Wangchen Geleg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Rédacteur Tibet (overleg | bijdragen) op 27 okt 2011 om 14:48.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Wangchen Geleg
Tibetaans དབང་ཆེན་དགེ་ལེགས
Wylie dbang chen dge legs
Andere benamingen zur khang
Portaal  Portaalicoon   Tibet
Wangchen Geleg Surkhang, Phuntsog Rabgye Ragashar, vers 1949-1950, à la Mission de l'Inde à Lhassa

Wangchen Geleg, ook wel Surkhang I (1910 - 1977), was een Tibetaans politicus en militair.[1]

Familie

Surkhang Wangchen Geleg was een zoon van Surkhang Surpa. Hij trouwde rond 1939/40 met de zuster van Yutog (Tashi Döndrub).[1]

Loopbaan

Geleg begon als leekfunctionaris 7e rang in de regering van historisch Tibet. In eerste instantie werd hij benoemd tot Shipkhang Totampa (functionaris belast met meel) en Katrung (assistent-secretaris voor de Kashag). In 1933 werd hij uitgezonden als assistent van de commissaris (Dochi) in Kham. In 1938 werd hij benoemd tot generaal (Depön) in het Tibetaanse leger en kreeg hij de beschikking over een eenheid van 1500 militairen.[1]

In 1939 werd hij overgeplaatst naar de burgerlijke dienst in Lhasa. Daar werd hij in 1941 benoemd tot Phepchag Gowpa (functionaris belast met de draagkoets). In 1943 werd hij opnieuw benoemd tot assistent van de Dochi van Kham en later in augustus van dat jaar tot minister (Shappe) van Nangchen.[1]

Wangchen Geleg nam in 1947 deel aan een handelsdelegatie naar India, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en China, waartoe de Tibetaanse regering op 25 oktober dat jaar had besloten; aan het hoofd stond Tsepon Wangchug Deden Shakabpa. Doel van de handelsmissie was het invoeren van machines voor de landbouw en veeteelt in Tibet en de verwerking van wol, de ontspanning van de Indiase controle over de Tibetaanse exporten en de inkoop van goud voor Tibetaanse munten. Vanuit politiek perspectief was de missie bedoeld om de onafhankelijke status in het buitenland te benadrukken, omdat de informatie over Tibet in de wereld in die tijd voornamelijk afkomstig zou zijn geweest van Chinese bronnen.[2]

In de jaren '40 kreeg Geleg de verantwoordelijkheid over de betaling van de militairen. In 1949 werd Ngabo diens assistent die rond april 1950 zou worden benoemd tot gouverneur van Kham en in de jaren '60 voorzitter werd van de Tibetaanse Autonome Regio.[3]

In 1959, tijdens de opstand in Tibet, vluchtte Geleg met de delegatie van de veertiende dalai lama mee in ballingschap naar India.[3]

Externe link

[bron?]

  1. a b c d (en) Tibet Album, British photography in Central Tibet 1920-1950, korte persoonsbeschrijving en foto's
  2. (en) Shakabpa, Tsepon Wangchuk Deden (4e druk 1988) Tibet: A Political History, Potala Publications, New York, ISBN 0-9611474-1-5, pag. 294-295
  3. a b (en) Shakya, Tsering (2000) The Dragon in the Land of Snows - A history of modern Tibet since 1947, Penguin Compass, oorspronkelijk Columbia University Press, ISBN 978-0140196153, pag. 12-15, 203-207