Lupinemeel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zaden van voederlupine

Lupinemeel, ook weleens bonenmeel genoemd, is afkomstig van de zaden van de blauwe lupine (Lupinus angustifolius).

Voor menselijke consumptie zijn speciale rassen veredeld. Rassen met alkaloïdarme zaden worden verwerkt tot lupinemeel gebruikt voor menselijke consumptie. Ze bevatten ongeveer 25 % vet en 40 % hoogwaardig eiwit, waaronder de essentiële aminozuren methionine en tryptofaan.

Recent onderzoek heeft uitgewezen dat lupinemeel allergische reacties kan geven. Daarom heeft het Europees Parlement besloten dat vanaf december 2008 lupine verplicht op etiketten van voedingsmiddelen moet worden vermeld, naast elf andere ingrediënten waarvoor vaak allergieën optreden.

Lupinemeel wordt sinds de jaren negentig steeds vaker verwerkt in voedingsmiddelen zoals pasta’s, koekjes (bijvoorbeeld glacékoeken en stroopwafels), pannenkoekenmeel en snacks. De voedingsmiddelenindustrie beschouwt lupine als een goed alternatief voor vaak genetisch gemodificeerde soja.

In 2014 werd de Deutscher Zukunftspreis uitgereikt aan drie medewerkers van het Fraunhofer-Gesellschaft die een proces hadden uitgevonden om pure lupine-eiwitten in poedervorm te produceren.[1] Eerst wordt de olie geabstraheerd om de bittere componenten uit de lupinezaden te halen, en vervolgens scheidt men de vezels van de proteïnen.[2] Voordelen zijn de neutrale smaak en de bijzondere eigenschap om water en olie te binden.