Operator

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het Latijnse woord operator betekent (be)werker. Daaruit zijn in het Nederlands verschillende bijzondere betekenissen afgeleid.

In het dagelijks leven is een operator iemand die een apparaat of een installatie bedient. Een computeroperator bijvoorbeeld bediende mainframe-computers met alle randapparatuur: ponsband- en ponskaartlezers, magneetband- en magneetschijfeenheden, printers (regeldrukkers), plotters enz.

In de VS maakt men nog steeds veel gebruik van telefoonoperators om gesprekken door te verbinden.

Wiskunde[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Operator (wiskunde) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Beroep[bewerken | brontekst bewerken]

Iemand met het beroep operator is een bediener van een machine of een complete fabriek in een industriële omgeving.

Zie Operator (mens) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Operator is een term die vaak gebruikt wordt voor leden van militaire speciale eenheden

Economie[bewerken | brontekst bewerken]

In de economie is een operator een organisatie die een basisinfrastructuur uitbaat, eventueel zonder er eigenaar van te zijn, bijvoorbeeld een telefoonmaatschappij, of een bepaald soort elektriciteitsbedrijf.

Zie ook Touroperator

Genetica[bewerken | brontekst bewerken]

Een operator is in de genetica een deel van het operon dat dicht bij of op de promotor ligt.