Windturbines in Nederland

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Windparken in Nederland)
Dit artikel gaat over windenergie in Nederland. Voor windenergie in het algemeen, zie Windenergie.

In 2022 had Nederland een totale capaciteit van 5.842 MW aan wind op land.[1] De windturbines op zee hadden dat jaar een gezamenlijk vermogen van 3.220 MW.[2] In 2021 werd door middel van windturbines 13.95 TWh aan groene stroom opgewekt, 3,14% van het totale energieverbruik in Nederland.[3]

Eind 2023 was op zee conform de planning 4,5 GW opgesteld.[4]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Bioscoopjournaal uit 1980. Veehouder Henk van Butselaar uit het Gelderse Lunteren heeft zelf een windmolen gebouwd waarmee hij voldoende energie kan opwekken om in eigen gebruik te voorzien. De resterende stroom wordt overgeheveld naar het provinciale elektriciteitsnet.

In 1990 stonden er in Nederland 323 windturbines opgesteld met een totaal vermogen van 50 MW. Het gemiddeld vermogen per geïnstalleerde windturbine was 0,155 MW. In 2014 was dit laatste gestegen naar 1,33 MW en in 2016 naar 1,62 MW.

De grootste windturbines worden voor de Nederlandse kust in de Noordzee geplaatst. In 2006 is NoordzeeWind, het eerste windpark op zee, in gebruik genomen. In 2008 volgde het Prinses Amaliawindpark. Samen vertegenwoordigden deze twee windparken in 2011 ongeveer een tiende van het windvermogen en een zesde van de elektriciteitsproductie uit windenergie. In 2015 kwam windpark Luchterduinen in bedrijf met turbines met een vermogen van 3 MW per stuk. Een jaar later kwam het (vooralsnog) grootste windpark van Nederland in bedrijf, windpark Gemini met 150 turbines van 4 MW. Het nieuwe Borssele III en IV krijgt turbines van 9,5 MW en komt in 2021 in bedrijf.

Potentie[bewerken | brontekst bewerken]

Opbrengst van een windturbine[bewerken | brontekst bewerken]

Voor meer details over de opbrengst van windturbines in het algemeen, zie Windenergie

De hoeveelheid geproduceerde elektriciteit ligt in Nederland op land op ongeveer 20 tot 40% van de capaciteit, afhankelijk van de precieze locatie en type windmolen. Gemiddeld over alle windmolens is dit ongeveer 23% (zie statistieken). Deze productie- of capaciteitsfactor is gedefinieerd als de daadwerkelijke productie gedeeld door de maximale productie, berekend op basis van het opgesteld vermogen. De windturbines draaien niet continu op vol vermogen; er waait niet altijd voldoende wind en vanwege onderhoud en storingen staan ze soms stil. Op zee waait de wind vaker en harder, waardoor de capaciteitsfactor bijna tweemaal zo hoog uitkomt als op het land. Voor de windparken op zee ligt de capaciteitsfactor tussen de 30% en 50%. In de toekomst verwacht men met nog grotere windmolens die hogere luchtlagen bereiken een capaciteitsfactor boven de 60% te kunnen halen.[5]

Windaanbod[bewerken | brontekst bewerken]

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) drukt het windaanbod voor windenergie uit met een zogenaamde Windex. Een Windex van 100 correspondeert met een gemiddelde hoeveelheid wind in de periode 1996-2005. Windexen worden zo vastgesteld sinds 1988. Over heel 2010 kwam de Windex uit op 77, een dieptepunt.[6] De elektriciteitsproductie daalde in 2010 met ongeveer 13%. De groei van het aantal windturbines was onvoldoende groot om het verminderde windaanbod te compenseren.

Op land[bewerken | brontekst bewerken]

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) publiceerde een scenario voor maximaal 11 GW wind op land in 2050.[7] In een onderzoek van o.a. de Wageningen UR wordt de ruimte voor wind op land op 17 GW geschat.[7] Urgenda publiceerde een plan voor 100% duurzame energie in 2030 met daarin 11 GW wind op land.[7]

Op zee[bewerken | brontekst bewerken]

De huidige Nederlandse windmolenparken op de Noordzee hebben een vermogensdichtheid van 4 tot 9 MW per km². Met nieuwe, grotere windmolens lijkt een vermogensdichtheid van 10 MW per km² haalbaar, bijvoorbeeld met windmolens van 10 MW die steeds op 1 km afstand van elkaar staan (dus één turbine per km²). Met een productiviteit van rond de 50% (4000-5000 vollasturen per jaar) komt dat neer op een productiedichtheid van 40 tot 50 GWh per km² per jaar.

