Wolter Hendrik Hofstede (1783-1850)
| Wolter Hendrik Hofstede | ||||
|---|---|---|---|---|
.jpg)
| ||||
Portret door Petrus Kiers (1827)
| ||||
| Algemene informatie | ||||
| Geboren | Assen, 26 januari 1783 | |||
| Overleden | Den Haag, 27 december 1850 | |||
| Partij | Regeringsgezind | |||
| Titulatuur | Mr. | |||
| Politieke functies | ||||
| 1807- | Lid gemeenteraad Assen | |||
| 1830-1832 | Lid Tweede Kamer | |||
| 1833-1850 | Raadsheer Hoge Raad der Nederlanden | |||
| ||||
Wolter Hendrik Hofstede (Assen, 26 januari 1783 - Den Haag, 27 december 1850) was een Nederlands rechter en politicus.[1]
Familie[bewerken | brontekst bewerken]
Hofstede was een zoon van mr. Petrus Hofstede (1755-1839), landdrost en gouverneur van Drenthe en Susanna Christina Kymmell (1758-1825). In 1819 trouwde hij met Maria Wilhelmina Servatius (1799-1873), waaruit een dochter werd geboren.[2] Hij liet in dat jaar in Assen het Huis met het Stoepie bouwen.
Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]
Hofstede studeerde Romeins en hedendaags recht in Groningen en promoveerde in 1804 op zijn dissertatie De cautione usufructuaria a testatore no remittenda. Hij vestigde zich als advocaat-fiscaal in zijn geboorteplaats. Hij was vervolgens inspecteur der veenderijen (1807-1816), vrederechter in het kanton Assen (1815-1833), provinciaal betaalmeester (1816-1824), administrateur van 's Rijks schatkist (1824) en vanaf 1832 adjunct-houtvester.
In 1807 werd Hofstede gemeenteraadslid in Assen. Van 17 mei 1830 tot 15 oktober 1832 was hij lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Na zijn Kamerlidmaatschap werd hij raadsheer bij de Hoge Raad der Nederlanden (1833-ovl.).
Hofstede werd benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij overleed in 1850 op 67-jarige leeftijd.
Bronnen, noten en/of referenties
|