Vormingsenthalpie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De vormingsenthalpie (onder standaardomstandigheden) is de hoeveelheid energie die nodig is voor het vormen van één mol van een verbinding uitgaande van de elementen in hun meest stabiele vorm. De vormingsenthalpie van een exotherme reactie is negatief.

Principe[bewerken | brontekst bewerken]

Men bouwt reactieproducten (soms virtueel, zie verderop) op met behulp van koolstof, (grafiet), waterstof op basis van H2, zuurstof op basis van O2 (zuurstofgas) en halogenen op basis van F2, Cl2, Br2 en I2. De enthalpie (energie-inhoud) van deze uitgangsstoffen stelt men gelijk aan 0. Wanneer de stabielste vorm een gas is, dan wordt de energie-inhoud van dit gas bij 1 bar gelijk aan 0 gesteld. Daarnaast is de vormingsenthalpie afhankelijk van de temperatuur. De vormingsenthalpie van een verbinding bij bijvoorbeeld kamertemperatuur, wordt berekend door de stabielste toestand van de elementen bij kamertemperatuur op 0 te stellen.

Als de verbinding niet in één reactie gemaakt kan worden uit de elementen, dan wordt de vormingsenthalpie bepaald met behulp van de Wet van Hess. Een uitzondering op het gebruik van de stabielste vorm is fosfor: omdat witte fosfor gemakkelijker zuiver te verkrijgen is dan de andere, stabielere allotropen gebruikt men witte fosfor als nulpunt voor de vormingsenthalpie van fosforverbindingen.[1]

Toepassing[bewerken | brontekst bewerken]

De vormingsenthalpie kan gebruikt worden om de verandering in enthalpie voor elke willekeurige reactie te berekenen, wederom op basis van de Wet van Hess. Men telt hiertoe de vormingsenthalpieën van de producten bij elkaar op en vermindert deze met die van de uitgangsstoffen. Een negatieve waarde betekent dat er energie vrijkomt bij de reactie.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]