Wikipedia:Wikiproject/Verzetskranten/Beginnetjes/Vrije jacht; orgaan voor voortrekkers, leiders en oud-padvinders (verzetsblad, Amsterdam)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Hieronder zie je een beginnetje (opzetje, stub) van een Wikipedia-artikel over een Nederlandse verzetskrant uit de Tweede Wereldoorlog.

Dit beginnetje is aangemaakt in het kader van het Wikiproject Verzetskranten.

De informatie in het beginnetje is rechtstreeks overgenomen uit het boek De ondergrondse pers 1940-1945 van Lydia Winkel, in zijn geheel als PDF te vinden op Wikimedia Commons.

Onderstaand beginnetje is nog niet rijp voor de hoofdnaamruimte van Wikipedia, je kunt helpen om het te controleren of aan te vullen tot een volwaardig artikel.

In de handleiding voor deelnemers aan het Wikiproject Verzetskranten lees je hoe dit werkt.

Andere beginnetjes van verzetskrantenartikelen vind je in Wikipedia:Wikiproject/Verzetskranten/Beginnetjes


Vrije jacht; orgaan voor voortrekkers, leiders en oud-padvinders
Plaats(en) van uitgave Amsterdam
Datum eerste uitgave 1 april 1941
Datum laatste uitgave 1 augustus 1945
Taal Nederlands
Vervaardigers/redacteuren Ton Koot
Nr. in DOP van L.E. Winkel 1010
Beschrijving in catalogus 376308060
Portaal  Portaalicoon   Media

Vrije jacht; orgaan voor voortrekkers, leiders en oud-padvinders was een verzetsblad uit de Tweede Wereldoorlog, dat vanaf 1 april 1941 tot en met 1 augustus 1945 in Amsterdam werd uitgegeven...

Betrokken personen[bewerken | brontekst bewerken]

Categorie:Illegale pers in de Tweede Wereldoorlog

Ruwe tekst Winkel-lemma[bewerken | brontekst bewerken]

Hieronder staat de tekst over Vrije jacht; orgaan voor voortrekkers, leiders en oud-padvinders uit lemma nr. 1010 van De Ondergrondse Pers. Met behulp van deze tekst (en andere bronnen) kunnen Wikipedianen het bestaande artikel verbeteren. De Ondergronds Pers is ook als full-text PDF beschikbaar op Wikimedia Commons, daar is onderstaande tekst dus ook terug te vinden.

Dit blad werd door de publicist en oud-padvinderscommissaris Ton Koot uitgegeven van de dag af dat de padvindersorganisaties krachtens de verordening van de Rijkscommissaris werden ontbonden daar zij een actief instrument van de Britse culturele propaganda zouden zijn. Op deze manier trachtte Koot het contact tussen de padvinders te bewaren, hoewel de oplage van het blad zeer gering was. In elk nummer werd er echter op aangedrongen een exemplaar zes maal te vermenigvuldigen en aan broeders-padvinders door te geven. Onder het motto: 'eens padvinder - altijd padvinder' werden in 37 nummers onafgebroken waarschuwingen, raadgevingen en inlichtingen gegeven.