Rijksmonument

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Monumentenschildje voor rijksmonumenten, geïntroduceerd in 2014

Een rijksmonument is in Nederland een zaak (een bouwwerk of object, of het restant daarvan) die van algemeen belang is wegens de schoonheid, de betekenis voor de wetenschap of de cultuurhistorische waarde. Een formeel juistere aanduiding is: 'beschermd monument als bedoeld in de Erfgoedwet'.

Tot 2012 moest een monument 50 jaar of langer geleden zijn vervaardigd om in het kader van de Monumentenwet voor bescherming in aanmerking te komen. Per 1 januari 2012 is dit criterium vervallen. Gemeenten en provincies beschermen vaak ook monumenten (die dan worden aangeduid als gemeentelijke en provinciale monumenten).

Eind februari 2015 had Nederland 61.822 gebouwde rijksmonumenten (inschrijvingen, per 31 december 2011 circa 52.000 objecten) met de status rijksmonument, waarvan circa 1500 archeologische rijksmonumenten. Sinds 2007 ligt de nadruk bij nieuwe toekenningen op de wederopbouwperiode.[1][2]

Inschrijving in het register[bewerken | brontekst bewerken]

Aanwijzing rijksmonumenten in het Polygoonjournaal maart 1974

Rijksmonumenten worden aangewezen door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De rijksmonumenten zijn ingeschreven in het Monumentenregister (Vroeger artikel 1 Monumentenwet 1988, sinds 2015 artikel 3.3 van de Erfgoedwet), dat geautomatiseerd is te vinden in Monumentenregistratiesysteem (MRS), beheerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De informatie in het register is publiekelijk toegankelijk via het Monumentenregister online. De bescherming is altijd aangetekend in de openbare registers van het Kadaster en moet bij verkoop door de verkoper aan de koper worden gemeld. In 2000 werd het project Actualisering Monumentenregister gestart, om het landelijke register bij te werken en betrouwbaarder en toegankelijker te maken.

Rechten en plichten van de bescherming[bewerken | brontekst bewerken]

Rechtsgevolg van de bescherming is onder andere dat voor wijzigingen van het monument (zowel binnen als buiten en ook bij zaken als gevelreiniging of het wijzigen van het kleurbeeld) een vergunning van Burgemeester en Wethouders nodig is. Dit vereiste van een vergunning geldt overigens ook voor vrijwel alle gemeentelijke en provinciale monumenten.

Voor het onderhoud van rijksmonumenten bestaan fiscale faciliteiten. De overdrachtsbelasting bij aankoop van een rijksmonument door particuliere kopers werd in de periode vanaf 1 mei tot en met 31 december 2009 tijdelijk afgeschaft na een uitspraak van het gerechtshof in Den Haag. Zie ook: Regeling rijkssubsidiëring instandhouding monumenten.

Schildje[bewerken | brontekst bewerken]

Het blauw-witte schildje behorend bij de Haagse Conventie

Blauw-wit schildje[bewerken | brontekst bewerken]

Sommige (lang niet alle) rijksmonumenten zijn voorzien van een blauw-wit schildje. Dat schildje is in het leven geroepen tijdens de Haagse Conventie van 1954 en duidt een pand aan dat in oorlogstijd beschermd moet worden en kan dus ook voorkomen op moderne panden zoals belangrijke archieven, bibliotheken en musea.[3] De herkenbaarheid van de objecten door dit schildje moet leiden tot eerbiediging van het erfgoed door strijdende partijen tijdens gevechtshandelingen. Het is een internationaal herkenningsteken, dat reeds in vredestijd kan worden aangebracht op bepaalde rijksmonumenten, en waarvan uiterlijk, vorm en gebruik zijn vastgelegd in 1954.[4]

Rijks- en gemeentelijke schildjes[bewerken | brontekst bewerken]

In 2010 begon de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed met plannen voor het introduceren van een apart, afwijkend, schildje voor monumenten die geen blauw-wit schildje mogen dragen.[5] Op 11 september 2014 werd dit nieuwe schildje door de ANWB gepubliceerd, dat beschikbaar is voor gemeentelijke, provinciale en rijksmonumenten.[6] Het eerste monument dat dit nieuwe schildje kreeg was de Ridderzaal in Den Haag.[7]

Een groot aantal gemeenten in Nederland heeft een eigen schildje op de rijks- en gemeentelijke monumenten. Zo heeft Nijmegen een monumentenschildje in de stadskleuren rood en zwart. Op het schildje van een rijksmonument in Nijmegen staat een goudgele Nederlandse leeuw in de onderste punt van het schildje. Een gemeentelijk monument heeft in de onderste punt een witte dubbelkoppige adelaar met in het midden een dubbelstaartige leeuw uit het wapen van Nijmegen.

Tijdelijke beleidsregel aanwijzing beschermde monumenten[bewerken | brontekst bewerken]

Op 1 juli 2007 ging een tijdelijke beleidsregel van kracht (Tijdelijke beleidsregel aanwijzing beschermde monumenten 2007) in opdracht van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ronald Plasterk, waarin de aanwijzing van rijksmonumenten tot 1 januari 2009 werd opgeschort voor zaken gebouwd voor 1940. Alleen bij hoge uitzondering worden beschermde rijksmonumenten aangewezen, alleen wanneer de zaak behoort tot de ongeveer 100 meest waardevolle monumenten die zijn gebouwd in de periode 1940 tot en met 1958 (de z.g. wederopbouwarchitectuur). Deze lijst werd in de herfst van 2007 gepubliceerd, zie: Top 100 Nederlandse monumenten 1940-1958. Een groot aantal bouwwerken op die lijst is nadien inderdaad aangewezen als rijksmonument, enkele werden afgewezen. De minister koos voor deze beleidsregel omdat hij snel met de modernisering van de monumentenzorg wilde beginnen.

