Zeef

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Stalen laboratoriumzeven: 1700 µm, 500 µm, en 250 µm (van links)

Een zeef of zift is een instrument dat gebruikt wordt om mengsels te scheiden op basis van korrelgrootte, of vast van vloeibaar. Wat wel of niet door de zeef valt, wordt dus gesorteerd in groter of kleiner dan de openingen in de zeef.

Toepassingen[bewerken | brontekst bewerken]

Een zeef wordt op veel verschillende manieren toegepast.

In de keuken wordt een zeef bijvoorbeeld gebruikt ter voorkoming van klontjes of om zachte vruchten doorheen te wrijven bijvoorbeeld bij het maken van jam. Een buil is een ronddraaiende zeef van fijnmazig gaas, hij wordt na het malen van meel gebruikt om het te scheiden in bloem, griesen en zemelen.

Om materialen op soort of grootte te sorteren worden zeven gebruikt bij het oogsten van landbouwproducten, in de archeologie, grondmechanica, bij forensisch onderzoek, bij het goud zoeken of bij het sorteren van (bouw)afval.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Sieves van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.