Maalteken

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het maalteken of vermenigvuldigingsteken () is het symbool (operator) dat tussen twee waarden geplaatst, aangeeft dat deze met elkaar moeten worden vermenigvuldigd.

Het leesteken is een iets boven de letterlijn geplaatst schuinkruisje (×). In geschreven teksten wordt in plaats hiervan ook vaak de gelijkvormige onderkast x gebruikt. In wiskundige teksten wordt in plaats van het kruisje vaak een vermenigvuldigingspunt, de daarop lijkende hoge punt () of zelfs helemaal geen teken gebruikt.

In programmeertalen wordt vaak een asterisk (*) geplaatst om een vermenigvuldiging aan te geven.

Voorbeelden
  • 5 × 3 (uitspraak: vijf maal drie of vijf keer drie)
  • 5 3
  • 5a (uitspraak: vijf a = 5 × a)
  • A * B

Ander gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Om de grootte van oppervlaktes aan te geven, wordt het maalteken eveneens gebruikt:

een kamer van 5 × 6,5 m (uitgesproken als 5 bij 6,5 meter)

Bij de botanische nomenclatuur wordt het symbool gebruikt om hybrides (kruisingen) aan te geven:

(tuin)aardbei als Fragaria × ananassa

Bij wegen met een middenberm, zoals autosnelwegen, wordt het aantal rijstroken met een maalteken aangegeven:

de weg heeft 2x2 rijstroken

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]