Overleg gebruiker:Hajo1972

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Waarschuwing
Beste gebruiker, hierbij krijgt u een waarschuwing. Nadere uitleg kunt u onderaan deze waarschuwing vinden.

Wanneer blijkt dat u na deze waarschuwing toch doorgaat met de geconstateerde ongewenste bewerkingen, dan wordt uw account geblokkeerd. Als u dit account enkel gebruikt voor vandalisme, dan zal de blokkade snel en voor onbepaalde tijd zijn. In minder ernstige gevallen kan een blokkade voor korte tijd volgen. Gaat u hierna weer door met de ongewenste bewerkingen, dan volgt, mogelijk zonder nieuwe waarschuwing, een lange blokkade. Als u constructief bij wil gaan dragen aan de encyclopedie, lees dan onze welkomstpagina.

  1. 19 feb 2007 10:58 (CET) POV pushen op scientology

24 feb 2007. Gelabeld als 'potentiële vandaal'.... Een heftig begin van een Wiki-avontuur dat eind 2006 tijdens een werkoverleg begon door een opmerking van een collega over de bruikbaarheid van de Wiki als leerhulpmiddel in het onderwijs. In een vervolgens gehouden vergelijkend onderzoekje tussen de omschrijvingen van religies in de Wiki en die in het Handboek Wegwijs in religieus en levensbeschouwelijk Nederland, waarin de honderden geloofsstromingen op de - voor leermiddelen vereiste - neutrale wijze beschreven staan, sprong het artikel over Scientology in de Wiki er uit door haar buitengewoon negatieve toonzetting. Na een genegeerd verzoek aan de bewerkers om correctie daarvan heb ik op de overlegpagina een voorsteltekst geplaatst om het introductiegedeelte NPOV te maken. Dat leverde mij het label Scn POV op en een oproep in een ogenschijnlijk door enkele antiscientology activisten beheerste nieuwsgroep om tegen mijn aanpassing in verweer te komen. Door dat label werd ik blijkbaar geacht gelijk monddood en weerloos te zijn. Vanuit het antiScientology POV kamp kwam in de geboden overlegperiode praktisch geen verweer tegen de aanpassing. Maar na de vervanging van de POV introtekst door de NPOV tekst ontstond een bewerkingsoorlog. Daarin ben ik als potentiële vandaal bestempeld. En dat omdat ik het gewaagd heb als verdediger van een religieuze minderheid op te treden door de kennelijk als 'gelegaliseerd' beschouwde propaganda van een aktiegroepje aan de kaak te stellen en geprobeerd heb om binnen de Wikipediaregels daar wat aan te doen. Toevallig had een bekend advocaat, Bram M., gelijktijdig een soortgelijke ervaring met een hem opgeplakt POV-label. Maar met een veel ernstiger gevolg; dat is een kwestie die binnen de juridische wereld nog lang gesprekstof is. Het gevaar van propaganda is dat het niet door iedereen als zodanig herkend wordt; vaak genoeg herhaald in de media worden roddels en onwaarheden ten slotte per abuis als feiten beschouwd en dan heeft het vooroordeel zich genesteld. Een vooroordeel werkt als een filter ten aanzien van later ontvangen informatie en verhindert de vorming van een rationeel oordeel.

Het is mij duidelijk dat mijn ingrijpen mogelijk als wat te voortvarend en te belerend overkwam. Het viel nogal uit de toon omdat de sfeer van het gehele Scientology artikel en het overleg daarover blijkbaar al lange tijd zodanig POV en timide was dat de lezer/gebruiker wellicht niet meer in de gaten had hoezeer POV er de overhand in heeft. Door de ontPOVing van het introgedeelte in de stijl van de tekst van een neutrale encyclopedie is vergelijking mogelijk en wordt de propaganda meer zichtbaar. Ik heb eerder al geschreven dat ik het niet tot mijn taak beschouw om alle op Scientology betrekking hebbende artikelen op te schonen tot NPOV. Wat beslist wel de bedoeling van mijn verschijnen is, is aan te tonen hoe POV sommige artikelen zijn. Ik wilde ook de waakzaamheid verhogen tegen hen die de Wiki gebruiken om oppositie tegen nieuwe religieuze bewegingen en sekten te voeren. Of dat gelukt is? Dat oordeel is net zo subjectief als het onderwerp van het artikel waar deze strijd over ging.

