Zilvernitraat
| Zilvernitraat | ||||
|---|---|---|---|---|
| Structuurformule en molecuulmodel | ||||
Structuurformule van zilvernitraat
| ||||
Zilvernitraat-kristallen
| ||||
| Algemeen | ||||
| Molecuulformule | AgNO3 | |||
| IUPAC-naam | zilvernitraat | |||
| Molmassa | 169,89 g/mol | |||
| SMILES | [N+](=O)([O-])[O-].[Ag+]
| |||
| InChI | 1/Ag.NO3/c;2-1(3)4/q+1;-1
| |||
| CAS-nummer | 7761-88-8 | |||
| EG-nummer | 231-853-9 | |||
| PubChem | 24470 | |||
| Wikidata | Q207442 | |||
| Beschrijving | kleurloze kristallen die grijs worden onder invloed van licht | |||
| Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen | ||||
| H-zinnen | H314 - H410[1] | |||
| EUH-zinnen | geen | |||
| P-zinnen | P220 - P273 - P280 - P305+P351+P338 - P310 - P501[1] | |||
| Opslag | bewaren in het donker, het product is lichtgevoelig, verwijderd houden van hitte, vonken, open vlammen en brandbare producten | |||
| VN-nummer | 1493 | |||
| ADR-klasse | klasse 5,1 PG II | |||
| MAC-waarde | 0,01 mg/m³ | |||
| LD50 (ratten) | oraal 1173 mg/kg | |||
| Fysische eigenschappen | ||||
| Aggregatietoestand | vast | |||
| Kleur | kleurloos tot wit | |||
| Dichtheid | 4,352 g/cm³ | |||
| Smeltpunt | 212 °C | |||
| Kookpunt | ontleedt bij 440 °C | |||
| Oplosbaarheid in water | 2160 g/L | |||
| Goed oplosbaar in | water | |||
| Slecht oplosbaar in | ethanol | |||
| Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar). | ||||
| ||||
Zilvernitraat AgNO3 is het zilverzout van salpeterzuur. De stof komt voor als een kleurloze tot witte kristallijne vaste stof, die zeer goed oplosbaar is in water. Het nitraat is de meest gangbare vorm waarin zilver als een oplosbare verbinding wordt verhandeld en in het laboratorium wordt gebruikt. Zilvernitraat was aan het begin van de 19e eeuw een essentieel bestanddeel in de ontwikkeling van de fotografie en het werd vanaf ongeveer dezelfde tijd in de geneeskunde toegewend.
Reacties
[bewerken | brontekst bewerken]Zilvernitraat kan worden bereid door zilver in salpeterzuur op te lossen:
Het stikstofmonoxide NO dat hierbij ontstaat, reageert vervolgens weer met dizuurstof uit de lucht tot stikstofdioxide NO2. Dit is zichtbaar als bruinrode nitreuze dampen.
Zilvernitraat is in tegenstelling tot de verschillende zilverhalogeniden[2] een goed oplosbaar zout. Wanneer een zilvernitraatoplossing bij een oplossing van natriumchloride NaCl wordt gevoegd, slaat het slecht oplosbare zilverchloride neer:
Het ziet eruit als kleurloze, heldere kristallen.
Geneeskunde
[bewerken | brontekst bewerken]De eerste publicatie over het gebruik van zilver komt uit 1617, waarbij zilvernitraat onder vaste vorm werd gebruikt. Het kreeg de naam helse steen, lapis infernalis verwijzend naar de pijn bij het gebruik van de steen. Tijdens de 18e eeuw gebruikte men het bij de behandeling van chronische wonden en zweren, door met de steen in de wond te wrijven en zo wild vlees te verwijderen. Dit kwam herstel van de wond ten goede, omdat op die manier de epidermis weer kon dichtgroeien.
Johan Nepomuk Rust (1775-1840) ontdekte als een van de eerste dat zilvernitraat ook heilzaam was voor brandwonden. Hij gebruikte hiertoe zilvernitraatoplossing in een concentratie van 0,2 %. Verder werd zilver veel toegepast bij de behandeling van tetanus en reuma. Aan het einde van de 19e eeuw werd een zilvernitraatoplossing van 2 % door Carl Credé (1818-1892) gebruikt om ophthalmia neonatorum te behandelen. Er werd een oplossing van zilvernitraat gebruikt om in ogen van pasgeborenen te druppelen, de methode van Crédé, ter voorkoming van ophthalmia neonatorum. Dit werkte goed, maar als het flesje te lang open had gestaan, werd de oplossing door verdamping weleens te geconcentreerd, wat tot oogschade kon leiden. Deze preventiemethode wordt daarom niet meer gebruikt.
In contact met de vochtige huid dringt er zilverzout binnen dat daarna door het licht of anti-oxidanten wordt ontleed, zoals veel zilverzouten waarbij er behalve salpeterzuur, fijnverdeeld zilver wordt gevormd. De huid kleurt dan grijs of blauw-grijs, een aandoening die ook wel argyrie wordt genoemd. Het vindt in deze vaste vorm nog wel toepassing bij het aanstippen van wratten of wild vlees. Omdat zilvernitraat een adstringerende werking heeft, wordt het ook gebruikt om afscheiding van lichaamsvocht tegen te gaan.
Tijdens de 20e eeuw gebruikte men zilverpapier en zilvernitraatoplossing om wonden en brandwonden te behandelen en werd zilver gebruikt ter behandeling van gonorroe en verkoudheid. Zilver boette tijdens de Tweede Wereldoorlog aan populariteit in door de opkomst van penicilline en sulfonamiden, maar zilver is nooit volledig van het toneel verdwenen. Dat kwam omdat antibiotica resistent werden en door een publicatie in 1965[3] over gebruik van zilvernitraat bij brandwonden.
Zilvernitraat wordt tegenwoordig onder andere gebruikt door KNO-artsen om aderen in de neus dicht te etsen.[4]
Websites
[bewerken | brontekst bewerken]- MSDS. Silver nitrate. gearchiveerd
- (en) Gegevens van zilvernitraat in de GESTIS-stoffendatabank van het IFA