Verenigde Communistische Partij van Georgië

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verenigde Communistische Partij van Georgië
საქართველოს ერთიანი კომუნისტური პარტია
Logo
Personen
Partijleider Temoer Pipia
Zetels
Zetels
0 / 150
Geschiedenis
Opgericht 1992
Ontstaan uit CPG
Algemene gegevens
Actief in Georgië
Hoofdkantoor Tbilisi
Richting Extreemlinks
Ideologie Communisme
Marxisme-leninisme
Stalinisme
Motto Proletariërs aller landen, verenigt u!
Kleuren
Afkorting SEKP
Internationale organisatie IMCWP
UPC-CPSU
Europese organisatie INITIATIVE
Website http://www.komunistebi.ge/
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Georgië

De Verenigde Communistische Partij van Georgië (Georgisch: საქართველოს ერთიანი კომუნისტური პარტია, Sakartvelos Ertiani Komunisturi Partia), afgekort SEKP, is een communistische politieke partij in Georgië die medio 1992 werd opgericht en zichzelf beschouwt als de opvolger van de Sovjet-Georgische Communistische Partij die in de zomer van 1991 werd ontmanteld. De partij kende kort na oprichting nog een aanhang van enig formaat, maar niet genoeg om kiesdrempels te halen en leidt sindsdien een gemarginaliseerd bestaan.

Leiderschap[bewerken | brontekst bewerken]

De Verenigde Communistische Partij van Georgië werd vanaf het eerste partijcongres in 1994 geleid door generaal-majoor Panteleimon Giorgadze, die in 2009 overleed. De zoon van Giorgadze, voormalig staatsminister van veiligheid Igor Giorgadze, werd door de Georgische president Edoeard Sjevardnadze verdacht van de aanslag op zijn leven in 1995. Rusland weigerde hem in 1997 uit te leveren en hij bleef in ballingschap.[1] Van 2009 tot 2014 werd de communistische partij geleid door Noegzar Avaliani, die jarenlang de Koetaisi afdeling van de partij had geleid. Avaliani overleed in 2014 door een verkeersongeval, waarna Temoer Pipia de leiding overnam.[2]

Ideologie[bewerken | brontekst bewerken]

De Verenigde Communistische Partij van Georgië is fel tegenstander van de kapitalistische marktgerichte economie, en bepleit een terugkeer naar de socialistische planeconomie.[3] Het bepleit tevens een verandering van het buitenlands beleid gebaseerd op de "vorming van een werkelijk onafhankelijke, vrije, democratische, verenigde staat", die geen onderdeel zal uitmaken van een (andere) staat en geen satellietland wordt. Het bepleit tevens een federale staatsinrichting, in de analogie met de voormalige Sovjet-Unie, oftewel het behoud van de autonome republieken en regio, met een parlementair systeem op basis van volkssovjets. De partij is tevens tegenstander van de westerse toenadering en pogingen van Georgië lid te worden van de NAVO.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De Georgische Communistische Partij werd op 26 augustus 1991 per decreet verboden naar aanleiding van de staatsgreep in Moskou een week eerder, die president Zviad Gamsachoerdia steunde.[4] Na de staatsgreep eind 1991 tegen president Gamsachoerdia werden verschillende nieuwe communistische partijen opgericht, waaronder de 'Verenigde Communistische Partij van Georgië'.

Oprichting[bewerken | brontekst bewerken]

De partij werd medio februari 1992 opgericht en in september 1994 geregistreerd,[5][3] na het eerste congres in juni 1994 waar generaal-majoor Panteleimon Giorgadze tot partijleider werd benoemd. Giorgadze was voor de parlementsverkiezingen van 1992 kandidaat voor een andere communistische partij, de Socialistische Arbeidersraad van Georgië, maar werd niet gekozen.[6] Giorgadze was een militair veteraan met een lange staat van dienst sinds de Grote Vaderlandse Oorlog en leidde in de laatste jaren van de Georgische Sovjetrepubliek het ministerie van defensie. Hij was tot 1993 commandant van de Georgische vredestroepen na de burgeroorlog rond Zuid-Ossetië.

De partij publiceerde enkele periodieken, de Kommunisti, Zaria Vostoka en Jonge Communist, met oplages van 5000 stuks (1999). In 1999 zouden er 87.000 leden zijn geweest.[3] Latere ledenaantallen zijn niet bekend, maar vakpublicaties geven aan dat de partij sindsdien feitelijk is leeggelopen.[7] In 1994 werd de jongerentak van de partij opgericht onder de noemer 'Communistische Jeugdunie van Georgië J.B. Stalin', geleid door Temoer Pipia die sinds 2014 partijleider is. In 1999 zou de jongerenorganisatie 2000 leden gehad hebben.

1995-2004[bewerken | brontekst bewerken]

Het verenigen van de communistische groeperingen in Georgië bleef uit, waardoor geen van allen vanaf midden jaren 1990 in het parlement zitting namen. Sinds 2000 leiden deze partijen inclusief de Verenigde Communistische Partij een electoraal marginaal bestaan. De Verenigde Communistische Partij behaalde het beste verkiezingsresultaat in 1995, de eerste verkiezingen waar het aan meedeed. Het leidde een lijstverbinding met de Sociaal-Democratische partij en haalde ruim 95.000 stemmen (4,5%), wat echter niet genoeg was voor de kiesdrempel van 5%. De communistische concurrenten "Stalinistisch Communistische Partij" en de "Communistische Partij van Georgië" bleven elk op 2% steken.[8] De leider van de Verenigde Communistische Partij, Panteleimon Giorgadze, was kandidaat voor de presidentsverkiezingen die tegelijkertijd werden gehouden en behaalde minder dan 11.000 stemmen (0,5%), waarmee hij als vierde eindigde.[9] De communistische stem ging voornamelijk naar Dzjoember Patiasjvili, de kandidaat die de partij officieel steunde,[3] en die als tweede eindigde naast winnaar Edoeard Sjevardnadze.

