Wereldkampioenschappen kunstschaatsen 1981
De Wereldkampioenschappen kunstschaatsen is een evenement dat georganiseerd wordt door de Internationale Schaatsunie.
Het WK toernooi van 1981 vond plaats in Hartford (Connecticut), Verenigde Staten. Het was de eerste keer dat de Wereldkampioenschappen Kunstschaatsen hier plaatsvonden. Hartford was de derde Amerikaanse gaststad na New York (1930) en Colorado Springs (1957, 1959, 1965, 1969 en 1975) waar het WK Kunstschaatsen plaatsvond.
Voor de mannen was het de 71e editie, voor de vrouwen de 61e editie, voor de paren de 59e editie, en voor de ijsdansers de 29e editie.
Historie
[bewerken | brontekst bewerken]De Duitse en Oostenrijkse schaatsbond, verenigd in de "Deutscher und Österreichischer Eislaufverband", organiseerden zowel het eerste EK Schaatsen voor mannen als het eerste EK Kunstrijden voor mannen in 1891 in Hamburg, Duitsland, nog voor het ISU in 1892 werd opgericht. De internationale schaatsbond nam in 1892 de organisatie van het EK Kunstrijden over. In 1895 werd besloten voortaan de Wereldkampioenschappen kunstschaatsen te organiseren en kwam het EK te vervallen. In 1896 vond de eerste editie voor de mannen plaats. Vanaf 1898 vond toch weer een herstart plaats van het EK Kunstrijden.
In 1906, tien jaar na het eerste WK voor de mannen, werd het eerste WK voor de vrouwen georganiseerd en twee jaar later, in 1908, vond het eerste WK voor de paren plaats. In 1952 werd de vierde discipline, het WK voor de ijsdansers, eraan toegevoegd.
Er werden geen kampioenschappen gehouden tijdens en direct na de Eerste Wereldoorlog (1915-1921) en tijdens en direct na de Tweede Wereldoorlog (1940-1946) en in 1961 vanwege de Sabena vlucht 548 vliegtuigramp op 15 februari op Zaventem waarbij alle passagiers, waaronder de voltallige Amerikaanse delegatie voor het WK kunstrijden op weg naar Praag, om het leven kwamen.
Deelname
[bewerken | brontekst bewerken]Er namen deelnemers uit een recordaantal van 25 landen deel aan deze kampioenschappen. Zij vulden 84 startplaatsen in.
België werd voor het eerst nadat Christine van der Putte in 1964 bij de vrouwen deelnam weer vertegenwoordigd bij het vrouwentoernooi, Editha Dotson was de vijfde Belgische die in het vrouwentoernooi uitkwam na Yvonne de Ligne (1929, 1931, 1932, 1933, 1936), Liliane de Becker (1952), Nicole Vanderberghe (1952) en Van der Putte. Bij het ijsdansen waren Karen Mankovich en Douglas Mankovich het eerste ijsdanspaar dat voor België op het WK Kunstschaatsen uitkwam.
Voor Nederland kwam Rudina Pasveer voor de tweede keer bij de vrouwen uit. Marianne van Bommel en Wayne Deweyert waren het vierde paar dat voor Nederland uitkwam bij het ijsdansen.
(Tussen haakjes het totaal aantal startplaatsen over de disciplines.)
Sovjet-Unie (9) Verenigde Staten (9) Verenigd Koninkrijk (7) Canada (6) West-Duitsland (6) Japan (5) DDR (5) |
Oostenrijk (5) China (3) Australië (2) België (2) Denemarken (2) Finland (2) |
Frankrijk (2) Hongarije (2) Italië (2) Joegoslavië (2) Nederland (2) Tsjecho-Slowakije (2) |
Zweden (2) Zwitserland (2) Nieuw-Zeeland (1) Polen (1) Spanje (1) Zuid-Korea (1) |
Medailleverdeling
[bewerken | brontekst bewerken]Bij de mannen stond een geheel nieuw trio op het erepodium, dit was behalve het eerste kampioenschap in 1896 en het eerste toernooi na de Tweede Wereldoorlog in 1947 na zeven jaar onderbreking, het tweede toernooi waarop dit plaatsvond, in 1966 vond dit voor de eerste keer plaats.
