Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen
In de landen in het groen is dit verdrag van kracht
Type Open multilateraal
Rechtsgebied(en) Strafrecht
Onderwerp(en) Uitlevering, verdovende middelen
Status In werking
Verdragsgegevens
Ondertekend op 20 december 1988 in Wenen
Ondertekenaars 87
Inwerkingtreding 11 november 1990 na 20 ratificaties
Partijen 190 (29 december 2017)
Depositaris Secretaris-generaal van de Verenigde Naties
België:
Ondertekening 22 mei 1989
Bekrachtiging 25 oktober 1995
In werking 23 januari 1996
Nederland:
Ondertekening 18 januari 1989
Goedkeuring 8 september 1993
In werking 7 december 1993
Talen
Authentieke talen Arabisch, Chinees, Engels, Frans, Russisch, Spaans
Lees online
Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen
(Gewaarmerkt) afschrift:
VN-verdragenbank
Externe informatie
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen[noot 1] is een verdrag dat op 20 december 1988 onder de auspiciën van de Verenigde Naties tot stand is gekomen. Het verdrag is een van drie verdragen die de handel in, en toezicht op, verdovende middelen regelt en vult het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen van 1961 en Verdrag inzake psychotrope stoffen van 1971 aan. Het VN-verdrag trad op 11 november 1990 in werking.

Het verdrag breidde de eerder verdragen inzake verdovende middelen uit doordat staten niet alleen verplicht werden om de productie en handel in verdovende middelen strafbaar te maken, maar ook door de aanschaf en het bezit hiervan strafbaar te stellen.[1] Daarnaast moesten lidstaten de 'productie, vervaardiging, extractie, bereiding, aanbod, aanbod ten verkoop, distributie, verkoop, levering op welke voorwaarde ook, bemiddeling, verzending, verzending in doorvoer, vervoer of in- of uitvoer van verdovende middelen of psychotrope stoffen in strijd met de bepalingen van het Verdrag van 1961, het Verdrag van 1961 zoals gewijzigd, of het Verdrag van 1971' criminaliseren.[2] Belangrijker voor de praktijk is de verplichting om, met betrekking tot de in artikel 3 opgesomde strafbare feiten, de confiscatie mogelijk te maken van de opbrengsten verkregen uit drugshandel.[3] Om de vervolging en confiscatie te vergemakkelijken, voorziet het verdrag bovendien in uitgebreide mogelijkheden voor internationale rechtshulp. Het VN-verdrag was het eerste verdrag waarin alle bekende vormen van rechtshulp waren opgenomen, namelijk: uitlevering, wederzijdse rechtshulp in strafzaken, overdracht van strafvervolging, overdracht van de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en politiële samenwerking.[4]

In Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

Materieelrechtelijk was de uitwerking van het verdrag in Nederland niet heel groot. De grote beleidsvrijheid die partijen kregen bij het omschrijven van de strafbare feiten zorgde ervoor dat een en ander grotendeels overeenkwam met de strafbare feiten in de Opiumwet. Nieuw was wel de verplichting om ook het witwassen van van drugsopbrengsten strafbaar te stellen. Dit heeft in geleid tot invoering van de geheel nieuwe titel XXXA, met opschrift witwassen, in het Wetboek van Strafrecht. Daarnaast heeft het verdrag geleid tot de invoering van het strafrechtelijk financieel onderzoek, het conservatoir beslag op goederen van de verdachte en een aparte procedure voor de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.[5]

In het Nederlandse uitleveringsrecht wordt voor uitlevering door Nederland altijd een verdragsbasis geëist. Het VN-verdrag tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen voorziet in zo een rechtsbasis en kan dus gebruikt worden voor de uitlevering aan staten die wel partij bij dit verdrag zijn, maar waarmee Nederland geen ander uitleveringsverdrag heeft gesloten.[4] Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor de overdracht van vervolging en strafexecutie.

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Art. 3(2) VN-Verdrag tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
  2. Art. 3(1) VN-Verdrag tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
  3. Art. 5 VN-Verdrag tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
  4. a b T. Blom, 'commentaar op aanhef Opiumwet', in: C.P.M. Cleiren et al (red.), Tekst & Commentaar Strafrecht, Wolters Kluwer 2016 (boek en online raadpleegbaar via Kluwer Navigator).
  5. T. Blom, 'Commentaar op regeling Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen', in: D.J.M.W. Paridaens-van der Stoel & P.A.M. Verrest (red.), Tekst & Commentaar Internationaal strafrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2015 (boek en online raadpleegbaar via Kluwer Navigator).

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Arabisch: اتفاقية الأمم المتحدة ضد الاتجار غير المشروع في المخدرات والمؤثرات العقلية, Chinees: 联合国禁止非法贩运麻醉药品和精神药物公约, Engels: United Nations Convention against Illicit Traffic in Narcotic Drugs and Psychotropic Substances, Frans: Convention des Nations Unies contre le trafic illicite de stupéfiants et de substances psychotropes, Russisch: Конвенция Организации Объединенных Наций о борьбе против незаконного оборота наркотических средств и психотропных веществ, Spaans: Convención de las Naciones Unidas contra el Tráfico Ilícito de Estupefacientes y Sustancias Sicotrópicas