Het is voor mij een openbaring geweest dat 'in de hitte van de strijd' een van de bewerkers zich op de Scientology Overlegpagina bloot gaf als zijnde de eigenaar van een antiScientology site, waarop ook een financieel belang in het exitcounselen van scientologen is te lezen, en dat de URL daarvan hem verbond aan een andere Wikibewerkster, ene Jeta, die weer verbonden is aan 'B-org', dat haar antireligieuze aktiegroep lijkt te zijn. Dat dan ook nog een andere exitcounseler genaamd Sjoukje D. haar eigen praktijk bij de externe links plaatste lijkt een bijna bovennatuurlijk gestuurde aanwijzing dat er wellicht goed geld te verdienen is met de antiScientology activiteiten. Het verklaart ook de - al door moderator Galwaygirl in 2005 gecorrigeerde maar hardnekkige - toevoegingen van externe links naar dergelijke sites.

Gek genoeg heeft het onderzoeken van de gegevens en links op de antiscientology sites op mij een uitwerking die eerder averechts is aan de bedoeling van de makers ervan. Dat heeft wellicht te maken met hun voor mij te duidelijk propagandistische inhoud. Interessant vond ik een site van 'Xenu-TV', met een Amerikaanse tv uitzending van bijna 1 uur -in twee delen- waarin enkele critici en scientologen van hun zienswijzes en ervaringen getuigen. De Nederlandse criticus zal zich door de antiScientology uitlatingen daarin zeker gesteund voelen. Maar ook een scientoloog kan zich door het tv-programma gesteund voelen, omdat er ook verslag in wordt gedaan van een maatschappij verbeterings project van Scientology, waarvan het bestaan, zoals ik zag op de Scientology Overlegpagina hier, door een kritische bewerker werd ontkend. De ene criticus steekt daarmee de andere criticus een spaak in het propaganda wiel. Maar er is nog een derde zienswijze: wie de bevindingen gelezen heeft van de wetenschappers die de [[oppositie tegen nieuwe religieuze bewegingen en sekten]] geanalyseerd hebben, zal het bewijs van de juistheid van hun conclusies ten aanzien van de critici in het tv-programma ook bevestigd zien. Ik wil hiermee maar illustreren hoe uiteenlopend de meningen over een en hetzelfde mediabericht kunnen zijn en hoeveel zorgvuldigheid nodig is om een neutraal artikel te schrijven.

Ben ik nu door dit onderzoek en de opgedane inzichten en stellingname een 'Scn POV' of een apologistic expert (label/scheldnaam van critici voor een wetenschapper die een voor geloofsgroep gunstige expertise heeft geschreven) geworden? Volgens sommigen misschien wel. Ik vind het handig om in conflicten eerst de verschillende gezichtspunten te identificeren en het probleem vanuit ieder daarvan even te bekijken. De bewerkingsoorlog waarin ik zo plotseling geraakte ontstond uit de weerstand van enkele bewerkers met een antiScn POV tegen een ontPOVing van 'hun' artikel, omdat in hun ogen ieder NPOV artikel over Scientology een proScn artikel is, en omdat hun gebruik van de Wiki als promotiekanaal voor een persoonlijk financieel belang in gevaar is gekomen. Het is allemaal dus maar net vanuit welk gezichtspunt je iets bekijkt. En dat geldt ook voor het volgende: Ik kan het mij in dit verband opgeplakte labels 'potentiële vandaal' en 'Scn POV' ook als geuzennamen blijven beschouwen. Maar om te voorkomen dat collega's mij het hele jaar gekscherend met de bijnaam 'vandaal' blijven aanduiden, wat wellicht later ergens anders bij minder geïnformeerden een heel eigen leven gaat leiden, zie ik toch liever de labels weer verwijderd van deze overleg/inlogpagina. Ik hoop hiermee duidelijk gemaakt te hebben dat ik zeker in staat ben om een neutraal gezichtspunt in te nemen en niet zo vandalistisch ben als dat het op het eerste gezicht wellicht leek. Mijn intentie is dat alle Wiki artikelen over religie en levenschouwing zodanige vorm krijgen dat ze voldoen aan de NPOV eisen van de Wiki en kwalitatief niet onder doen voor die in de gedrukte encyclopediën. Ik vertrouw daarbij op de steun van hen die dat ook willen. Hajo1972 24 feb 2007 16:27 (CET)[reageer]

