Naar inhoud springen

Zoomvegetatie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een herfstaspect van een zoom met ruigtekruiden bij een bosrand.

Een zoom is een door kruidachtige planten (soms ook halfstruiken) gedomineerde, lintvormige begroeiing op een standplaats die aan één zijde aanzienlijk meer wordt blootgesteld aan zonlicht. Zomen groeien vooral op plekken waar relatief hoger opgaande houtige begroeiingen (zoals bossen, struwelen en lanen) grenzen aan open terreinen (zoals graslanden, akkers en wegen). De meeste zomen omvatten lintvormige ruigten. Een zoom wordt doorgaans beschouwd als een lijnvormig landschapselement of ecotoop.

Normaal gesproken is een zoom een vegetatie; de zoomvormende planten hebben zich er dan spontaan gevestigd. In dat geval spreekt men van een zoomvegetatie of, in het bijzonder in de vegetatiekunde, over een zoomgemeenschap.

Incidenteel kunnen zomen ook worden ingezaaid of zelfs worden aangeplant. Deze niet spontaan gevestigde zoombegroeiingen kan men bijvoorbeeld aantreffen in heemtuinen, voedselbossen en tiny forests, waar (naar wens samengestelde) bloemrijke stroken kunnen worden ingezaaid om daar een zoombegroeiing te creëren.

Zomen van de klasse van kapvlaktegemeenschappen, aan beide kanten van een bospad

Via de syntaxonomische benadering uit de vegetatiekunde kan een zoom worden geclassificeerd tot een plantengemeenschap van een specifiek syntaxon. In Nederland en Vlaanderen komen vijf vegetatieklassen met zoomgemeenschappen voor.

Zomen zijn van groot belang voor tal van diersoorten. Bloemrijke zoombegroeiingen bevatten doorgaans veel drachtplanten voor insecten en (tevens de niet-bloemrijke zoombegroeiingen) herbergen vaak veel waardplanten. Ook vormen zomen gewoonlijk een belangrijk habitat voor broedvogels.

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Zoomvegetatie van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.