Gebruiker:Mdd/Openingen/Artikel Systeemdenken

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een ontwerp van Gebruiker:Mdd voor het Wikipedia artikel Systeemdenken, op 21 April 2009 ook als artikel in Wikipedia geintroduceerd (en daar een eigen weg gegaan).
Indruk van systeemdenken over de maatschappij.

Systeemdenken is een heel andere manier van denken: niet reductionistisch maar meer holistisch.[1] Men tracht hierbij overzicht van het geheel te behouden, in plaats van te concentreren op afzonderlijke onderdelen zonder te overwegen welke rol deze delen in het groter geheel spelen. Het is gebaseerd op het idee, dat het geheel groter is dan de som van zijn delen.[2]

Het systeemdenken is sinds de 1950er jaren ontwikkeld tot een discipline met allerlei theorie en methoden en technieken om patronen te onderkennen en effectief te wijzigen[3] Deze discipline van systeemwetenschap heeft vorm gekregen met onderzoek naar oa. algemene systeemtheorie en wiskundige systeemtheorie, en met de ontwikkeling van nieuwe specialistische systeemtheorieën oa. in bedrijfskunde, bestuurskunde, biologie, informatica, sociologie, en psychologie. Dit heeft weer geleid tot de opkomst van nieuwe interdisciplines als systems engineering of systeemkunde, systeembiologie en ecosysteemecologie.

Het systeemdenken verder uitgewerkt in de theorie en practijk van met name de gezondheidszorg, onderwijs, softwareontwikkeling, organisatieadvies, en planning & beleid.

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

Het systeemdenken wordt in de theorie en practijk wel beschreven als:

  • een benadering, waarbij de werkelijkheid beschouwd worden in termen van een systeem van variabelen, die invloed uitoefenen op elkaar.[4]
  • een eigen model om te kijken naar de werkelijkheid, naar mensen, naar situaties en gebeurtenissen.[5]
  • een manier van denken, en een manier van kijken naar dingen.[6] namelijk gericht op het vinden van relaties en patronen daarbinnen die mogelijk problemen veroorzaken.[7]

Hierbij wordt benadrukt, dat het systeemdenken zelf niet zozeer een theorie is naast andere, noch een techniek of methode om problemen te behandelen, maar een wijze om de complexe werkelijkheid te begrijpen en te beheersen.[5] Het systeemdenken is echter wel uitgewerkt in theorie en methoden en technieken. Systeemdenken onderzoekt patronen, verbanden en relaties tussen deze elementen.[8] Het geeft handvatten om de werkelijkheid, die je wilt onderzoeken, in kaart te brengen.[9] Het is het vermogen om die relaties te zien en te begrijpen, en draagt bij aan het beter begrijpen van onze complexe werkelijkheid.[10]

Het systeemdenken is volgens Van Tilburg & Keuning (1976)[11] een onderdeel in de algemene ontwikkeling in de vakwetenschap en filosofie, dat oorspronkelijk samenhangt met de bezorgtheid over de toenemende specialisatie en het onvermogen van specialisten om met andere specialisten uit andere vakgebieden te communiceren. In toenemende mate zijn wetenschappers ermee geconfroneerd om complexe samenhangen te bestuderen, bv. in de biologie en psychologie. Met het systeemdenken is hiervoor een nieuw uitgangspunt ontwikkeld om een organisme als een georganiseerd geheel te beschouwen.[11]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het systeemdenken heeft vorm gekregen met de ontwikkeling van de systeemtheorie en de systeemwetenschap in de tweede helft van de 20ste eeuw in de academische wereld.[12][13] Volgens C. West Churchman (1967) is de holistische denkwijze, die het systeemdenken kenmerkt, van alle tijden. Het is volgens hem al terug te vinden bij de Presocratici, in bv. werken als de Republiek van Plato of Ethica van Aristoteles, en in vele andere filosofische meesterwerken.[14]

Ontwikkeling van het systeem begrip[bewerken | brontekst bewerken]

Het begrip "systeem" is van Griekse oorsprong en stond voor samenstelling. In de 17de eeuw werd het begrip ingevoerd als een collectie van geordende concepten in een principiële of filosofische zin. Descartes's "Discours de la Methode" introduceerde een gecoördineerde set van regels om een coherente zekerheid te bereiken. In navolging van Descartes richtte veel filosofen zich op de ontwikkeling van een filosofisch systeem, startend vanuit enige basisstellingen.[12] In de 19de eeuw werden filosofen als Hegel en Fichte systeemdenkers genoemd ter aanduiding voor hun leer, waarin men zich rekenschap geeft van het geheel van de werkelijkheid en van het menselijk denken.[15]

Open thermodynamisch systeem

Naast dit "filosofisch systeem" begrip is in de 19de eeuw ook een "wetenschappelijk systeem" begrip ontstaan, waarbij het systeem duidde op het aandachtsgebied van de onderzoeker of wetenschapper. De Franse fysicus Sadi Carnot was een van de eerste, die het concept "systeem" in de natuurwetenschap toepaste in zijn studie van thermodynamica rond 1825. Carnot duidde het water in een stoommachine aan als een "werkende substantie", die in contact kon komen met een boiler, een koeling of een schoepenrad. De Duitse fysicus Rudolf Clausius generaliseerde dit beeld verder door het concept van een omgeving aan toe te voegen. In de 19de eeuwse thermodynamica ontwikkelde zich ook reeds het onderscheid in gesloten en open systemen.