Het Nederlandse deel van de Noordzee beslaat 57.500 km², meer dan het Nederlandse landoppervlak.[8] Vrijwel het gehele gebied heeft een waterdiepte van minder dan 50 meter en is daarmee geschikt voor de plaatsing van windturbines. Als het geheel zou worden ingericht als een windpark (met bovengenoemde dichtheden) dan zou dat 570 GW of ongeveer 2.500 TWh per jaar aan windenergie produceren (ruim 20x keer de huidige jaarlijkse Nederlandse stroomvraag van ongeveer 120 TWh[9]).

Natuurlijk zijn windmolens niet overal op de Noordzee gewenst. Zonder kuststroken (<20 km uit de kust), vaarroutes, militaire oefengebieden, gebieden met kabels en leidingen en natuurgebieden[8] blijft er ongeveer 23.000 km² (40%) over (visserij is tot op zekere hoogte mogelijk in windmolenparken).[10]

In het overgebleven gebied zou dan ruimte zijn voor ongeveer 230 GW, of ruim 1000 TWh per jaar aan windenergie. Het PBL publiceerde een scenario voor 60 GW (~300 TWh per jaar) wind op zee in 2050. Daarbij ging het uit van 5 MW per km² op 20% van de Nederlandse Noordzee.[11] In een onderzoek van o.a. de Wageningen UR wordt de ruimte voor wind op zee op 36-54 GW geschat.[7] Urgenda publiceerde een plan voor 100% duurzame energie in 2030 met daarin 30 GW wind op zee.[7]

Beleid en doelstellingen[bewerken | brontekst bewerken]

Op land[bewerken | brontekst bewerken]

De in het Energieakkoord opgenomen doelstelling voor wind op land is 6.000 MW in 2020. Volgens de Monitor Wind op Land 2018 van de RVO zal dit niet gehaald worden, maar er zal naar verwachting in 2023 wel 6.500 MW wind op land operationeel zijn.[12][13]

Op zee[bewerken | brontekst bewerken]

In het Energieakkoord is afgesproken om in 2023 4,5 GW geïnstalleerd vermogen op zee te realiseren. In het Klimaatakkoord is een doelstelling van ca. 11 GW op zee in 2030 afgesproken.[14]

Statistieken[bewerken | brontekst bewerken]

Op land[bewerken | brontekst bewerken]

Jaarproductie in Nederland op land[15]
Jaar Aantal
turbines
Opgesteld
vermogen (MW)
Jaarproductie
(GWh)
Capaciteits-
factor
(%)
2021 2.403 5.258 10.028 23,9
2020 2.175 4.235 9.801 29,0
2019 2.032 3.527 7.935 25,9
2018 2.029 3.436 6.918 23,7
2017 1.981 3.245 6.869 24,2
2016 2.041 3.300 5.901 21,0
2015 2.032 3.034 6.420 25,6
2014 2.028 2.637 5.049 22,8
2013 1.977 2.485 4.856 23,0
2012 1.882 2.205 4.193 22,4
2011 1.882 2.088 4.298 24,0
2010 1.877 2.009 3.315 19,0
2009 1.876 1.994 3.846 21,9
2008 1.942 1.921 3.664 23,7
2007 1.855 1.641 3.108 23,4
2006 1.794 1.453 2.666 22,4
2005 1.710 1.224 2.067 20,4
2004 1.654 1.075 1.871 21,6
2003 1.598 672 1.320 18,7
2002 1.454 485 947 20,2
2001 1.342 447 825
2000 1.291 447 829 21,2
1999 1.253 410 645
1998 1.193 363 640
1997 1.148 324 475
1996 1.115 296 437
1995 1.008 250 317 14,5
1994 724 152 238
1993 633 131 174
1992 497 101 147
1991 429 83 88
1990 323 50 56 12,8

Overzicht per provincie[bewerken | brontekst bewerken]