Nee, ik heb me niet vanwege jou teruggetrokken uit anti-vandalisme activiteiten, maar omdat ik vind dat, zolang er (naar mijn mening) te zacht gestraft wordt, de vdbestrijding dweilen met de kraan open wordt. Verder verzoek ik je je niet verder te bemoeien met scientology-gerelalteerde onderwerpen. De waarschuwing hierboven kan ik niet weghalen, die kan te zijner tijd wel gearchiveerd worden, groet aleichem 24 feb 2007 16:56 (CET)[reageer]

Ter zake kundig?[brontekst bewerken]

Hallo hajo1972. Besta je nog? Kijk je hier weleens? Ooit wekte je de indruk van deskundigheid (niet noodzakelijkerwijs niet-betrokkenheid) op het gebied van sekten en scientology. Er is al weer enige tijd overleg gaande op overleg:Scientology. Ikzelf schijn een van de weinigen te zijn die zich met dit artikel willen bemoeien met "interesse à décharge". Maar ik werk in mijn schaarse tijd liever ook aan andere onderwerpen op Wikipedia. Stel dat je je met feitenmateriaal en - met name - met referenties, in het overleg mengt en met het eventueel wijzigen van de artikeltekst grote zorgvuldigheid betracht, dan kan dat, lijkt me, Wikipedia ten voordeel strekken. Gerritse 1 dec 2007 20:53 (CET) p.s. Als ik schrijf "à décharge" dan bedoel ik uiteraard neutraal, encyclopedisch. Ik heb gemerkt dat bij het scientology onderwerp sommigen een voorkeur hebben om het deel van neutrale info te belichten dat scientology in discrediet brengt. Dat trekt de boel scheef. Het is nogal tijdrovend om bij elk statement het complete beeld boven water te halen. Gerritse 11 dec 2007 19:14 (CET) Beste Gerritse, dank je wel voor berichtje. Ja, zo af en toe heb ik wel eens gekeken hoe het artikel zich verder heeft ontwikkeld. Ik zag onlangs dat het 'vandaal'label op mijn pagina veranderd is in een waarschuwing. Dat gaf eerlijk gezegd een goed gevoel, dat er blijkbaar toch gemerkt is dat het vandaal-label onterecht was opgeplakt. Ja, ik zie dat er krachten zijn die de boel nog steeds scheef houden. Ik heb nog niet de behoefte gevoeld en ook te weinig tijd gehad om me weer in de discussies op de overlegpagina te mengen; mogelijk dat ik binnenkort of in de kerstvakantie het weer ga proberen. Je bent een van de weinigen die een werkelijk neutraal artikel nastreeft en daarvoor eigenlijk te weinig steun krijgt. Mij dunkt dat het artikel meer op feiten met bronvermelding gebaseerd moet worden. Ik ben verder nog steeds van mening dat het totdat het neutraal is het NPOV waarschuwingslabel hoort te hebben. Hajo1972 15 dec 2007 16:24 (CET)[reageer]

Reikwijdte ECHR-uitspraak over Scientology[brontekst bewerken]

Blijkbaar lezen er nogal wat mensen mee op de Overlegpagina. Via via via kreeg ik een uitspraak van een rechter in Nederland waarin ook deze verwijst naar de ECHR-uitpraak en daarin een erkenning leest van Scientology als religieuze stroming. Ik heb de betreffende passages samengeplakt op 1 pagina LeerplichtvrijspraaknaECHRverwijzing.jpg Maar na 3 x een upload gedaan te hebben krijg ik het hier niet gekoppeld. Hajo1972 6 jan 2008 15:04 (CET)[reageer]

Technisch foutje, zo moet het wel lukken

Hajo1972 6 jan 2008 17:10 (CET)[reageer]

Beste Hajo,

Bedankt voor het uploaden van Afbeelding:Leerplichtvrijspraak+ECHRverwijzing.jpg naar Wikipedia. Ik heb deze afbeelding echter ter beoordeling aan de gemeenschap voorgelegd omdat er nog wat onduidelijkheden over bestaan.

