Confiteor

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Beluister het confiteor.

Het Confiteor is de naam en het beginwoord van de schuldbelijdenis in de Katholieke liturgie. Het dient om voorafgaand aan de viering van de H. Mis de menselijke en eigen zondigheid te overwegen en met een nederig hart deel te nemen aan de eucharistie.

Tekst in de gewone vorm van de Mis[bewerken | brontekst bewerken]

In de eucharistieviering (gewone vorm) luidt de tekst van de schuldbelijdenis (Actus paenitentialis) als volgt:

Latijn vertaling Nederlandse Kerkprovincie

-Allen-
Confìteor Deo omnipoténti
et vobis, fratres,
quia peccávi nimis
cogitatióne, verbo,
ópere et omissióne,
mea culpa, mea culpa, *
mea maxima culpa.
Ideo precor beátam Mariam*
semper Virgínem,
omnes Angelos et Sanctos,
et vos, fratres, oráre pro me
ad Dóminum Deum nostrum.
-Priester-
Misereatur nostri omnipotens Deus,
et dimissis peccatis nostris,
perducat nos ad vitam aeternam.
-Allen-
Amen


  • De gelovigen kloppen zich driemaal op de borst.
Ideo precor beátam Mariam semper Virgínem,
is vertaald als:
Daarom smeek ik de heilige Maagd Maria,
Ik belijd voor de almachtige God,
en voor u allen,
dat ik gezondigd heb
in woord en gedachte,
in doen en laten
door mijn schuld, door mijn schuld, *
door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria,*
altijd maagd,
alle engelen en heiligen,
en u, broeders en zusters,
voor mij te bidden tot de Heer, onze God.

Moge de almachtige God zich over ons ontfermen,
onze zonden vergeven,
en ons geleiden tot het eeuwig leven.

Amen.







Tekst in de buitengewone vorm (Tridentijnse Mis)[bewerken | brontekst bewerken]

In de Tridentijnse Mis, (buitengewone vorm), spreken de priester en de misdienaars hun schuldbelijdenis afzonderlijk uit tijdens de voetgebeden.

Latijn vertaling
Belijdenis van het volk
Confiteor Deo omnipotenti,
beatae Mariae semper Virgini,
beato Michaeli Archangelo,
beato Joanni Baptistae,
sanctis Apostolis Petro et Paulo,
omnibus Sanctis,
et tibi Pater / (et vobis fratres) *
quia peccavi nimis
cogitatione verbo, et opere:
mea culpa, mea culpa,
mea maxima culpa.
Ideo precor beatam Mariam
semper Virginem,
beatum Michaelem Archangelum,
beatum Joannem Baptistam,
sanctos Apostolos Petrum et Paulum,
omnes Sanctos,
et te Pater, / (et vos fratres)*
orare pro me ad Dominum Deum Nostrum.


-Priester-
Misereatur vestri omnipotens Deus,
et dimissis
peccatis vestris,/ (peccatis tuis,),
perducat vos ad vitam aeternam.


-misdienaar-
Amen.

-priester-
Indulgentiam, absolutionem +,
et remissionem peccatorum nostrorum,
tribuat nobis omnipotens
et misericors Dominus.
Amen.


  • /(Indien een priester geldt een afwijkende gebedsformule.)
Ik belijd voor de almachtige God,
voor de heilige Maria, altijd Maagd,
voor de heilige aartsengel Michaël,
voor de heilige Johannes de Doper,
voor de heilige apostelen Petrus en Paulus,
voor alle heiligen
en voor u Vader, (en voor u allen,) *
dat ik zeer gezondigd heb,
in gedachte, woord en daad,
door mijn schuld, door mijn schuld,
door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria,
altijd Maagd,
de heilige aartsengel Michaël,
de heilige Johannes de Doper,
de heilige apostelen Petrus en Paulus,
alle Heiligen,
en u, Vader, / (en u broeders) *
voor mij te bidden tot de Heer, onze God.



Moge de almachtige God
zich over u ontfermen,
uw zonden vergeven,
en u geleiden tot het eeuwig leven.



Amen.


Kwijtschelding, vrijspraak en
vergiffenis van onze zonden +
verlene ons de almachtige
en barmhartige Heer.
Amen.


Voor de uitreiking van de H. Communie baden het volk en misdienaars nogmaals het Confiteor. In 1961 raakte dit zogenaamde Derde Confiteor vaak buiten gebruik door enige liturgische bepalingen van Johannes XXIII.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]