Aantal windmolens op land per provincie per einde jaar (2006-2021)[16]:
Provincie 2021 2020 2019 2018 2017 2016 2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006
Flevoland 642 621 625 640 641 648 621 638 628 584 578 580 597 596 597 584
Noord-Holland 353 345 260 274 275 306 327 329 328 329 319 322 315 305 303 290
Friesland 378 294 303 302 307 311 321 329 325 325 328 325 322 336 330 322
Zeeland 253 247 245 239 201 211 216 213 210 175 199 206 206 206 201 154
Groningen 267 251 219 218 218 198 211 212 207 209 205 205 202 272 207 247
Zuid-Holland 192 172 171 158 141 172 167 157 150 145 155 148 150 149 155 137
Noord-Brabant 132 124 114 111 111 111 94 91 81 70 65 59 52 46 41 42
Gelderland 61 53 39 39 39 39 28 27 19 19 19 19 19 20 8 8
Overijssel 29 27 25 17 17 17 17 11 11 11 3 3 3 3 3 3
Utrecht 16 17 16 16 16 13 13 8 8 5 5 5 5 4 5 2
Drenthe 61 17 9 9 9 9 9 6 3 3 3 2 2 2 2 2
Limburg 19 7 6 6 6 6 8 7 7 7 3 3 3 3 3 3
Totaal 2.403 2.175 2.032 2.029 1.981 2.041 2.032 2.028 1.977 1.882 1.882 1.877 1.876 1.942 1.855 1.794
Aantal windmolens op land per provincie per einde jaar (1990-2005)
Provincie 2005 2004 2003 2002 2001 2000 1999 1998 1997 1996 1995 1994 1993 1992 1991 1990
Flevoland 540 510 435 348 262 243 226 202 169 172 142 105 102 93 93 35
Noord-Holland 278 287 279 250 245 227 216 195 181 161 137 105 91 86 72 68
Friesland 323 315 322 325 327 320 317 315 309 298 276 206 156 121 106 92
Zeeland 159 157 147 148 138 135 134 122 135 132 129 104 100 90 61 52
Groningen 224 213 211 209 210 204 201 202 200 201 187 80 78 20 14 11
Zuid-Holland 124 125 138 114 103 102 98 99 100 95 85 82 68 59 53 40
Noord-Brabant 46 37 56 51 48 49 50 48 44 44 40 30 25 15 16 9
Gelderland 8 2 3 5
Overijssel 3 3 3
Utrecht 2 2 1 1
Drenthe 2 2 2 2
Limburg 1 1 1 1
Totaal 1.710 1.654 1.598 1.454 1.342 1.291 1.253 1.193 1.148 1.115 1.008 724 633 497 429 323

Stand december 2013:[17] 1977 grote windturbines, met samen een generatorvermogen van 2.485 MW.

Jaarproductie Vermogen Aantal
Provincie MWh % MW % Turbines %
1 Flevoland 1.322.000 27,4 772 31,1 626 31,7
2 Groningen 842.000 17,4 376 15,2 207 10,5
3 Noord-Holland 767.000 15,9 353 14,2 328 16,6
4 Zeeland 636.000 13,2 330 13,3 210 10,6
5 Zuid-Holland 501.000 10,4 269 10,9 150 7,6
6 Friesland 368.000 7,6 165 6,7 325 16,5
7 Noord-Brabant 200.000 4,1 108 4,4 76 3,8
8 Overige provincies 195.000 4,0 106 4,3 53 2,7

Op zee[bewerken | brontekst bewerken]

Windenergie in Nederland op zee[18][19][20]
Jaar Aantal
turbines
Opgesteld
vermogen (MW)
Jaarproductie
(GWh)
Capaciteits-
factor
(%)
2020 462 2.460 5.484
2019 289 957 3.573
2018 289 957 3.630 43,3
2017 289 957 3.700 44,1
2016 289 957 2.269 32,0
2015 139 357 1.130 41,0
2014 96 228 748 37,5
2013 96 228 771 38,6
2012 96 228 789 39,4
2011 96 228 802 40,1
2010 96 228 679 34,0
2009 96 228 735 36,8
2008 96 228 596 29,8
2007 36 108 330 34,8
2006 36 108 68 28,6
2005 0 0 0 -
2004 0 0 0 -
2003 0 0 0 -
2002 0 0 0 -

Lijst van windmolenparken in Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

Het adviesbureau Bosch & Van Rijn houdt in Nederland sinds 2011 een volledige database van geplaatste windturbines bij onder de naam WindStats.[21] Deze database is online toegankelijk.[22]

Op land[bewerken | brontekst bewerken]

Dit is een (incomplete) lijst van windmolenparken (bestaande uit meer dan één windturbine) in Nederland, op land en near shore.

Naam Provincie Uitbater Opening
(jaar)
Aantal
turbines
(stuks)
Totaal
vermogen
(MW)
Gem.
jaaropbr.
(GWh)
Huis-
houdens
(aantal)
VLU C.F.
(%)
Turbine-
type
Tur.
Verm.