Op de lijst met te verwijderen afbeeldingen staan alle genomineerde afbeeldingen met de reden voor het verwijderverzoek. Over twee weken wordt de afbeelding verwijderd, tenzij nieuwe informatie wordt toegevoegd die wijst op een toegestane licentie. Voeg nieuwe informatie alstublieft toe bij de afbeelding zelf, en schrijf een korte toelichting op de genoemde lijst.

Voor verdere informatie en een antwoord op de meestgestelde vragen, zie "Waarom staat mijn afbeelding op de verwijderlijst?" of stel je vraag eventueel onderaan mijn overlegpagina..

Voor alle duidelijkheid, bij iedere afbeelding moet:

  • De bron en maker vermeld worden (bijvoorbeeld een webadres, naam of boek).
  • Een geldige licentie aangegeven worden of de voorwaarden waaronder de maker de afbeelding heeft vrijgegeven.

Vriendelijke groeten,

Erik'80 · 6 jan 2008 18:10 (CET)[reageer]

Beste Hajo1972, je hebt één of meerdere afbeeldingen geüpload die zijn genomineerd voor verwijdering. Het gaat om , Afbeelding:LeerplichtvrijspraaknaECHRverwijzing.jpg. De reden hiervoor staat op Wikipedia:Te verwijderen afbeeldingen/Toegevoegd 20080106 en dat is ook de plek waar je kunt reageren op de verwijderingsnominatie. Uitleg over de procedure en een lijst met veelgestelde vragen staat op Help:Waarom staat mijn afbeelding op de verwijderlijst. Aangezien dit bericht automatisch is geplaatst, heeft het geen zin hier te reageren. NB Deze afbeelding is niet door Erwin85Bot genomineerd. Erwin85Bot stelt je slechts op de hoogte van de nominatie. --E85Bot 7 jan 2008 02:01 (CET)[reageer]

Eén of meerdere afbeeldingen die gebruikt worden op deze pagina of overlegpagina, zijn genomineerd voor verwijdering. Het gaat om Afbeelding:LeerplichtvrijspraaknaECHRverwijzing.jpg, zie Wikipedia:Te verwijderen afbeeldingen/Toegevoegd 20080106. --E85Bot 7 jan 2008 02:03 (CET)[reageer]


Gerefereerde ECHR paragrafen uit de uitspraak van 5 april 2007[brontekst bewerken]

35. On 30 April 2002 the Nikulinskiy District Court refused the Justice Department's civil action for dissolution of the applicant, referring to the Constitutional Court's decision of 7 February 2002 in the case of The Moscow Branch of The Salvation Army, according to which a religious organisation could only be dissolved by a judicial decision if it was duly established that it had ceased its activity or had engaged in unlawful activities (for a detailed description of the decision, see The Moscow Branch of The Salvation Army v. Russia, no. 72881/01, §§ 23-24, ECHR 2006-...).Since the applicant had on-going financial and economic activities, maintained balance sheets and staged events in municipal districts of Moscow, and had not commited any wrongful acts, the action for its dissolution was dismissed. On 18 July 2002 the Moscow City Court upheld that judgment on appeal.

