Willem de Jonge van Ellemeet
Willem de Jonge van Ellemeet | ||||
---|---|---|---|---|
Jhr. W.C.M. de Jonge van Ellemeet in 1966
| ||||
Volledige naam | Willem Cornelis Mary de Jonge van Ellemeet | |||
Geboren | 17 mei 1914 Deventer | |||
Overleden | 15 december 2009 (95 jaar) Wassenaar | |||
Land/zijde | Nederland | |||
Onderdeel | Koninklijke Marine | |||
Dienstjaren | 1931-1971 | |||
Rang | Viceadmiraal | |||
Onderscheidingen | zie onderscheidingen | |||
|
Willem Cornelis Mary de Jonge van Ellemeet (Deventer, 17 mei 1914 – Wassenaar, 15 december 2009) was een Nederlands vice-admiraal en commandant der Zeemacht. De Jonge was een telg uit de Nederlandse adellijke familie De Jonge en naamgenoot van zijn betovergrootvader, zijn overgrootvader (1811-1888) (conservatief Eerste Kamerlid), zijn vader (1878-1963) (generaal-majoor-titulair[1] der cavalerie, van 1924 tot 1943 adjudant van koningin Wilhelmina), zijn oudste zoon en kleinzoon.
Jeugd en vroege carrière
[bewerken | brontekst bewerken]De Jonge werd geboren en groeide op in Deventer. Op 17-jarige leeftijd begon hij zijn opleiding aan het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM). Na de opleiding diende hij vanaf 1935 in verschillende functies merendeels aan boord van verschillende schepen. Onder andere werd hij in 1936 als LTZ3 geplaatst op Hr.Ms. Java.[2] en later als LTZ2 op de onderzeeboot Hr.Ms. K XIV.[3][4]
Oorlogsjaren
[bewerken | brontekst bewerken]Toen de oorlog uitbrak in mei 1940 was De Jonge als eerste officier geplaatst op de onderzeeboot Hr. Ms. O 10. Tijdens de Duitse inval op 10 mei 1940 patrouilleerde de O10 voor de kust tussen Egmond en Bergen. Op 11 mei keerde ze terug naar Den Helder, en op 12 mei vertrok ze samen met de O9 en de sleepboot Witte Zee (Bewakingsvaartuig 5) naar Portsmouth in Engeland, waar de groep op 15 mei aankwam. Vanaf 17 mei stond de O10 onder Brits bevel en werd ingezet voor patrouillediensten.
Van 1942 tot 1944 was De Jonge eerste officier op de onderzeeboot Hr. Ms. Dolfijn, onder H.M.L.F.E. van Oostrom Soede. De Dolfijn was in die periode gestationeerd in Algiers[5][6] en opereerde in de Middellandse Zee. Ze bracht verschillende schepen tot zinken, waaronder op 9 februari 1943 de Italiaanse onderzeeboot Malachite.[7] Voor zijn aandeel ontving De Jonge het Bronzen Kruis[8].[9] Op 4 mei 1944 ontving hij een tweede Bronzen Kruis voor acties in de Middellandse Zee.[10][11]
Van 14 augustus 1944 tot 11 oktober 1944 was De Jonge commandant van de onderzeeboot Hr. Ms. O 15, waarmee hij voornamelijk onderzeebootbestrijdingsoefeningen ondersteunde.[12]
Latere carrière
[bewerken | brontekst bewerken]Van 20 oktober 1952 tot 9 mei 1953 was De Jonge commandant van het fregat Hr.Ms. De Bitter (F807).
Op 12 januari 1962 nam KTZ De Jonge van Ellemeet het commando over de lichte kruiser Hr.Ms. De Zeven Provinciën (C802) over van KTZ H.M. van den Wall Bake. Op 4 april 1962 droeg hij het weer over aan KTZ A. van Noortwijk.[13]
Daarna werd hij Plaatsvervangend Chef Marinestaf[14] en vervolgens commandant van Smaldeel 5[14] en in 1966 werd hij als viceadmiraal benoemd tot Commandant der Zeemacht in Nederland. In die functie ging De Jonge in 1968 mee op de laatste reis van de Hr. Ms. Karel Doorman die op de Noordzee oefeningen deed. Later werd De Jonge per helikopter naar De Zeven Provinciën gebracht voor het vervolg van zijn werkbezoek.
De Jonges laatste functie was Vlagofficier Personeel van de Koninklijke Marine in de Centrale Directie Gezamenlijke Militaire Personeelsdiensten en Pensioenen van het ministerie van Defensie. In deze functie was hij tevens lid van de Personeelsraad van het Ministerie van Defensie.[noot 1]
Op 1 november 1971 ging De Jonge met functioneel leeftijdsontslag (FLO). Hij overleed in Wassenaar op 95-jarige leeftijd.