In 1997 was de Verenigde Communistische Partij een van de drijvers achter een 12-partijen alliantie genaamd 'Nationaal-patriottische Beweging voor de Redding van Georgië'. Deze alliantie beoogde het verenigen van alle "patriottische krachten" die hechtere banden met Rusland nastreefden en zich aan socialisme committeerden. Dit leidde uiteindelijk nergens toe, want tijdens de parlementsverkiezingen van 1999 had de Verenigde Communistische Partij slechts een lijstverbinding met de pas opgerichte Unie van Georgische Arbeidersraden. Met minder dan 29.000 stemmen (1,35%) bleef het blok ver onder de kiesdrempel van 7%.

De marginalisering van de partij zette door in najaar 2003 toen de partij meedeed met een zelfstandige lijst en volgens de officiële uitslag 0,42% van de stemmen kreeg. De verkiezingen liepen vanwege fraude uit op de Rozenrevolutie en werden ongeldig verklaard. Partijleider Giorgadze noemde de revolutie een "coup d'état georganiseerd door de Amerikanen",[10] en de partij boycotte de herhalingsverkiezing in voorjaar 2004 omdat het verkiezingsfraude verwachtte.[11]

2004-heden[bewerken | brontekst bewerken]

Ook in daaropvolgende parlementsverkiezingen deed de partij niet mee. In 2009 overleed leider Giorgadze op 83-jarige leeftijd en werd Noegzar Avaliani leider. In oktober 2013 deed hij een gooi naar het presidentschap in een veld met 22 andere kandidaten,[12] en eindigde als 19e met 664 stemmen.[13] Enkele maanden later kwam Avaliani om het leven toen hij als voetganger werd aangereden.

Pas onder de derde leider, voormalig jongerenleider Temoer Pipia, deed de partij in 2016 mee met de parlementsverkiezingen en behaalde minder dan 1.500 stemmen. De verkiezingscommissie had de partij tegengehouden in het vormen van een verkiezingsblok met het uitgesproken pro-Russische 'Neutraal Georgië' omdat deze laatste geen voorzitter geregistreerd had.[14] Pipia werd tijdens de campagne gearresteerd nadat hij in de oost-Georgische stad Telavi een tegendemonstrant bij een conventie van de 'Volksbeweging van Socialistisch Georgië' had geslagen.[15] Deze Volksbeweging werd naar aanleiding van de conventie berispt door de binnenlandse veiligheidsdienst op basis van het Vrijheidshandvest dat het uitdragen van communistisch totalitaire symbolen verbiedt,[16] en werd van de verkiezingen uitgesloten. De leider van deze partij, Valeri Kvaratschelia, die ook achter Neutraal Georgië zit, werd vervolgens lijsttrekker namens de Verenigde Communistische Partij van Georgië.[17] In de periode 2011 tot en met 2019 ontving de partij bijna 3.700 Lari aan donaties, omgerekend ongeveer 1.350 euro.[18]

In 2020 werd Pipia gearresteerd voor het bezit van artikelen in strijd met het Vrijheidshandvest, toen hij vanuit Rusland in Georgië arriveerde. Aanleiding was het bezit van medailles van de Communistische Partij van de Russische Federatie die de regels op het verbod op communistische totalitaire symbolen overtraden. Dit leidde tot vragen in het Europees Parlement van de Griekse europarlementarier Konstantinos Papadakis van de Communistische Partij van Griekenland.[19] In mei 2022 werd Pipia wederom voor het overtreden van het Vrijheidshandvest gearresteerd, vanwege het dragen van Sovjetvlaggen.[20]

Adzjarië[bewerken | brontekst bewerken]

De partij deed in de autonome republiek Adzjarië in 2004,[21] 2008,[22] en 2016[23] mee met de verkiezingen voor het autonome parlement, maar behaalde hier geen succes.

Verkiezingen[bewerken | brontekst bewerken]

Een overzicht van de landelijke verkiezingsuitslagen voor de partij. De partij deed in 2004, 2008, 2012 en 2020 niet mee met parlementsverkiezingen

Verkiezing Leider Lijst
Nr.
Proportioneel District
zetels
Totaal
zetels
+/- Opmerking
Stemmen % # Zetels
1995 Panteleimon Giorgadze 46 95.506 4,49 (4) 0 0
0 / 233
Stabiel Lijstverbinding met Sociaal-Democraten
1999 Panteleimon Giorgadze 28 28.739 1,35 (7) 0 0
0 / 235
Stabiel Lijstverbinding met Unie van Georgische Arbeidersraden
2003 Panteleimon Giorgadze 6 8.031 0,42 (10) 0 0
0 / 235
Stabiel Uitslag ongeldig verklaard.
2016 Temoer Pipia 16 1.467 0,08 (18) 0 0
0 / 150
Stabiel Lijsttrekker Valeri Kvaratschelia.
Bronnen: CESKO,[24][25] Publika.[8]

Internationale relaties[bewerken | brontekst bewerken]

De partij is internationaal lid van de Unie van Communistische Partijen van de voormalige Sovjet-Unie (UPC-CPSU),[26] het Initiatief van Communistische en Arbeiderspartijen (INITIATIVE),[27] en de Internationale Conferentie van Communistische en Arbeiderspartijen (IMCWP).[28]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]