Fonotaxis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Fonotaxis is een tak van de fonologie die zich bezighoudt met de toegestane combinaties van fonemen in een taal. De fonotaxis definieert aanvaardbare lettergreepstructuren en medeklinker- en klinkerclusters door middel van fonotactische beperkingen.

Zulke beperkingen zijn specifiek voor een taal. In het Japans zijn medeklinkerclusters als [st]? bijvoorbeeld niet toegestaan, anders dan in bijvoorbeeld het Nederlands. Ook is het cluster [kn]? aan het begin van een lettergreep niet toegestaan in het Engels, anders dan in het verwante Nederlands en Duits.

Lettergrepen bestaan uit een begin (altijd een medeklinker of niet-syllabische klinker), een kern (nucleus; altijd een klinker of syllabische medeklinker) en een einde (coda; altijd een medeklinker of niet-syllabische klinker). Zowel het begin als het einde is optioneel; sommige talen laten geen coda toe.

De regels van de fonotaxis zijn over het algemeen gerelateerd aan de sonoriteitshiërarchie: de nucleus heeft de grootste sonoriteit (klinkt het luidste) en de sonoriteit neemt af naarmate een klank zich verder van de nucleus af bevindt. De stemloze alveolaire wrijfklank [s]? staat lager op de sonoriteitshiërarchie dan de alveolaire laterale halfklinker [l]?, dus de combinatie [sl]? is in de Nederlandse fonologie toegestaan aan het begin van een lettergreep en [ls]? aan het einde, maar [ls]? is niet toegestaan aan het begin en [sl]? niet aan het einde. Daarom zijn slap [slɑp]? en pels [pɛɫs]? aanvaardbare Nederlandse woorden, maar *lsap en *pesl niet. Vanzelfsprekend zijn er enkele uitzonderingen op deze regel, met name in leenwoorden.