Carrière
[bewerken | brontekst bewerken]Plaatsingen (selectie)
[bewerken | brontekst bewerken]- 10 mei 1940 - 6 juli 1942: eerste officier Hr. Ms. O 10[18]
- 23 september 1942 - 26 juni 1944: Hr. Ms. Dolfijn, eerste officier onder H.M.L.F.E. van Oostrom Soede. (De Dolfijn opereerde in die periode in de Middellandse Zee.)[19]
- 14 augustus 1944 - 11 oktober 1944: Commandant Hr. Ms. O 15[12][20]
- 20 oktober 1952 – 9 mei 1953: commandant Hr.Ms. De Bitter (F807)[21][noot 2]
- 12 januari 1962 – 4 april 1962: Commandant lichte kruiser Hr.Ms. De Zeven Provinciën[13]
- 4 april 1962 - 25 augustus 1964[14]: Plaatsvervangend Chef Marinestaf
- 25 augustus 1964[14] - 23 augustus 1966: Commandant Smaldeel 5
- 23 augustus 1966- 12 december 1968: Commandant der Zeemacht in Nederland
- 12 december 1968 -1 november 1971: Vlagofficier Personeel van de Koninklijke Marine tevens lid van de Personeelsraad van het ministerie van Defensie[noot 1]
Op 1 november 1971 werd hij eervol ontslagen.
Rangen
[bewerken | brontekst bewerken]- 1931: adelborst
- 17 augustus 1935: Luitenant-ter-zee der 3e klasse
- 17 augustus 1937: Luitenant-ter-zee der 2e klasse
- 17 augustus 1945: Luitenant-ter-zee der 1e klasse
- 1 mei 1955: Kapitein-luitenant-ter-zee
- 1 januari 1960: Kapitein-ter-zee
- 4 april 1962: Commandeur
- 1 mei 1965: Schout-bij-nacht
- 1 mei 1967: Viceadmiraal
Onderscheidingen
[bewerken | brontekst bewerken] Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw
Commandeur in de Orde van Oranje Nassau met de zwaarden[noot 3]
Commandeur in de Huisorde van Oranje
Bronzen Kruis met cijfer 2 (1e toekenning op 29 april 1943 en 2e toekenning op 4 mei 1944), voor activiteiten in de Middellandse Zee ).[9][11]
Oorlogsherinneringskruis met 3 gespen
Ereteken voor Orde en Vrede met 2 gespen
Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als officier met jaarteken XXXV
Huwelijksmedaille 1937 (Juliana en Bernhard)
Huwelijksmedaille 1966 (Beatrix en Claus)
Rechtsridder in de Johanniter Orde in Nederland
Vaardigheidsmedaille van het Nederlandse Olympisch Comité (NOC) in zilver
Oficial na Ordem do Mérito Naval (28 april 1955) (Officier in de Orde van Verdienste voor de Marine) (Brazilië)[26]:p47
Ridder af 1. grad af Dannebrog (Ridder 1e klasse in de Orde van de Dannebrog) (Denemarken)
Riddare i Svärdsorden (Officier in de Zwaardorde (Zweden)
- Mentioned in Despatches (MID), voor het vernietigen van de Italiaanse duikboot 4 februari 1943
De Jonge was gerechtigd tot het dragen van de volgende insignes:
Insigne van de Onderzeedienst ('Flipper')[27][28]
Persoonlijk
[bewerken | brontekst bewerken]De Jonges jongere broer Henri (Hans) (1916-1998) was ook marineofficier (kapitein-ter-zee).
In 1940 trouwde De Jonge met Baldine Adrienne Cornélie Voûte (1917-2009). Ze kregen drie zonen en een dochter en zijn de grootouders van politicus Corinne Ellemeet.
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]Voetnoten, bronnen en referenties
[bewerken | brontekst bewerken]Bronvermeldingen
- Nederland's Adelsboek (1968).
- Onderscheidingen.nl, Decorati – Tweede Wereldoorlog – Jonge van Ellemeet, Jonkheer Willem Cornelis Mary de
- (en) Unithistories.com, Persons Dutch Navy - J - Jonge van Ellemeet, jonkheer Willem Cornelis Mary de
- (en) UBoat.net, Allied Warship Commanders, Jonkheer Willem Cornelis Mary de Jonge van Ellemeet, RNN
Referenties
- ↑ Unit Histories, Persons Dutch Army, Generaal-Majoor-titulair Jonkheer W.C.M. (Willem Cornelis Mary) de Jonge van Ellemeet
- ↑ Heldersche Courant, 20 juni 1936, Marineberichten, Oost Indië, “… van den dienst der conservatie naar de Hr.Ms. Java: … de LTZ3 jhr. W.C.M. de Jonge van Ellemeet …”.
