Ontvoering van Valérie Albada Jelgersma
Bij de ontvoering van Valérie Albada Jelgersma in februari 1987 werd een 10-jarige dochter van een Nederlandse ondernemer 'per ongeluk' ontvoerd vanuit haar ouderlijk huis in Laren. De vader van Valérie (1976), Eric Albada Jelgersma, vormde het feitelijke doelwit, maar zijn dochter deed de deur open. Destijds was haar vader nog de directeur-eigenaar van Unigro, dat later is opgegaan in Laurus.
Er werd uiteindelijk losgeld gevraagd voor haar vrijlating. Het ging om een bedrag van 5 miljoen Duitse marken, dat betaald diende te worden binnen een aanzienlijk korte tijd. De ontvoerders stonden in telefonisch contact met de politie, en door de gesprekken te rekken wist de recherche het spoor te traceren naar Breda; daar stonden twee man in een telefooncel, waarop ze werden gevolgd. Uiteindelijk werd Valérie op 22 februari 1987 uit een huis in Etten-Leur bevrijd, waar ze op een afgesloten zolderkamer met een touw op een bed bleek vastgebonden.
De daders, afkomstig uit Zevenbergen en Etten-Leur werden veroordeeld tot negen jaar detentie.
Na afloop kwam de ontvoering pas in de publiciteit en werd breed uitgemeten in de nationale en internationale media.
Vergelijkbare zaken[bewerken | brontekst bewerken]
- 1981 – Ursula Herrmann
- 1982 – Toos van der Valk
- 2005 – Claudia Melchers
Externe link[bewerken | brontekst bewerken]
- Tienjarig meisje bevrijd na twaalf dagen gijzeling, Het Vrije Volk, 23 februari 1987