Naar inhoud springen

Vorstendom Lüneburg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Fürstentum Lüneburg
Deel van het Heilige Roomse Rijk
 Hertogdom Brunswijk-Lüneburg 1269 – 1705 Keurvorstendom Brunswijk-Lüneburg 
Kaart
Kaart van Johannes Mellinger uit 1593
Kaart van Johannes Mellinger uit 1593
Algemene gegevens
Hoofdstad Lüneburg (1269-1378)
Celle (1378-1705)
Talen Duits, Nedersaksisch, Saterfries
Religie(s) Rooms-katholicisme (tot 1527)
Lutheranisme
Regering
Dynastie Welfen, Ascaniërs
Staatshoofd 1269-1277 Johan I
1277-1330 Otto II de Strenge
1330-1352 Otto III
1352-1369 Willem
1369-1373 Magnus met de Halsketting
1373-1388 Wenceslaus van Saksen
1388-1416 Hendrik de Milde
1416-1428 Willem de Zegerijke
1416-1428 & Hendrik de Vredelievende
1428-1434 Bernhard I
1434-1446 Otto I de Lamme
1434-1457 Frederik II de Vrome
1457-1464 Bernhard II de Vrome
1457-1471 Otto II de Overwinnaar
1472-1478 Frederik II de Vrome
1486-1520 Hendrik I de Middelste
1520-1546 Ernst de Belijder
1546-1559 Frans Otto
1559-1569 Hendrik van Dannenberg
1559-1592 Willem V
1592-1611 Ernst II
1611-1633 Christiaan
1665-1705 George Willem

Het Vorstendom Lüneburg was een keizerlijk gebied bestuurd door het geslacht van de Welfen in het Heilige Roomse Rijk op het grondgebied van de huidige Duitse deelstaat Nedersaksen. De hoofdstad was tot 1378 Lüneburg, nadien verhuisde het hof naar Celle.

Het ontstond in 1269 uit de verdeling van het hertogdom Brunswijk-Lüneburg tussen Albrecht I, die Brunswijk kreeg en Johan I die Lüneburg kreeg. Door de verwerving van talrijke graafschappen en landvoogdijgebieden in de 13e en 14e eeuw, slaagden de Lüneburgse prinsen in de vorming van een gesloten domein en een aanzienlijke uitbreiding van hun grondgebied. Na het uitsterven van de Lüneburgse lijn van de Welfen in 1369 werd de opvolging in het vorstendom de inzet van de successieoorlog in Lüneburg. De Brunswijk-tak van het geslacht Welfen stond tegenover de Ascanische Hertogen van Saksen-Wittenberg, die ondertussen door Keizer Karel IV met het vorstendom waren verbonden. In 1388 werd het conflict uiteindelijk beslist ten gunste van de Welfen, met name het geslacht van het Middelste Huis Brunswijk, in de persoon van Hendrik de Milde.

In 1428 werden de vorstendommen van Brunswijk en Lüneburg herverdeeld, waarbij het Vorstendom Lüneburg in wezen de grenzen ontving die het de volgende eeuwen zou behouden. Het Vorstendom Lüneburg bestond op dat moment uit het gebied van de huidige Landkreise Harburg, Lüneburg, Uelzen, Heidekreis, Celle, Gifhorn en Lüchow-Dannenberg op een gebied van ongeveer 12.500 km². Het was een land gedomineerd door de geestgronden van de Lüneburger Heide en de moerassen in het Urstromtal van de Elbe.

In 1527 introduceerde hertog Ernst de Belijder de reformatie in het Vorstendom, en de poging tot een contrareformatie mislukte. Onder hertog George Willem kwam het in de 17e eeuw tot een laatste bloeiperiode aan het hertogelijke hof van Celle. Uit die tijd dateren het barokke theater, de aanleg van de Franse Tuin en het ontwerp van de kasteelgevel in barokke vorm. Na zijn dood in 1705 ging het Vorstendom Lüneburg over in het keurvorstendom Hannover. Het Vorstendom bleef ook een referentiepunt voor het bestuur in het keurvorstendom, later overgegaan in het Koninkrijk Hannover. Landdrostei Lüneburg, dat uit het grondgebied van Het Prinsdom bestaat, was de voorganger van de districtsoverheid Lüneburg, die tot 2005 bestond.

Zie de categorie Fürstentum Lüneburg van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.