THE LAW I. ALLEGED VIOLATION OF ARTICLES 9, 10 AND 11 OF THE CONVENTION

64. The applicant complained under Articles 9, 10 and 11 of the Convention that it had been arbitrarily stripped of its legal-entity status as a result of the refusal to re-register it as a religious organisation. The Court recalls that in a recent case it examined a substantially similar complaint about the refusal of re-registration of a religious organisation from the standpoint of Article 11 of the Convention read in the light of Article 9 (see The Moscow Branch of the Salvation Army v. Russia, no. 72881/01, §§ 74 and 75, ECHR 2006-...). The Court observes that the religious nature of the applicant was not disputed at the national level and it had been officially recognised as a religious organisation since 1994. In the light of this, the Court finds that the applicant's complaints must be examined from the standpoint of Article 11 of the Convention read in the light of Article 9.

Article 9 provides as follows: 1. Everyone has the right to freedom of thought, conscience and religion; this right includes freedom to change his religion or belief and freedom, either alone or in community with others and in public or private, to manifest his religion or belief, in worship, teaching, practice and observance.

2. Freedom to manifest one's religion or beliefs shall be subject only to such limitations as are prescribed by law and are necessary in a democratic society in the interests of public safety, for the protection of public order, health or morals, or for the protection of the rights and freedoms of others. Article 11 provides as follows:

1. Everyone has the right to freedom of peaceful assembly and to freedom of association with others, including the right to form and to join trade unions for the protection of his interests.

2. No restrictions shall be placed on the exercise of these rights other than such as are prescribed by law and are necessary in a democratic society in the interests of national security or public safety, for the prevention of disorder or crime, for the protection of health or morals or for the protection of the rights and freedoms of others...

B. The Court's assessment

1. General principles

71. The Court refers to its settled case-law to the effect that, as enshrined in Article 9, freedom of thought, conscience and religion is one of the foundations of a “democratic society” within the meaning of the Convention. It is, in its religious dimension, one of the most vital elements that go to make up the identity of believers and their conception of life, but it is also a precious asset for atheists, agnostics, sceptics and the unconcerned. The pluralism indissociable from a democratic society, which has been dearly won over the centuries, depends on it (see Metropolitan Church of Bessarabia and Others v. Moldova, no. 45701/99, § 114, ECHR 2001-XII).

72. While religious freedom is primarily a matter of individual conscience, it also implies, inter alia, freedom to “manifest [one's] religion” alone and in private or in community with others, in public and within the circle of those whose faith one shares. Since religious communities traditionally exist in the form of organised structures, Article 9 must be interpreted in the light of Article 11 of the Convention, which safeguards associative life against unjustified State interference. Seen in that perspective, the right of believers to freedom of religion, which includes the right to manifest one's religion in community with others, encompasses the expectation that believers will be allowed to associate freely, without arbitrary State intervention. Indeed, the autonomous existence of religious communities is indispensable for pluralism in a democratic society and is thus an issue at the very heart of the protection which Article 9 affords. The State's duty of neutrality and impartiality, as defined in the Court's case-law, is incompatible with any power on the State's part to assess the legitimacy of religious beliefs (see Metropolitan Church of Bessarabia, cited above, §§ 118 and 123, and Hasan and Chaush v. Bulgaria [GC], no. 30985/96, § 62, ECHR 2000-XI).

2. The applicant's status as a victim of the alleged violations

79. Likewise, the Court finds unconvincing the Government's argument that the applicant may not claim to be a “victim” because it has not taken so far appropriate steps for properly applying for re-registration. Over a course of six years from 1999 to 2005 the applicant has filed no fewer than eleven applications for re-registration, attempting to remedy the defects of the submitted documents, both those that were identified by the domestic authorities and those that were supposed to exist in the instances where the Justice Department gave no indication as to their nature (see, for example, paragraphs 11, 15 or 17 above).

80. Having regard to the above considerations, the Court finds that the applicant may “claim” to be a “victim” of the violations complained of. In order to ascertain whether it has actually been a victim, the merits of its contentions have to be examined.

3. Existence of interference with the applicant's rights

Where the organisation of the religious community is at issue, a refusal to recognise it also constitutes interference with the applicants' right to freedom of religion under Article 9 of the Convention (see Metropolitan Church of Bessarabia, cited above, § 105). The believers' right to freedom of religion encompasses the expectation that the community will be allowed to function peacefully, free from arbitrary State intervention (see Hasan and Chaush v. Bulgaria [GC], no. 30985/96, § 62, ECHR 2000-XI).