(MW)
A.H.
(m)
Dia.
(m)
T.H.
(m)
Locatie Ref.
Windpark N33 Groningen 2020 35 147 500 140.000 Siemens Gamesa DD-130 R19 4,2 135 130 198
Windpark De Drentse Monden en Oostermoer Drenthe 2021 45 175,5 675 150.000 Nordex N131 3,9 145 131 210,5
Windpark Jaap Rodenburg Flevoland 2000 10 16,5 12.500 Vestas V66-1.65MW 1,65 67 66 100
Windpark Kubbeweg Flevoland 2006 17 34 73 25.000 2.147 24,5 Vestas V80-2MW 2,0 70 80 110 [23]
Windpark Noordoostpolder

(Windpark Zuidwester)

Flevoland 2017 86 429 1400 400.000 3.263 37,2 Enercon E-126 (38x)

Siemens 3.0DD-108 (48x)

7,5

3,0

135

95

127

108

198,5

149

[24]
Windpark Westermeerwind Flevoland 2016 48 144 160.000 Siemens SWT-3.0-108 3,0 95 108 149
Windpark A7 Friesland 2009 4 8,0 10.000 Enercon E-82 2,0 78 82 119
Windpark Fryslân* Friesland Windpark Fryslân B.V. 2021* 89 382,7 1500 500.000 3.920 44,7 Siemens Gamesa SWT-DD-130 4,3 109 130 174 [25][26]
Windpark Nij Hiddum-Houw Friesland 2022 9 41,85 Enercon E-136 EP5 4,65 109 136 177 [27]
Windpark Nijmegen Betuwe Gelderland 2016 4 10 22 7.000 2.200 25,1 Lagerwey LW100/2500 2,5 99 100 150 [28]
Windpark Hagenwind Gelderland Hagenwind 2008 8 16 32 10 000 Enercon E-82 2,0 98 82 140 51° 57' 47" NB, 6° 32' 18" OL [29]
Windpark Delfzijl Noord Groningen Eneco 2015 19 62,7 175 55.000 2.791 31,8 Nordex N100/3300 3,3 100 100 150 53° 19' 15" NB, 6° 58' 19" OL [30]
Windpark Neer Limburg 2012 5 11,5 22,5 6.200 1.957 22,3 Enercon E-82 E2 (4x)
Enercon E-92 (1x)
2,3
2,35
98 82
92
139
144
51° 18' 12" NB, 5° 56' 21" OL [31][32]
Burgerwindpark De Spinder Noord-Brabant 2019 4 9,6 Nordex N117/2400 2,4 91 116,8 [33]
Windpark Sabinapolder Noord-Brabant 2010 11 15,8
Prinses Ariane windpark Noord Holland Vattenfall Nederland 2020 82 300 370 000 Nordex N117/3600 3,675 118 117 177 52° 52' 40" NB, 5° 3' 34" OL [34]
ECN wind facilities B.V. Noord Holland CIC EWF 2021 17 niet bekend diverse 52° 49' 28" NB, 5° 5' 36" OL [34]
Windpark Burgervlotbrug Noord-Holland 2009 9 7,65 0,85
Windpark Waardpolder Noord-Holland 2020 6 21,6 3,6 120 131 [35]
Windpark Kloosterlanden Overijssel 2015 2 2,35 Enercon E-92 2,35 85 92 131
Windpark Spoorwind Overijssel 2003
2018
3 6,9 12 5.000 2.000 22,8 Lagerwey L82-2.3MW 2,3 85 82 126
Windpark Tolhuislanden Overijssel 2012 4 9,6 Enercon E-82 E2 (3x)
Enercon E-82 E3 (1x)
2,3
3,0
85 82 126
Windpark De Veenwieken Overijssel 2020 10 23,5 Enercon E-103 EP2 2,35 98 103 150
Windpark Houten Utrecht Eneco 2013 3 6,0 11,8 3.300 1.967 22,4 Vestas V90-2MW 2,0 105 90 150 52° 1' 9" NB, 5° 8' 31" OL [36]
Windpark Nieuwegein Utrecht Eneco 2015 5 10 25 7.600 2.500 28,5 Vestas V90-2MW 2,0 105 90 150 [37]
Windpark Kreekraksluis Zeeland 2013 33 82,5 55.000 Nordex N100/2500 2,5 100 100 150
Windpark Krammer Zeeland 2019 34 102 314,3 100.000 3.081 35,2 Enercon E-115 3,0 122 115 180
Windpark Bouwdokken Zeeland 2018 7 29,4 112,5 37.500 3.827 43,7 Enercon E-126 EP4 4,2 99 127 162,5
Windpark Noord-Beveland Zeeland 2021 4 14,4 12.850 Nordex N117/3600 3,6 91 117 149,5
Windpark Slufterdam Zuid-Holland Eneco, Vattenfall 2019 14 50,4 180 60.000 3.571 40,7 Vestas V112 3,6 94 112 150 [38][39]
Windpark Maasvlakte 2 Zuid-Holland Eneco 2023* 22 116,7 400 152.000 Vestas V162