Ook bij de vrouwen stond een geheel nieuw trio op het erepodium, dit was behalve het eerste kampioenschap in 1906 en het eerste toernooi na de Eerste Wereldoorlog in 1922 na zeven jaar onderbreking, het vierde toernooi waarop dit plaatsvond, in 1949, 1953 en 1977 vond dit eerder plaats. Denise Biellmann werd de eerste Zwitserse wereldkampioene bij de vrouwen, het was de tweede wereldtitel bij het kunstschaatsen voor Zwitserland, voor haar wist alleen Hans Gerschwiler, in 1947 bij de mannen, de wereldtitel te veroveren.
Bij het paarrijden veroverden Irina Vorobieva / Igor Lisovski de wereldtitel, voor Vorobieva was het haar derde medaille, in 1976 werd ze derde en in 1977 tweede met haar toenmalige partner Alexandr Vlasov. De nummers drie van 1979, Baess / Thierbach, veroverden dit jaar de tweede plaats. Christina Riegel / Andreas Nischwitz op de derde plaats stonden voor de eerste keer op het erepodium.
Bij het ijsdansen stonden veroverde het Britse paar Jayne Torvill / Christopher Dean de wereldtitel. Het paar Irina Moiseeva / Andrei Minenkov veroverden hun zevende medaille, in 1975, 1977 werden ze wereldkampioen, in 1976, 1978 en dit jaar tweede en in 1979, 1980 derde. Natalja Bestemjanova / Andrej Boekin op de derde plaats stonden voor de eerste keer op het erepodium.
Discipline | Goud |
Zilver |
Brons |
---|---|---|---|
Mannen | Scott Hamilton | David Santee | Igor Bobrin |
Vrouwen | Denise Biellmann | Elaine Zayak | Claudia Kristofics-Binder |
Paren | Irina Vorobieva / Igor Lisovski | Sabine Baess / Tassilo Thierbach | Christina Riegel / Andreas Nischwitz |
IJsdansen | Jayne Torvill / Christopher Dean | Irina Moiseeva / Andrei Minenkov | Natalja Bestemjanova / Andrej Boekin |
Uitslagen
[bewerken | brontekst bewerken]Mannen / Vrouwen
[bewerken | brontekst bewerken]
Er deden 21 mannen uit zestien landen mee. Voor David Santee was het de zesde deelname. Voor het trio Bobrin, Pockar en Oberg was het de vijfde keer dat ze deelnamen. Igarashi en Simond namen voor de vierde keer deel. Voor Hamilton en Sabovcik was het de derde deelname. Voor vier mannen, Schramm, Filipowski, Howarth en Begovic, was het hun tweede deelname bij het mannentoernooi. Ook Robert Wagenhoffer nam voor de tweede keer deel aan het WK, in 1979 nam hij deel bij de paren met Vicki Heasley en voor Takashi Mura was het ook zijn tweede deelname, in 1980 nam hij met Yukiko Okabe deel bij de paren. Zeven mannen maakten hun WK debuut.
|
Er deden 31 vrouwen, waaronder veertien debutanten, uit 20 landen mee. Denise Biellmann en Claudia Kristofics-Binder namen voor de zesde keer deel. Kristiina Wegelius en Karin Riediger namen voor de vierde keer deel. Drie vrouwen (Cottrill, Dubravcic en Kobayashi) namen voor de derde maal deel. Voor tien vrouwen was het de tweede deelname aan het WK.
|
Paren / IJsdansen
[bewerken | brontekst bewerken]
Er deden elf paren uit zeven landen mee. Irina Vorobieva nam voor de zesde keer aan het WK deel (4x met Alexandr Vlasov, 2x met Igor Lisovski. Cherkasova / Shakhrai nam voor de vijfde keer deel. Ook Andreas Nischwitz nam voor de vijfde keer deel (2x met Susanne Scheibe en 3x met Christina Riegel). Baess / Thierbach nam voor de vierde keer deel. Underhill / Martini nam voor de derde keer deel. Vier paren, Carruthers /Carruthers, Pershina / Akbarov, Garland / Daw en Bo Luan / Bin Yao, namen voor de tweede keer deel. Ook Knut Schubert (in 1974 met Katja Schubert en dit jaar met Birgit Lorenz) en William Fauver (in 1976 met Alice Cook en dit jaar met Lea Ann Miller) namen voor de tweede keer deel. |
Er deed een recordaantal van 21 paren uit dertien landen mee. Het paar Irina Moiseeva / Andrei Minenkov nam voor de negende keer deel. Voor Jayne Torvill / Christopher Dean was het hun vierde deelname. De paren Fox / Dalley, Barber / Slater en Remport / Nagy namen voor de derde keer deel. Zes paren namen voor de tweede keer deel en tien paren maakten hun WK debuut. |