The Court observes that the absence of re-registration was invoked by the Russian authorities as a ground for refusing registration of amendments to the charter and for staying the registration of a religious newspaper (see paragraphs 46 to 52 above).

84. The Court has already found in a similar case that this situation disclosed an interference with the religious organisation's right to freedom of association and also with its right to freedom of religion in so far as the Religions Act restricted the ability of a religious association without legalentity status to exercise the full range of religious activities (see The Moscow Branch of The Salvation Army, cited above, § 74). These findings are applicable in the present case as well.

85. Accordingly, the Court considers that there has been interference with the applicant's rights under Article 11 of the Convention read in the light of Article 9 of the Convention. It must therefore determine whether the interference satisfied the requirements of paragraph 2 of those provisions, that is whether it was “prescribed by law”, pursued one or more legitimate aims and was “necessary in a democratic society” (see, among many authorities, Metropolitan Church of Bessarabia, cited above, § 106).

4. Justification for the interference

(a) General principles applicable to the analysis of justification 86, 87

(b) Arguments put forward in justification of the interference 88.

93. The Nikulinskiy District Court also determined that the applicant had not produced information on the basic tenets of creed and practices of the religion. The Court has previously found that the refusal of registration for a failure to present information on the fundamental principles of a religion may be justified in the particular circumstances of the case by the necessity to determine whether the denomination seeking recognition presented any danger for a democratic society (see Cârmuirea Spiritualăa Musulmanilor din Republica Moldova v. Moldova (dec.), no. 12282/02, 14 June 2005).

The situation obtaining in the present case was different. It was not disputed that the applicant had submitted a book detailing the theological premises and practices of Scientology. The District Court did not explain why the book was not deemed to contain sufficient information on the basic tenets and practices of the religion required by the Religions Act. The Court reiterates that, if the information contained in the book was not considered complete, it was the national courts' task to elucidate the applicable legal requirements and thus give the applicant clear notice how to prepare the documents (see The Moscow Branch of The Salvation Army, cited above, § 90, and Tsonev v. Bulgaria, no. 45963/99, § 55, 13 April 2006). This had not, however, been done. Accordingly, the Court considers that this ground for refusing re-registration has not been made out.

96. It follows that the grounds invoked by the domestic authorities for refusing re-registration of the applicant had no lawful basis. A further consideration relevant for the Court's assessment of the proportionality of the interference is that by the time the re-registration requirement was introduced, the applicant had lawfully existed and operated in Moscow as an independent religious community for three years. It has not been submitted that the community as a whole or its individual members had been in breach of any domestic law or regulation governing their associative life and religious activities. In these circumstances, the Court considers that the reasons for refusing re-registration should have been particularly weighty and compelling (see The Moscow Branch of The Salvation Army, cited above, § 96, and the case-law cited in paragraph 86 above). In the present case no such reasons have been put forward by the domestic authorities.

97. In view of the Court's finding above that the reasons invoked by the Moscow Justice Department and endorsed by the Moscow courts to deny reregistration of the applicant branch had no legal basis, it can be inferred that, in denying registration to the Church of Scientology of Moscow, the Moscow authorities did not act in good faith and neglected their duty of neutrality and impartiality vis-à-vis the applicant's religious community (see The Moscow Branch of The Salvation Army, cited above, § 97).

98. In the light of the foregoing, the Court considers that the interference with the applicant's right to freedom of religion and association was not justified. There has therefore been a violation of Article 11 of the Convention read in the light of Article 9.