(13x)

Vestas V117

(9x)

6,0

4,3

110

80

162

117

191

138,5

Windpark Nieuwe Waterweg Zuid-Holland Eneco 2019 6 20,7 75 21.000 3.623 41,3 Vestas V112 3,45 119 112 175 [40][41]
Windpark Landtong Rozenburg Zuid-Holland Eneco 2007

2015

10

2

27

6,0

?

16

37.000

5.000

?

2667

?

30,4

Vestas V90

Vestas V90

3,0

3,0

80

80

90

90

125

125

[42]
[43]
[44]
Windpark Hartelbrug II Zuid-Holland 2014 8 24 22.000 Enercon E-101 3,0 99 101 149,5
Windpark Spui Zuid-Holland 2019 5 21 13.500 Enercon E-126 EP4 4,2 135 127 198,5
Windpark Oostflakkee Zuid-Holland Kallista Energy 2021 8 32 35.000 Enercon E-126 EP3 4,0 86 127 149,5
Windpark Piet de Wit II Zuid-Holland Deltawind 2021 7 33,6 87,5 35.000 Nordex N133/4800 4,8 85 133 151,5
Windpark Westerse Polder Zuid-Holland 2021 5 20 21.000 Enercon E-126 EP3 4,0 135 127 198,5
Windpark Hogezandse Polder Zuid-Holland Eneco 2019 9 30,6 107,4 31.000 Senvion 3.4 MM122 3,4 119 122 180
Windpark Kilwind Zuid-Holland 2016 4 9,2 5.000 Enercon E-70 2,3 85 71 120,5
Windpark Heibloem Limburg Zuidenwind 2020 2 9 30 Nordex N149 4,5 125 149 200 51° 18' 38" NB, 5° 54' 49" OL [45]
Windpark Weert Limburg WeertEnergie, Eneco 2022 3 12,6 30 10000 2100 4,2 130 140 200 [46]
Windpark De Kookepan Limburg Leudal Energie 2021 3 9-13,5 Siemens Gamesa SWT-DD-130
Siemens Gamesa SWT-DD-142
3-4,5 132 130-142 200 51° 16' 56" NB, 5° 59' 21" OL [47]
Windpark Reusel de Mierden Noord-Brabant Eneco 5 10 26,028 7.400 Senvion MM100 2 100 98 51° 19' 55" NB, 5° 8' 12" OL [48]
Windpark Kabeljauwbeek Noord-Brabant Eneco 2020 5 18 46,272 15.400 Nordex N117 3.6 120 117 51° 22' 37" NB, 4° 17' 22" OL [49]
Windpark Sabina-Henrica Noord-Brabant Eneco 2014 9 27 75,405 18.000 Vestas V90 3 105 90 51° 40' 12" NB, 4° 23' 36" OL [49]
Windpark Autena Utrecht Eneco 3 9 30 8.500 Vestas V90 3 100 131 51° 58' 12" NB, 5° 6' 27" OL [50]
Windpark De Griete Zeeland pure energie 2007 2 1,6 2,8 1.120 Enercon E48/800 0,8 50 48 51° 21' 18" NB, 3° 54' 17" OL [51]
Windpark Nieuw Prinsenland Noord-Brabant pure energie 2015 4 12,8 12.720 Siemens SWT-3 3,2 90 113 51° 37' 40" NB, 4° 24' 52" OL [51]
Windpark Oud-Dintel Noord-Brabant pure energie 2016 5 16 36,3 14.520 3,2 90 108 51° 37' 40" NB, 4° 24' 52" OL [52]
Windpark Dintel Surveycom Noord-Brabant Eneco 3 9 3 90 108 51° 38' 16" NB, 4° 23' 56" OL
Totaal 492** 1700,4**

* Nog in aanbouw of gepland

** Let op: deze lijst is incompleet en bevat onvoltooide projecten

Op zee[bewerken | brontekst bewerken]

Opening
(jaar)
Naam Kustplaats Opp.
(km2)
Aantal
turbines
(stuks)
Totaal
Vermogen
(MW)
Gem.
jaaropbr.
(GWh)
Huis-
houdens
(aantal)
VLU CF
(%)
Tur.
Verm.