- ↑ Marineblad jrg 54, 1939 (Bijlage Lijst van Officieren der Koninklijke Marine), p4, Hr.Ms. K XIV, LTZ2 W.C.M. de Jonge van Ellemeet]
- ↑ (en) Dutch Submarines, K XIV
- ↑ Maritiem Digitaal, De officieren staande op het voordek bij het 7,6 cm. kanon. De achtergrond is gecensureerd. Op achterzijde tekst persbericht over het op 9 februari 1943 tot zinken brengen van de Italiaanse onderzeeboot Malachite. Hr.Ms. Dolfijn is in die tijd gestationeerd te Algiers. In het midden voor de commandant LTZ1 H.M.L.F.E. van Oostrum Soede en aan zijn rechterzijde LTZ2 W.E.M. de Jonge van Ellemeet. Geheel rechts vooraan een Engelse Ensign liaison-officier. De twee overige officieren kúnnen zijn LTZ3 H.J. Brakema en LTZ3 K.W. Tuinzing. Zie ook FT03843, gemaakt bij dezelfde gelegenheid.
- ↑ Maritiem Digitaal, Brug onderzeeboot Hr.Ms. Dolfijn (1942-1946) (ex-P 47). Officieren en manschappen op hun plaatsen om langszij het depot schip (onderzeebootmoederschip A 15565) te komen. Vooraan in het midden de oudste officier LTZ 2 Jhr. W.C.M. de Jonge van Ellemeet.[dode link]
- ↑ Vlaggeschip Smaldeel 5, Commandant Van Oostrom Soede
- ↑ K.B. no. 9 van 29 april 1943 – Bronzen Kruis, Middellandse Zee - vijandelijke onderzeeboten vernietigd.
- ↑ a b Defensie.nl, Onderscheidingen, Dapperheidsonderscheidingen, Bronzen Kruis: Jonge van Ellemeet, jonkheer W.C.M. de
- ↑ K.B. no. 7 van 4 mei 1944– Bronzen Kruis, Middellandse Zee - diverse onderzeebotenacties
- ↑ a b Defensie.nl, Onderscheidingen, Dapperheidsonderscheidingen, Bronzen Kruis (2e x): Jonge van Ellemeet, jonkheer W.C.M. de
- ↑ a b Dutch Submarines (Onderzeeboten), Hr.Ms. O15
- ↑ a b PDF De Zeven Provinciën. Onze Vloot. Gearchiveerd op 21 maart 2019. Geraadpleegd op 28 augustus 2020.
- ↑ a b c d Transfer of command of Squadron V by Rear-Admiral L.E.H. Rees Coming commander JRH. W.C.M. de Jonge van Ellemeet (deputy. Chief Naval Staff) aboard Hr. Ms. Airbase Ship Karel Doorman Date: August 25, 1964 Location: Den Helder
- ↑ a b Inventaris van het archief van de Directie Plannen en Arbeidsvoorwaarden Militair Personeel van het Ministerie van Defensie, 1976-1988, p12, Personeelsraad
- ↑ Leidsch Dagblad, 11 september 1976, pagina 1, De Savornin Lohman opvolger prins als inspreceur-generaal, “ ... bij de komende reorganisatie van de defensietop zal de personeelsraad verdwijnen … ”
- ↑ Nationaal Archief, Ministerie van Defensie: Legerraad, Periode: 1945-1994
- ↑ (en) Dutch Submarines, O10
- ↑ (en) Dutch Submarines, Dolfijn (1)
- ↑ (en) Dutch Submarines, O15
- ↑ a b Onze Marine – vloot, Hr.Ms. De Bitter (F807), ex-USS Rinehart (DE 196)
- ↑ NIMH Beeldbank, Hr.Ms. fregat De Bitter (1950-1962)
- ↑ Zie USS Rinehart (DE-196) en Van Amstel-class frigate op de engelstalige Wikipedia
- ↑ maritiem Digitaal, fregatten Hr.Ms. Van Amstel (1950-1967) (ex. P15, ex. USS Burrows) en Hr.Ms. De Bitter (1950-1967) (ex. P16, ex. USS Rinehart)
- ↑ Navy Inside, De Bitter F807
- ↑ E.H. Müller, Onderscheidingen van de Republiek Brazilië en hun verlening aan Nederlanders, 1890-heden
- ↑ Defensie Magazines, Alle Hens 04-2015, Flipper viert verjaardag
- ↑ Klaar voor onderwater, verenigingsblad van de onderzeedienst reunistenvereniging, nr 131, jaargang 38, maart 2015, p13, Insigne Onderzeedienst “ … Bij beschikking van de staatssecretaris van defensie (marine) van 24 februari 1965 nummer 694937 werd het insigne van de Nederlandse onderzee-dienst ingesteld, voor officieren en schepelingen. … De bevoegdheid tot het dragen van het insigne vangt aan op de dag waarop de aan de militair de aantekening van geoefendheid is toegekend. … ” (geraadpleegd 23 juli 2019)
Voetnoten
