Naar inhoud springen

Afgraving

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Zandwinning)
De ENCI-groeve bij Maastricht

Een afgraving is een stuk land waarvan grond afgegraven is.

Economische motieven

[bewerken | brontekst bewerken]

Het land wordt vaak afgegraven ten behoeve van een economisch belang (zodat een groeve ontstaat):

Voor al deze grondstoffen werd vroeger veel smalspoor gebruikt.

Andere belangen

[bewerken | brontekst bewerken]

Het voorkomen van erosie of afkalving kunnen motieven zijn om bijvoorbeeld een steile helling af te graven, teneinde natuurwaarden of veiligheid te waarborgen. Ook worden er wel waterpartijen aangelegd of aangepast als natuurcompensatie of om verloren natuurwaarde te herstellen. Een voorbeeld van het eerste is de aanleg van de Noorderplas als compensatie voor de Tilburgse Noordoosttangent. Herstel van een vroegere toestand zien we bij de Dongevallei, waar rond 1990 landbouwgebied nauwgezet volgens de oude bodemhorizont afgegraven werd. Hierdoor herkreeg het beekdal zijn oude loop, driekwart eeuw nadat de Donge gekanaliseerd was. Zo konden zaden van moerasplanten ontkiemen na decennia begraven geweest te zijn onder meters landbouwgrond.

Veenkoloniën

[bewerken | brontekst bewerken]

Als de arbeiders naar een gebied trokken waar hoogveen werd afgegraven voor de productie van turf, ontstond daar een veenkolonie, een nederzetting bij de afgraving.

Afgravingen en recreatie

[bewerken | brontekst bewerken]

Vaak loopt een afgegraven stuk land vol water; het wordt dan een zandgat of grindgat genoemd. Deze worden wel omgevormd tot recreatieplassen. Sommige van deze meren kunnen vanwege hun diepte geschikt zijn als duiklocaties, bijvoorbeeld Botjes Zandgat in Groningen dat met een diepte tot 40 meter tot de diepste van Nederland behoort. Uitgestrekter en bekender zijn Bussloo (circa 12 meter diep) in Gelderland en IJzeren Man bij Vught. Deze laatste is echter tegenwoordig door dichtslibbing op veel plaatsen nog nauwelijks een meter diep.

Het zwemmen in zandgaten is niet zonder risico. Zo kunnen er in de zomer grote temperatuurverschillen voorkomen. De bovenlaag van het water wordt verwarmd door de zon, terwijl de diepere lagen koud blijven. Door stroming kan dat koude water naar boven komen. Zwemmers dienen daar rekening mee te houden, omdat de plotselinge koude kramp kan veroorzaken. Ook kunnen bij delen waar nog gebaggerd wordt afkalvingen optreden. Veel afgravingen zijn daarom ongeschikt of maar gedeeltelijk geschikt voor recreatie.