Teletijdmachine

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De teletijdmachine is een fictief apparaat uit de stripserie Suske en Wiske. De teletijdmachine werd uitgevonden door professor Barabas. Ook in de stripreeksen Jerom, Amoras en De Kronieken van Amoras speelt de teletijdmachine een rol.

De teletijdmachine kan bij de eerste verschijning, in het verhaal Het eiland Amoras (1945), nog niet worden gebruikt om door de tijd te reizen. Men kon alleen gebeurtenissen uit het verleden zien via het beeldscherm. Het reizen in tijd kan pas in het verhaal De tuf-tuf-club (1952). Willy Vandersteen liet overigens al eerder personen door de tijd reizen in de teletijdmachine, namelijk in Tanjar de Viking dat verscheen in Ons Volk (1950).

Jerom doet zijn intrede in de verhalen door toedoen van de teletijdmachine. Dit gebeurt in De dolle musketiers (1953). De vrienden lezen in dit verhaal het boek De drie musketiers en Suske, Wiske en tante Sidonia hebben een verrassing voor Lambiks verjaardag. Ze hebben de teletijdmachine geregeld en worden naar de omgeving van Parijs (in het jaar 1603) geflitst. Aan het eind van het verhaal reist Jerom met de vrienden mee naar de toekomst. Het kan zijn dat Vandersteen werd geïnspireerd door Alley Oop, waarin een oermens naar de huidige tijd wordt gehaald door middel van een machine (1939)[1].

Reizen naar andere plaats en tijd[bewerken | brontekst bewerken]

Het woord "tele" kan je herleiden naar "ver" (zoals in televisie en teleportatie). Zoals alle tijdmachines wordt ook de teletijdmachine gebruikt om door de ruimte te reizen. Dit gebeurt niet alleen om in een andere tijd terecht te komen, maar bijvoorbeeld ook om van België naar Mexico te springen in het heden. Toch reizen de vrienden vaker met de gyronef of per vliegtuig naar verre bestemmingen.

De teletijdmachine is weleens stuk waardoor de vrienden niet naar een andere dimensie kunnen reizen, of juist niet kunnen terugkeren naar hun eigen tijd. De belevenissen in de andere dimensie kunnen dan vaak nog wel via het beeldscherm van de teletijdmachine worden gevolgd. Vaak lukt het de professor om de teletijdmachine te herstellen, zodat hij de vrienden alsnog kan terugflitsen.

Professor Barabas laat niet altijd gebruikmaken van zijn laboratorium en is ook weleens op reis. Dan gaan de vrienden vaak zelf naar het laboratorium om van de teletijdmachine gebruik te maken. Hierbij weten ze het laboratorium vaak via een raam binnen te komen. Ook reizen ze dan weleens op een andere, alternatieve manier naar het verleden, bv. door gebruik te maken van een middel dat anderen al hebben gebruikt.

Soms wordt de teletijdmachine stiekem gebruikt hoewel de professor dit nadrukkelijk heeft verboden. Maar ook wordt er weleens per ongeluk iemand door tijd en ruimte gestuurd, zoals Lambik die aan de zekeringen zit in Het wondere Wolfje (1991) of de heks Antanneke die zich heeft verstopt in het lunchpakket van de vrienden in De zeven snaren (1968).

Voordat de teletijdmachine verscheen, reisden de vrienden ook al door tijd en ruimte. Dit gebeurde dan met behulp van een object of een speciale gebeurtenis, zoals het inslaan van bliksem (bijvoorbeeld in een heilige eik), doordat ze in een hypnotische slaap gebracht worden of het drinken van een "toverdrankje". Ook na de komst van de teletijdmachine zijn er andere manieren om in een andere tijd of op een andere plaats terecht te komen.

Het komt ook weleens voor dat een van de vrienden op een of andere manier al dan niet onverwachts naar het verleden wordt gestuurd. Dan vragen de andere vrienden professor Barabas vaak om hulp omdat ze weten dat hij mensen naar het verleden kan sturen. Hij kan degene die naar het verleden is gegaan met het scherm van de teletijdmachine opsporen en dan de anderen meteen naar het juiste tijdperk flitsen om degene die daar al eerder is aangekomen te helpen en/of terug te halen.