(MW)
A.H.(m) Dia.(m) T.H.(m)
2007 NoordzeeWind Egmond aan Zee 27 36 108 315 95.000 2.917 33,3 3,0 70 90 115
2008 Prinses Amaliawindpark IJmuiden 14 60 120 422 125.000 3.517 40,1 2,0 60 80 100
2015 Luchterduinen Noordwijk 25 43 129 531 150.000 4.116 47,0 3,0 81 112 137
2017 Gemini Ameland 68 150 600 2.600 785.000 4.333 49,4 4,0 89 130 154
2020 Borssele 1 & 2 (Ørsted) Borssele 94 752 3.210
2021 Borssele 3 & 4 (Blauwwind) Borssele 77 731 3.000
2021 Borssele 5 (Two Towers) Borssele 2 19 78
Totaal 134 462 2.459 10.169 1.155.000 4.055 46,3 3,3 79 112 135
Voor een lijst van alle windmolenparken in de Noordzee, zie Lijst van windmolenparken in de Noordzee

Toekomstige windparken in zee[bewerken | brontekst bewerken]

De Nederlandse overheid heeft als doelstelling voor 2024 voor 3,5 GW aan nieuwe windparken op zee te realiseren, en voor 2030 nog eens 7 GW, waarmee het totaal in 2030 op 11,5 GW aan geïnstalleerd vermogen komt[53]. In 2022 besloot het kabinet-Rutte IV om de doelstelling voor 2030 met 10,7 GW uit te breiden. Hiervoor zijn de volgende nieuwe windparken aangewezen:[14]

Naam Kustplaats Aantal
kavels
Tender
(jaar)
Opening
(jaar)
Opp.
(km2)
Aantal
turbines
Totaal
Vermogen
(MW)
Verwachte
jaaropbrengst
(GWh)
Huis-
houdens
(aantal)
Windpark Borssele Zeeland 5 2016 2020 344 173 1.502 6.600* 2.200.000*
Windpark Hollandse Kust Zuid Noordwijk 4 2017/19 2022/23 236 ~140 ~1.540 6.600* 2.200.000*
Windpark Hollandse Kust Noord Egmond aan Zee 1 2019 2023 268 69 759 ~3.000* ~1.000.000*
Windpark Hollandse Kust West IJmuiden 2 2021 2024/25 349 ~140* ~1.400 ~6.000* ~2.000.000*
Windpark Ten Noorden van de Waddeneilanden Schiermonnikoog 1 2022 2026 233 ~70* ~700 ~3.000* ~1.000.000*
Windpark IJmuiden Ver IJmuiden 4 2023/25 2027-30 1170 ~400* ~4.000 ~17.500* ~5.800.000*
Windpark Lagelander <2030
Windpark Nederwiek <2030
Windpark Doordewind <2030
Totaal ~1050* ~10.500 ~46.000* ~15.000.000*

* Schatting op basis van ~10 MW turbinevermogen, ~50% capaciteitsfactor en gemiddeld stroomverbruik van 3000 kWh/jaar per huishouden.

Naar verwachting zullen alle toekomstige windmolenparken worden uitgerust met grote windmolens met een vermogen van 10 MW of meer.

Voor een lijst van alle geplande windmolenparken in de Noordzee, zie Lijst van windmolenparken in de Noordzee

Discussie windturbines op land[bewerken | brontekst bewerken]

Voordelen van windturbines op land[bewerken | brontekst bewerken]

Nadelen van windturbines op land[bewerken | brontekst bewerken]