- ↑ a b De Personeelsraad was een overleg- en adviesorgaan van de ministers van Oorlog en Marine. De raad adviseerde in alle zaken betreffende het militaire personeel. Ze werd ingesteld in 1954. In de Personeelsraad zaten toen de Directeur Militair Personeel en zijn plaatsvervanger van het ministerie van Oorlog, de Vlagofficier Personeel en diens plaatsvervanger van het Ministerie van Marine, de adjudant-generaal van de landmachtstaf, de chef Personeel van de luchtmachtstaf en de stafofficier Personeel van de marinestaf, waarvan de laatste 3 ressorteerden onder de chefstaf van hun krijgsmachtdeel.[15]
Na het verdwijnen van de Centrale Directie Militair Personeel in 1963 bestond de personeelsraad uit de Vlag- en Opperofficieren Personeel van de drie krijgsmachtdelen en de directeuren van de twee centrale afdelingen van het ministerie van Defensie: de Directeur Dienstplichtzaken en de Directeur Gezamenlijke Militaire Personeelsdiensten en Pensioenen. Het voorzitterschap van de raad werd afwisselend vervuld door een van de vlag- of opperofficieren.[15] Bij de reorganisatie van de defensietop in 1976 werd de personeelsraad opgeheven en vervangen door het Comité Personeel (COP) onder de Directeur-Generaal Personeel.[16] Vergelijkbare overleg- en adviesorganen waren de Materieelraad, de Financiële Raad, de Admiraliteitsraad, de Legerraad en de Luchtmachtraad.[17] - ↑ Hr.Ms. De Bitter (F807) was een fregat uit de Van Amstelklasse van de Koninklijke Marine. Hr.Ms. De Bitter was genoemd naar commandeur Pieter de Bitter (~1620–1666), een Nederlandse kapitein die zich tijdens de Eerste Engelse oorlog – toen zijn schip was ingedeeld bij het eskader onder bevel van admiraal De Ruyter – zich tijdens de Slag bij Ter Heijde bijzonder wist te onderscheiden. Na vele jaren in de Oost te zijn geweest, waar hij onder meer in 1656 deel nam aan de verovering van Colombo, keerde De Bitter in 1663 als commandeur van de retourvloot naar Nederland terug. Hoewel er 60 Britse oorlogsschepen op hem loerden, bracht hij zijn 12 schepen behouden in de Noorse haven Bergen binnen.
De zes schepen van de Van Amstelklasse waren in 1950 van de Amerikaanse marine overgenomen. Hr.Ms. De Bitter werd als torpedobootjager USS Rinehart (DE-196) gebouwd voor de Amerikaanse marine tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Rinehart voerde in de Atlantische Oceaan en de Stille Oceaan konvooi- en escortediensten. De kiel werd gelegd op 21 oktober 1943, ze werd te water gelaten op 9 januari 1944 en in dienst gesteld op 12 februari 1944. Op 17 July 1946 werd ze opgelegd op 1 mei 1950 overgedragen aan de Koninklijke Marine onder de naam Hr.Ms. De Bitter.
Tot het einde van 1950 fungeerde het fregat als volgschip voor het vliegdekschip Hr.Ms. Karel Doorman. Vanaf 20 oktober 1952 was het schip ingedeeld bij Smaldeel 5. Op 11 mei 1954 werd het schip uit dienst gesteld en kwam het in eerste reserve.
Op 14 december 1959 werd Hr.Ms. De Bitter weer in dienst gesteld en toegevoegd aan Opleidingssmaldeel 1. Het smaldeel verleende van 1 tot 3 maart 1960 op grote schaal hulp aan slachtoffers van de aardbevingsramp in Agadir. Het fregat werd op 1 juni 1962 opnieuw uit dienst gesteld.
Op 1 oktober tot 13 december 1963 werd ze voor korte tijd opnieuw in dienst gesteld.
Op 2 november 1965 werd het fregat voor de laatste keer in dienst gesteld om vanuit Willemstad (Curaçao) dienst te doen als stationsschip. Op 7 juni 1966 was het schip weer terug in Nederland en op 22 juni 1967 werd Hr.Ms. De Bitter voor de laatste maal uit dienst gesteld en bij ministeriële beschikking nr. 741704/729330 werd het schip op 24 oktober 1967 uit de sterkte afgevoerd en op 14 februari 1968 ten bate van de Verenigde Staten voor sloop verkocht aan de firma Eckhart und Co. Te Hamburg.[21][22][23][24][25] - ↑ Militairen ontvangen de Orde van Oranje-Nassau "met de Zwaarden", wat inhoudt dat zij in plaats van een gouden of zilveren lauwerkrans een paar gekruiste zwaarden in de armen van het kruis dragen.