Een vergelijkbare maatregel gold voor de periode juli 2006 tot juli 2007.

Kritiek op monumentenbeleid[bewerken | brontekst bewerken]

Op de aanwijzing tot (rijks)monument bestaat kritiek vanuit professionele hoek. Aanwijzingsargumentaties zouden soms onder andere ernstig tekortschieten en voorzien zijn van gefantaseerde "feiten". Daarnaast zou door te ruimhartige toekenning te weinig restauratiegeld voor zeer belangrijke bouwwerken overblijven en zouden de gejuridiseerde procedures in het voordeel zijn van belangengroepen met kennis van zaken.[8]

In bredere zin wordt onder meer gesproken over behoudzucht.[9][10] Particulieren en ondernemingen kunnen/konden tevens monumentenzorg als een hindermacht ervaren als ze gehinderd blijken/bleken te worden in hun bouwplannen.[11][12] Tevens is de vraag of er verschillen zijn in het toezicht en het handhaven tussen monumenten in handen van de overheid en die van particulieren.

Lijsten van rijksmonumenten per provincie[bewerken | brontekst bewerken]

De lijsten bevatten een onderverdeling van de rijksmonumenten per gemeente in de betreffende provincie.

Gemeenten met de meeste rijksmonumenten[bewerken | brontekst bewerken]

Een overzicht van de 25 gemeenten met de meeste inschrijvingen in het rijksmonumentenregister (juli 2015). Het aantal objecten zal iets minder zijn omdat ook onderdelen van een object een aparte inschrijving kunnen hebben.[13]

# Gemeente Inschrijvingen Lijst
1. Amsterdam 7562 Lijst van monumenten in Amsterdam
2. Maastricht 1695 Lijst van rijksmonumenten in Maastricht
3. Utrecht 1510 Lijst van rijksmonumenten in Utrecht
4. Leiden 1243 Lijst van rijksmonumenten in Leiden
5. Haarlem 1180 Lijst van rijksmonumenten in Haarlem
6. Den Haag 1167 Lijst van rijksmonumenten in Den Haag
7. Middelburg 1167 Lijst van rijksmonumenten in Middelburg
8. Dordrecht 892 Lijst van rijksmonumenten in Dordrecht
9. Groningen 861 Lijst van rijksmonumenten in Groningen
10. Schouwen-Duiveland 837 Lijst van rijksmonumenten in Schouwen-Duiveland
11. Leeuwarden 819 Lijst van rijksmonumenten in Leeuwarden
12. Stichtse Vecht 804 Lijst van rijksmonumenten in Stichtse Vecht
13. Súdwest-Fryslân 747 Lijst van rijksmonumenten in Súdwest-Fryslân
14. Delft 696 Lijst van rijksmonumenten in Delft
15. Rotterdam 620 Lijst van rijksmonumenten in Rotterdam
16. Deventer 589 Lijst van rijksmonumenten in Deventer
17. Alkmaar 583 Lijst van rijksmonumenten in Alkmaar
18. Het Hogeland 581 Lijst van rijksmonumenten in Het Hogeland
19. Arnhem 574 Lijst van rijksmonumenten in Arnhem
20. Breda 577 Lijst van rijksmonumenten in Breda
21. 's-Hertogenbosch 556 Lijst van rijksmonumenten in Den Bosch
22. Harlingen 529 Lijst van rijksmonumenten in Harlingen
23. Kampen 528 Lijst van rijksmonumenten in Kampen
24. Noardeast-Fryslân 515 Lijst van rijksmonumenten in Noardeast-Fryslân
25. Waadhoeke 510 Lijst van rijksmonumenten in Waadhoeke

Steden met de meeste rijksmonumenten[bewerken | brontekst bewerken]

(De aantallen zijn vanzelfsprekend lager dan van de betreffende gemeenten)

# Stad Inschrijvingen
1. Amsterdam 7507[14]
2. Maastricht 1677[15]
3. Utrecht 1539[16]
4. Leiden 1243
5. Haarlem 1145[17]
6. Den Haag 1167
7. Middelburg 1149
8. Dordrecht 879
9. Delft 696
10. Groningen 686
11. Rotterdam 619
12. Leeuwarden 614
13. Zierikzee 562
14. Arnhem 563
15. Deventer 544
16. 's-Hertogenbosch 522
17. Harlingen 517
18. Kampen 508
19. Breda 501
20. Zwolle 482
21. Amersfoort 460
22. Alkmaar 399
23. Zutphen 393
24. Hoorn 372[18]
25. Brielle 364
26. Enkhuizen 363
27. Gouda 355
28. Wassenaar 321
29. Bergen op Zoom 308
30. Vlissingen 298

Actualiteit gegevens: 08-07-2016, monumentenregister.cultureelerfgoed.nl

Steden met de meeste rijksmonumenten in de binnenstad zijn: 1. Amsterdam, 2. Maastricht, 3. Leiden, 4. Utrecht, 5. Middelburg, 6. Haarlem, 7. Dordrecht, 8. Delft, 9. Groningen en 10. Zierikzee.[19]

Rijksmonumenten waarvan het Rijk eigenaar is[bewerken | brontekst bewerken]

De rijksoverheid heeft sommige rijksmonumenten zelf in eigendom. In 2014 heeft het Rijk 29 monumentencomplexen ondergebracht in de NMO die hiervoor gelijktijdig de Stichting Monumentenbezit heeft opgericht. Oorspronkelijk waren er dit 34, maar 5 zijn er uiteindelijk toch bij het Rijk zelf gebleven.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Rijksmonumenten van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.