FOR THESE REASONS, THE COURT UNANIMOUSLY

1. Holds that the applicant may claim to be a “victim” for the purposes of Article 34 of the Convention;

2. Holds that there has been a violation of Article 11 of the Convention read in the light of Article 9;


Oktober 2007 bulletin van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM)[brontekst bewerken]

TRAINEREN VAN BUITENLANDSE RELIGIEUZE GENOOTSCHAPPEN IN RUSLAND: SCHENDING ARTIKEL 11 JUNCTO 9 EVRM

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) 5 oktober 2006 Moscow Branche of the Salvation Army t. Rusland (appl.no. 72881/01) Europees Hof voor de Rechten van de Mens 5 april 2007 Church of Scientology Moscow t. Rusland (appl.no. 18147/02)

Met noot van Dr. Jan-Peter Loof (docent Staats-en bestuursrecht UV Leiden)

Inleiding: De Russische beschermdrift van de nationale orthodoxe kerk is met het uitvaardigen van een restrictieve wet op d egodsdienstvrijheid in 1997 tot nieuwe hoogte gestegen. Hoewel de wet alle religies gelijk stelt, worden in de praktijk buitenlandse religieuze genootschappen op allerlei wijzen getraineerd door ambtenaren. Zo blijkt ook uit deze twee arresten van het EHRM waarin geklaagd wordt over een opeenvolging van ambtelijk en rechterlijk getreiter om te verhinderen dat twee religieuze genootschappen van niet-Russische origine als rechtspersoon geregistreerd worden. Het Hof ziet hierin een schending van de verenigingsvrijheid (artikel 11 EVRM) gelezen in het licht van de godsdienstvrijheid van artikel 9 EVRM.

NOOT 3. De verwijzing naar de eerdere Russische zaken waarin weigeringen tot herregistratie een rol speelden en de wergave in beide arresten van diverse resoluties van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa over discriminatie en getreiter door lokale justitiele autoriteiten van buitenlandse religieuze genootschappen doen vermoeden dat het Hof dez beide zaken met enige nadruk in het perspectief van een bredere praktijk heeft willen plaatsen. ( Voetnoot 6 verwijst daarbij naar het Monitoring Committee, doc. 9396 van 26 maart 2002 en naar Resolutie 1277 (2002) en 1278 (2002). Daarin wordt ook stilgestaan bij het feit dat de lokale justitie-autoriteiten zich menigmaal niet aan de wettelijke regels rondom het registreren en bejegenen van ‘vreemde’ religieuze genootschappen houden en op dit punt niet door hogere autoriteiten gecorrigeerd worden.) Het Hof doet dat in deze arresten alleen nog niet zo expliciet als in het recente arrest Ivanova t. Bulgarije waarin het ontslag van een zwembadmedewerkster van een school vanwege het feit dat zij lid was van een evangelische gemeenschap zonder meer kenschetst als een illustratie van de landelijke policy of intolerance ten opzichte van dergelijke gemeenschappen. (EHRM 12 april 2007, appl.no. 52435/99 §85)

NOOT 5. De voornaamste reden voor het EHRM om in deze beide zaken te concluderen tot een schending van artikel 11 juncto 9 EVRM ligt in het willekeurig en niet-wetmatig handelen van de justitiële autoriteiten en rechterlijke instanties in Moskou, onder meer doordat zij de weigering tot herregistratie hebben gebaseerd op het niet-voldaan hebben aan de eisen die helemaal niet zo precies in de Russische wet op de religieuze genootschappen te vinden zijn.

NOOT 6. Het Hof bouwt in de legaliteitseis (in accordance with the law) uit de beperkingsclausules van de artikelen 9 en 11 EVRM als het ware enkele beginselen van behoorlijk bestuur in. De wetmatigheid van bestuur als het gaat om beperkingen van de godsdienst- en verenigingsvrijheid vergt volgens het Hof dat de beslissingen en rechterlijke oordelen over de weigering tot herregistratie draagkrachtig en kenbaar worden gemotiveerd zodat duidelijk wordt gemaakt welke noodzakelijke documenten ontbraken in de aanvraag of op welke punten onvoldoende informatie is verstrekt en deze gebreken in een hernieuwde aanvraag eventueel kunnen worden hersteld (zie § 91-93 Scientology arrest). Dit zijn beginselen die doen denken aan de artikelen 3:46, 3:47 en 4:5, eerste lid van onze Algemene wet bestuursrecht.