  • Over het algemeen zijn de kosten van windenergie hoger dan die van fossiele brandstoffen - ondanks dat deze al decennialang dalen.[bron?]
  • Windsnelheden zijn veranderlijk en moeilijk in te schatten.[56]
  • Inpassing van windmolens in het landschap kan als lelijk worden ervaren (horizonvervuiling).[57]
  • Voor de productie van windmolens zijn staal, kunststof en bepaalde zeldzame metalen voor de magneten in de dynamo's nodig, waarvan het winnen een kostbaar, vervuilend en energie-intensief proces is.[58]
  • Vogels worden door windmolens uit de lucht geslagen; een rij windmolens is voor vogels ongeveer even gevaarlijk als een snelweg, sommige soorten vogels (zoals eenden) blijven honderden meters uit de buurt waardoor hun habitat wordt verkleind.[59]
  • Vleermuizen komen om door de drukverschillen bij rotorbladen.[60]
  • Hinderlijke slagschaduw, nachtelijke verlichting en geluidsoverlast voor omwonenden.[61][62]
  • Waardevermindering van 8% tot 51% van woningen.[63][64] Er zijn voorbeelden van gemeenten die windturbines / windmolens als aftrekpost gebruiken bij het bepalen van de WOZ-waarde.[64]

Onduidelijkheden over windturbines op land[bewerken | brontekst bewerken]

  • De hoeveelheden geluid (hoorbaar, laagfrequent en infrasoon) die windturbines produceren. Complicerende factoren zijn de doorontwikkeling van en toenemende afmetingen van windturbines.
  • De reikwijdten van deze soorten geluid. Complicerende factoren zijn de doorontwikkeling van en toenemende afmetingen van windturbines.
  • De invloed hoorbaar geluid, laagfrequent geluid[65] en infrasoon geluid op mensen, zowel structureel (omwonenden) als incidenteel (dagjesmensen).
  • De verantwoorde afstand tussen windturbines op land en woningen. In Nederland staan windturbines vaak te dicht bij woningen, terwijl dat niet nodig is.[66] In lijn met de wetgeving over afstanden tussen windturbines en woningen in Denemarken[67], Polen[68] en de Duitse deelstaat Beieren[68] adviseren Nederlandse deskundigen om een minimale afstand aan te houden van 10x de hoogte van de turbine.[66]. Bij een windturbine met een tiphoogte van 250 meter, waar de turbineas ongeveer op 170 meter staat, is de afstand tot woningen dan minimaal 1,7 kilometer.
  • Het mogelijke effect van de 'wake' op de verspreiding van onder andere fijnstof, bij windturbines die in de buurt van snelwegen staan. Aan de achterzijde van de windturbine ontstaat een luchtstroom die lijkt op de luchtstroom aan de voorkant van een ventilator (de 'wake'). Het is onduidelijk wat de invloed is van deze 'wake' op de verspreiding van stikstof en anderen schadelijke stoffen rondom autowegen en over welke afstand de 'wake' deze schadelijke stoffen verspreidt.

Debat[bewerken | brontekst bewerken]

Er is vaak verzet van omwonenden van toekomstige windparken en windturbines vanwege angst voor overlast. Een positieve aanpak is omwonenden laten deelnemen als mede-eigenaar. De deelnemers kunnen zich dan identificeren met "hun" molen, waardoor de weerstand kan verminderen. Zo is in Kerkrade een project met 2 turbines geslaagd. Daar waren 600 participaties van 2625 euro beschikbaar voor omwonenden.

In een debat in De Telegraaf bleek in 2009 een kleine meerderheid tegen overheidsbijdragen aan windenergie.[69] In de verkiezingscampagne voor de Tweede Kamer van 2010 beweerde VVD-lijsttrekker Mark Rutte: "Windmolens draaien op subsidie". Voorstanders kwamen met tegenargumenten: subsidie aan windenergie schept een gelijk speelveld met bijvoorbeeld kolencentrales, die een indirecte subsidie ontvangen.[70]

De laatste jaren is er toenemende weerstand tegen plannen om windturbines te plaatsen. Protesten richten zich tegen gemeenten die windturbines willen plaatsen,[71] maar het gaat ook om particuliere initiatieven.[72]

In mei 2021 waarschuwen ruim 100 artsen voor de gezondheidsrisico's bij het mogelijk plaatsen van windturbines nabij Amsterdam.[73] Huisartsen in Rijssen-Holten nemen deel aan een vergadering van de gemeenteraad om hun zorgen over het initiatief om windturbines te plaatsen in de gemeente te uiten.[74] Artsen en medici hebben een landelijke organisatie opgericht om mensen voor te lichten over de gezondheidsrisico's van windturbines en wetenschappelijke literatuur toegankelijk te maken.[75]

Geluidsoverlast door windturbines[bewerken | brontekst bewerken]

Bij geluid zijn twee componenten van belang, namelijk de hoogte van geluid (Hertz / Hz) en het volume van geluid (Decibel / dB). Mensen kunnen gemiddeld genomen geluiden horen tussen de 20 Hz en 20.000 Hz en deze bovengrens neemt af naarmate men ouder wordt tot ongeveer 15.000 Hz. In Rotterdam gebruikt men bijvoorbeeld Mosquito’s, kastjes die hoogfrequent geluid maken tussen de 16.000 en 18.000 Hz om hangjongeren te verjagen, terwijl volwassen dit geluid niet kunnen horen.[76] Qua volume ligt de pijngrens voor mensen rond de 120 dB.

