Zotskolf

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kunstwerk van David Teniers, ca. 1640
Een nar met zotskolf van Quinten Massijs (I), 16e eeuw
'Daer den geck in de mou is alsoet mach blicken can hem quaelick en houden sonder wt te kicken', Werner Jacobsz van den Valckert, 1600 - 1627

Een zotskolf, narrenstok, gekstok of marot is de staf of scepter van een nar.

Het is een houten stok met een kop erop. De kop vertoont gelijkenis met de eigenaar van de staf en is dus een mini-narretje, compleet met narrenmuts en belletjes.

Gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

De nar kan de staf gebruiken door ertegen te praten, waarbij hij een lachwekkend effect kan bereiken. Ook kan de nar de stok in zijn mouw stoppen om hem plotseling tevoorschijn te halen.

In toneelstukken kon de narrestok een zelfstandige rol spelen, maar de tekst werd natuurlijk uitgesproken door de nar[1] (zie ook buikspreken).

Ook in volksdansen speelt de stok een rol, zoals bij de Morris dance en de Căluşari.

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

  • Het gezegde alle gekheid op een stokje refereert aan de zotskolf.
  • Een sot met een marot is een rijmende titel van een personage die door de rederijkers gebruikt werd.
  • Ook de battacio of slapstick kan een lachwekkend effect teweegbrengen.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Marottes van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.