Voorgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De ervaringen van de afgelopen jaren hebben het parlement tot de conclusie gebracht dat de Wet op de Parlementaire Enquête aan vernieuwing toe is. Zo zorgt de bij een enquête (vergeleken met het strafrecht) zwakke positie van getuigen ervoor dat via een enquête verkregen bewijsmateriaal (bijvoorbeeld een getuigenverklaring) niet altijd voldoet aan de eisen voor een strafproces.

Met name in de bouwenquête kwam de tegenstelling tussen het enquêterecht en het reguliere rechtssysteem aan het licht.

Overigens is de vraag of het verstandig is de frictie tussen enquêterecht en strafrecht uit de wereld te helpen. Het inleveren van bevoegdheden door een enquêtecommissie maakt het moeilijker voor de politiek om zaken boven water te krijgen, terwijl politieke waarheidsvinding (en niet strafrechtelijke vervolging) toch de kerntaak van het parlement is.

Behalve een aantal knelpunten in het enquêterecht wordt ook het ontbreken van een wettelijke regeling voor parlementair onderzoek dat niet de vorm van een enquête heeft, als een probleem ervaren. Voor de Tweede Kamer was er alles bij elkaar voldoende aanleiding om de commissie Vernieuwing Wet op de Parlementaire Enquête in te stellen.

De instelling van de commissie[bewerken | brontekst bewerken]

In het voorjaar van 2004 besloot de Tweede Kamer dat de commissie Vernieuwing Wet op de Parlementaire Enquête zou gaan bestaan uit twee (oud)leden van de Tweede Kamer, een (oud)lid van de Eerste Kamer en twee externe deskundigen.

In het najaar van 2004 besloot de Eerste Kamer geen vertegenwoordiger te leveren omdat de Eerste Kamer zich niet op voorhand wil binden aan het resultaat. De Tweede Kamer besloot daarop om de commissie uitsluitend te laten bestaan uit Tweede Kamerleden. De commissie is op 28 oktober 2004 door de Tweede Kamer ingesteld.

Taakopdracht[bewerken | brontekst bewerken]

Aan de vernieuwingscommissie is gevraagd om voor het krokusreces van 2005 een initiatiefwetsvoorstel met een nieuwe parlementaire-enquêteregeling en een regeling voor parlementair onderzoek in te dienen. Dit is de commissie niet tijdig gelukt. Uiteindelijk is het 20 december 2005 geworden.

De commissie heeft de opdracht gekregen te komen met een bruikbaar onderzoeksinstrument waarvoor geen Grondwetswijziging i nodig is.

Bij de vernieuwing komen zaken aan de orde als:

  • de toegang tot en de openbaarheid en openbaarmaking van (geheime of vertrouwelijke) informatie
  • de positie van getuigen en gronden van verschoning
  • de samenloop met ander, al dan niet juridisch onderzoek.

Ook is de commissie verzocht aandacht te schenken aan een aantal andere zaken, zoals de toepassing van dwangmiddelen, de inschakeling van deskundigen, de archivering van (geheime of vertrouwelijke) documenten en de mogelijkheid en wenselijkheid om mensen ook bij andere gelegenheden (bijvoorbeeld bij hoorzittingen) onder ede te horen.

Commissieleden[bewerken | brontekst bewerken]