Geluid tussen de 20 Hz en ongeveer 200 Hz wordt aangeduid met laagfrequent geluid en dit geluid wordt omschreven als een bromtoon of zoemtoon. Geluid onder de 20 Hz is niet hoorbaar, maar kan wel voelbaar zijn. Deze trillingen worden infrasoon geluid genoemd.

Windturbines maken geluid dat voornamelijk ontstaat wanneer de wiek de mast passeert (de bekende ‘whoessj’). Naast dit pulserende geluid ontstaan er ook onregelmatig laagfrequent en infrasoon geluid door luchtverplaatsing. Hoe groter de windturbine, en hoe groter de volumes luchtverplaatsing, hoe meer laagfrequent en infrasoon geluid ontstaat.[77]

Geluid van windturbines is geen ‘natuurlijk’ geluid, waardoor de hersenen het geluid moeilijker accepteren en eigenlijk altijd onbewust gealarmeerd worden. Bij natuurlijke geluiden (bijvoorbeeld spelende kinderen op een schoolplein) is het geluid wel hoorbaar, maar schakelen de hersenen de prikkel na verloop van tijd uit. Bij het onnatuurlijke geluid van windturbines is dat niet zo. Een extra complicerende factor is het plaatsen van meerdere windturbines bij elkaar omdat er dan een onvoorspelbare kakofonie van onnatuurlijk geluid ontstaat.[77] Een kenmerkend aspect van de hinder door windturbinegeluid wordt veroorzaakt door de ‘amplitudemodulatie’, het variëren van de geluidssterkte en het ritme van de ‘whoessj’ door afwisselende windsnelheid.

Hoe en tot welke afstand de geluiden en trillingen verplaatsen is afhankelijk van het terrein rondom de windturbine, het landschap, bebouwing, windkracht, windrichting, temperatuur en kenmerken van de windturbine.[78] 's Nachts is er meer geluidsproductie omdat het dan vaak harder waait en gedurende de nacht is het geluid ook nog eens beter hoorbaar omdat andere omgevingsgeluid (bijvoorbeeld verkeer) minder is.

Door de lange golflengte komt infrasoon en laagfrequent geluid (ILFG) veel verder dan ander geluid. De afstanden wisselen door het resonantiepatroon van de golven en zijn bovendien ook moeilijk te meten. Vaak ontstaat er ook nog resonantie binnen gebouwen; de muren gaan dan ook trillen waardoor er een klankkast ontstaat voor de hoorbare geluiden en onhoorbare trillingen.[79] Hierdoor kan de geluidssterkte van infrasoon geluid binnen een woning hoger zijn dan buiten de woning.

Geluid van windturbines, en dan vooral het laag frequent en infrasoon geluid, laat zich nauwelijks voorspellen door de complexe werking van geluid. Het is niet zo dat een windturbine van 250 meter twee keer zoveel geluid zal maken als een windmolen van 125 meter. Of dat het geluid van een nieuwe turbine van 250 meter twee keer zo ver gaat komen als van een kleine van 125 meter. Wat het effect is van de grote hoeveelheden luchtverplaatsingen bij nieuwe, hoge, windturbines zal pas bekend zijn, en ervaren worden, als ze geplaatst zijn.

Records[bewerken | brontekst bewerken]

Een tijdje was de windturbine van Zoetermeer (1,5 MW vermogen, langs de A12) de hoogste turbine in Nederland. Molens met een tweemaal zo groot vermogen van 3,0 MW staan onder meer bij Neeltje Jans; ze zijn onder andere van het type Vestas V90, met een rotordiameter van 90 meter en een torenhoogte van 80 of 105 meter. Sinds april 2012 was de grootste windturbine in Nederland een Enercon E126 met een vermogen van 7,5 MW in Windpark Wieringermeer.[80]

In 2019 werd op de Maasvlakte een Haliade-X windmolen met een hoogte van 260 meter en een vermogen van 12 MW in gebruik genomen, bedoeld als demonstratiemodel voor toekomstige offshore windparken.[81]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]