Er zijn zelfs twee albums die zich in zijn geheel afspelen in het verleden, Het geheim van de gladiatoren (1955) en De verloren van Eyck (2020). Het geheim van de gladiatoren speelt zich af in de Romeinse tijd en De verloren van Eyck speelt zich af in de 15e eeuw, in de tijd van Jan van Eyck. In beide gevallen is niet duidelijk hoe de vrienden in het verleden terecht zijn gekomen.

In De Krimson-crisis (1988) blijkt professor Barabas ambtenaar te zijn geworden bij het Technologisch Instituut. Hij werkt er onder streng toezicht. Hij heeft alleen zijn teletijdmachine weten te verstoppen vóór de inval in zijn laboratorium. De teletijdmachine wordt gebruikt om enkele volkshelden uit het verleden naar het heden te flitsen (Jan Breydel, Pieter Breughel de Oude, Ambiorix en zijn mannen, Tijl Uilenspiegel, De Geuzen, Peter Paul Rubens en Jozef van Gansen (uit de Boerenkrijg)). Samen komen ze in opstand tegen Krimson.

In De ongelooflijke Thomas (2001) wil Lambik een demonstratie geven met de nep-miniteletijdmachine en veroorzaakt kortsluiting. Suske en Wiske ontmoeten Thomas, die zegt uit 2020 te komen, en ze worden naar zijn tijd meegenomen via een digitale telefooncel. Ze ontmoeten professor Barabas, die hen vertelt dat zijn teletijdmachine is ingevorderd door de belastinginspectie na de verdwijning van Suske en Wiske. De vrienden worden met een digitale megatijdscabine teruggebracht naar hun eigen tijd.

In De rillende rots (2010) vertelt professor Barabas dat het gevaarlijk is door de tijd te reizen als je bewusteloos bent. Hierdoor kan Wiske niet teruggeflitst worden uit een Gallisch dorp nadat haar glijscherm is geraakt door de bliksem. Professor Barabas maakt een verwijzing naar project Rainbow (een experiment met magnetische velden). De vrienden reizen met de teletijdmachine naar het verleden om Wiske te redden.

De teletijdmachine en de draagbare teletijdmachine gaan stuk in De watersater (2010). De vrienden kunnen niet weg uit de toekomst. Het blijkt echter dat de watersater oude boeken las over de beroemde professor Barabas. De watersater ontdekte tijdens duiktochten het laboratorium van professor Barabas en maakte een teletijdfoon op basis van deze ontdekkingen. Met deze teletijdfoon konden de vrienden toch teruggeflitst worden naar hun eigen tijd. In De zappende ziel komt Lambik vast te zitten in de flitsruimte als hij 29 februari 2011 intoetst op de teletijdarmband, dit is namelijk een niet bestaande datum .

In Barabas de Balorige (2013) maakt professor Barabas al zijn uitvindingen stuk, ook de teletijdmachine en teletijdarmbanden zijn onbruikbaar. De vrienden proberen aan een zombieplaag te ontkomen en moeten naar het huis van Lambik, die daar nog één exemplaar van de teletijdarmbanden heeft liggen om de professor naar het heden terug te halen.

In Het verloren verleden raakt de teletijdmachine stuk na het wegflitsen van Snoeffel en Gaffel. De batterijen van de teletijdarmbanden blijken leeg, er is nog maar één exemplaar dat werkt en de vrienden reizen Snoeffel en Gaffel achterna. Deze teletijdarmband valt stuk in het verleden, waardoor de vrienden niet terug kunnen reizen naar het heden.

Ontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]

In de loop van de verhalen worden nieuwe uitvindingen gedaan door professor Barabas:

  • In De duistere diamant (1958) worden armbanden uitgevonden, waarmee de drager zichzelf door de tijd kan verplaatsen.
  • In De zeven snaren (1967) wordt een draagbare miniatuur-teletijdmachine uitgevonden, de cabine is zo klein dat alleen Suske en Wiske tegelijk kunnen plaatsnemen. Later, in Lambik Baba, wordt deze machine aangepast en is de cabine niet langer nodig, maar er moet wel contact zijn met het apparaat om door de tijd te reizen.
  • In De bonte bollen (1998) heeft professor Barabas de teletijdmachine verbeterd en hij kan nu ook signalen uit de ruimte ontvangen met het apparaat.
  • In De primitieve paljassen (2006) is de draagbare mini-teletijdmachine verbeterd door professor Barabas. Objecten in de omgeving van het apparaat worden ook meegeflitst door tijd en ruimte. De machine wordt geactiveerd door kortsluiting en is veel krachtiger dan de professor zelf verwacht, maar de accu laat het dan afweten. Met behulp van een vlieger en een blikseminslag lukt het de vrienden terug te keren naar hun eigen tijd.
  • In De sinistere site (2007) kan de teletijdmachine ook mensen in en uit de digitale dimensie (het internet) flitsen.
  • In De kwakende queen (2011) wordt ook een teletijdfoon gebruikt.
  • In Het schrikkelspook (2014) verschijnen meerdere vernieuwingen, zoals de overrulers, de teledresser en het tijdstablet. De overrulers zorgen ervoor dat degene die de overruler draagt niet teruggeflitst kan worden door de teletijdmachine. De teledresser zorgt ervoor dat de tijdreiziger kleding krijgt die in de periode waarheen gereisd wordt normaal is, maar deze uitvinding werkt niet helemaal naar verwachting. Het tijdstablet kan een tijdspoort maken, die gebruikt kan worden om grote objecten in de tijd te laten reizen. Dit is vergelijkbaar met een wormgat. De teledresser wordt ook gebruikt in De wrede wensput(2019).
  • In De verwoede verzamelaar (2015) wordt de teletijdmachine met een coaxkabel gekoppeld aan een dvd-speler en kan kort naar de locatie van een film worden gereisd.
  • In Cromimi (2017) blijkt de gyronef een teletijdmachine te zijn, zodat hiermee door de tijd kon worden gevlogen.
  • In De geplaagde Plantijn (2023) wordt de terugflitser vervangen door een teletijdapp. Er kunnen nu ook boodschappen naar het heden worden gestuurd.
  • In De Krijtkampioen (2023) wordt een modernere versie van de allereerste teletijdmachine(waarmee alleen beelden uit het verleden konden worden geprojecteerd op een scherm) gebruikt om aan Wanda de rest van het verhaal dat Willy Vandersteen aan het begin van dit album op de stoep tekent, te laten zien, zodat ze te weten kon komen hoe dit verhaal afliep en tevens te weten kwam of Willy zijn excuses had aangeboden voor een vervelende opmerking bij haar vertrek naar Canada.

Verhalen[bewerken | brontekst bewerken]

Suske en Wiske[bewerken | brontekst bewerken]

De teletijdmachine speelt in de volgende verhalen een rol:

Jerom[bewerken | brontekst bewerken]

Ook in de stripreeks van Jerom speelt de teletijdmachine een rol:

Amoras[bewerken | brontekst bewerken]

Ook in de stripreeks Amoras speelt de teletijdmachine een rol:

  • Suske; Suske en Wiske belanden op Amoras in het jaar 2047 en de teletijdmachine ontploft, zodat de vrienden de kinderen niet terug kunnen flitsen. Krimson heeft de teletijdmachine laten scannen en heeft een eigen exemplaar laten maken op een jacht, maar deze werkt niet naar behoren.
  • Jérusalem; Professor Barabas werkt met tegenzin voor Krimson en probeert de kopie van de teletijdmachine juist af te stellen, omdat de levens van Suske en Wiske op het spel staan.
  • Krimson; Professor Barabas geeft Krimson een nieuwe versie van de teletijdarmband, waarmee hij zichzelf terug kan flitsen.
  • Lambik; Krimson kan de terugflitsfoon niet meer vinden en wacht tot professor Barabas hem van Amoras zal flitsen.
  • Wiske; Lambik gebruikt de teletijdmachine op het jacht van Krimson om naar Amoras te reizen, het jacht (en daarmee de teletijdmachine) wordt later vernietigd door piraten. Achiel blijkt de teletijdfoon in zijn bezit te hebben en Suske gebruikt deze. Tante Sidonia en professor Barabas proberen een oude versie van de teletijdmachine, die Lambik in het verleden heeft opgeslagen, werkend te krijgen en Suske verschijnt in de cabine.
  • Barabas; De terugflitsfoon wordt per ongeluk vernietigd. Professor Barabas probeert nog altijd de oude versie van de teletijdmachine te verbeteren. Jerom wordt per ongeluk naar Amoras geflitst en Lambik reist hem achterna.

De Kronieken van Amoras[bewerken | brontekst bewerken]

In De Kronieken van Amoras wordt de teletijdmachine met een 3D-printer nagebouwd op het luxejacht van Krimson. Deze tijdmachine heeft nog wat kinderziektes.

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

  • "Blab" is het geluid dat de teletijdmachine maakt, dit is een onomatopee. In latere albums is dit echter "Flits".