NOOT 7. Een klein verschil tussen beide arresten is gelegen in het feit dat het EHRM in paragraaf 93 van het Scientology-arrest expliciet opmerkt dat de staat onder omstandigheden inderdaad kan weigeren een religieus genootschap als zodanig te registreren indien geen of onvoldoende informatie verstrekt wordt over de geloofsartikelen en -praktijken van de betreffende religie. Zo’n weigering kan gerechtvaardigd worden door de noodzaak om te onderzoeken of het genootschap een bedreiging oplevert voor de democratische rechtsorde. Dat een dergelijke overweging in het Scientology-arrest wel voorkomt en in de Leger des heils-zaak niet, zal allicht gelegen zijn in het omstreden karakter van de Scientology kerk in veel Raad van Europa-lidstaten. In landen als België, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Spanje en het Verenigd Koninkrijk wordt Scientology niet als religieus genootschap erkend. Er zijn legio verhalen over uiterst discutabele praktijken van Scientology en bijna evenveel gerechtelijke procedures van Scientology jegens personen of overheden die haar in de weg staan (Voetnoot verwijst naar informatie van Duitse ambassade). In zijn arrest hoeft het EHRM geen oordeel uit te spreken over de vraag of Scientology inderdaad een religieus genootschap is nu Scientology in Rusland op nationaal niveau erkend is geweest als religieus genootschap en als zodanig heeft gefunctioneerd sinds 1994 (zie paragraaf 94 van de uitspraak).

NOOT 8. Problemen rond de registratie van religieuze genootschappen zijn geenszins een exclusief Russisch probleem. Veel landen van de voormalige Sovjet-Unie kennen wetgeving die soms nog restrictiever is dan de Russiche als het gaat om de toelating van buitenlandse kerkgenootschappen. In haar rapport over 2004 gaf de Special apporteur of freedom of religion or belief van de V.N., mw. Asma Jahangir, aan dat registration appeared often to be used as a means to limit the right to freedom of religion or belief of members of certain religious communities. Als een duidelijk richtsnoer voor een goede praktijk op dit punt verwees zij naar de Guidelines for Review of Legislation Pertaining to Religion or Belief opgesteld door het Office of Democratic Institutions and Human Rights van de OVSE in overleg met de Venice Commission van de Raad van Europa. In deze richtlijnen wordt onder meer aangegeven dat registratie van een kerkgenootschap geen voorwaarde hoort te zijn voor uitoefening van een bepaalde religie door individuen of voor het organiseren van religieuze samenkomsten door de betreffende gemeenschap, maar alleen voor het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid en daaraan verbonden voordelen, en dat de registratieprocedure niet gepaard moet gaan met uitvoerige formeel administratieve vereisten. Gerelateerd aan dat laatste punt was er dit voorjaar ook in Nederland nog discussie. Dat gebeurde bij de parlementaire behandeling van de nieuwe Handelsregisterwet. In deze wet wordt het handelsregister uitgebreid tot een basisbedrijvenregister waarin ook kerkgenootschappen opgenomen worden. Vraag was of deze registratie beperkt kon worden tot degegevens van de landelijke koepels of dat alle lokale kerkgemeenschappen en organisaties daarvan zich zelfstandig zouden moeten laten registreren, hetgeen tot een enorme hoeveelheid administratieve lasten voor hen zou leiden. Uiteindelijk werd door de Tweede Kamer een amendement-Van der Vlies aanvaard waarin is neergelegd dat bij algemene maatregel van bestuur nader wordt geregeld op welke wijze de registratie van kerkgenootschappen moet gaan plaatsvinden, waarbij het de bedoeling is om een zodanige regeling te treffen dat de administratieve lasten zo laag mogelijk blijven en er zoveel mogelijk kan worden volstaan met registratie van de koepelgegevens. (Voetnoot verwijst naar art. 6.3 Handelsregisterwet 2007, Staatsblad 2007 nr.153, en Kamerstukken II 2006/07, 30656, nr. 24).

Opmerking Hajo1972: per 15-01-2008 was nog geen AMB daarover effectief. De vele kleinere kerkgemeenten doen er goed aan dit regelmatig te controleren en zich te registreren zodra de registratieprocedure in werking is getreden.