Met de opkomst van het systeemdenken zijn er steeds weer nieuwe vormen van systemen gedefineerd, zoals complex systeem, adaptief systeem en chaotisch systeem. Wetenschappelijke disciplines zijn hin kenobjecten zelf in termen van systemen gaan defineren zoals bv het ecosysteem en de informatiesysteem.

Opkomst van het systeemdenken[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens Frans van Vught (1979) is het systeemdenken in de 20ste eeuw opgekomen in verschillende wetenschappelijke disciplines tegelijkertijd, waar onafhankelijk van elkaar systeemgerichte oriëntaties ontstonden met ieder hun eigen verhaal.[13]

In de sociologie opperde Herbert Spencer (1910)[16] als eerste het idee de samenleving te beschouwen als een omvattend sociaal system. Hij vergeleek de samenleving met een biologisch organisme, en zag een zelfde soort samenstelling van functionele eenheden. De bloedsomloop is vergelijkbaar met het economische handels- en ruilsysteem, en het zenuwstelsel met de overheid. Talcott Parsons (1951)[17] introduceerde Het begrip systeem in de sociologische theorie. Een systeem is volgens Parsons een "concept dat zowel verwijst naar een complex geheel van interdependenties tussen delen, componenten en processen die betrekking hebben op onderscheidbare regelmatigheden van een relatie, als naar een gelijksoortige interdependentie tussen een dergelijk complex geheel en zijn omgeving". Verder definieerde Walter Buckley de systeembenadering als een methode, die tracht aan te geven hoe relaties tot stand komen, georganiseerd worden en zich handhaven.[13]

In de biologie ontwikkelde de bioloog Ludwig von Bertalanffy in de eerste helft van de 20ste eeuw een theorie van open systemen. Verder overzag Bertalanffy in de toenmalige wetenschap steeds verder doorgevoerde specialisatie. De specialisatie is noodzakelijk door de toenemende complexiteit van de technieken en de theoretische structuren van ieder vakgebied. Echter als consequentie raakten vakspecialisten als de natuurkundige, bioloog, psycholoog of socioloog verstrikt in hun eigen private universum en konden zich niet meer verplaatsen in het standpunt van andere specialisten. Bertalanffy meende dat een algemene systeemtheorie hier uitkomst kon bieden.

In de psychologie was de Gestaltpsychologie zo'n systeemoriëntatie, met Wolfgang Köhler en Kurt Lewin als grondleggers. Köhler stelde, dat "evenals in de fysica bepaalde functioneel gerelateerd eenheden zijn die onlosmakelijk zijn verbonden, er ook tussen menselijke karateristieke eigenschappen (zoals bijvoorbeeld geheugen en begrip) een aantal relaties bestaat die eigenschappen onlosmakelijk verbinden".[13]

En in de economie zijn de theorie van de fysiocraten een eerste voorbeeld. Léon Walras was echter van grotere invloed op het systeemdenken in de economie. Hij was "de eerste die, op basis van de theoretische fysica, een mathematisch economisch model ontwierp".[13]

Indruk van de historische ontwikkeling van cybernetica en systeemwetenschap van de 1940er tot 1990er jaren.

Naast de opkomst van deze systeemgerichte oriëntaties, waren er in de eind 1940er jaren verschillende interdisciplinaire theorieën voorgesteld zoals cybernetica, informatietheorie en algemene systeemtheorie.

Ontwikkeling van het systeemdenken[bewerken | brontekst bewerken]

De 1960er jaren boden volgens Wilekens (1984) een geschikte omgeving voor de ontwikkeling van het systeemdenken en vooral van de systeemanalyse. Drie factoren kunnen worden vermeld:

  • De doorbraak van de computer, waardoor het mogelijk werd vele variabelen op een samenhangende wijze bij de analyse te betrekken.[18]
  • Het besef van de overdraagbaarheid van de conceptuele en analytische schema's, die waren ontwikkeld voor de studie van biologische systemen. Onder invloed van Ludwig von Bertalanffy (1968) en anderen groeide de overtuiging dat voor verschillende systemen het inzicht in het functioneren kan worden bevorderd door een analogie met biologische systemen en vooral met zelfregulerende mechanismen te beschouwen.[18]
  • De belangstelling voor de wiskundige systeemtheorie, die de theoretische grondslag vormt voor de beschrijving van dynamische systemen en voor de theorie van de optimale controle, die de wiskundige instrumenten aanreikt voor de studie van de beïnvloedbaarheid (controleerbaarheid) van dynamische processen. De belangstelling voor dit terrein van toegepaste wiskunde was voorheen beperkt tot ingenieurs die zich bezighielden met het ontwerp van zelfregulerende (cybernetische) systemen.[18]

Ontwikkelingen binnen de systeemtheorie hebben volgens Wilkens (1984) ook bijgedragen tot "een ruimere verspreiding. Als belangrijkste factor dient te worden vermeld een verschuiving van de aandacht voor modellen in het frequentiedomein naar modellen in het tijdsdomein, waardoor het accent kwam te liggen op het "state-space" model. Dit model sluit beter aan bij bestaande dynamische modellen in verschillende disciplines(ecologie, economie, demografie, geografie, etc)".[18]

De belangstelling voor het systeemdenken in de 1960er jaren heeft volgens Wilkens (1984) het "denken in verschillende disciplines beïnvloed. Ackerman, één van de eerste geografen die wees opde waarde van het systeemdenken en de systeemanalyse voor geografisch onderzoek, zag voor systems engineering een belangrijke rol weggelegd in coping with the social and economic crisis that technological change has brought. Dit citaat is een duidelijke illustratie van de geest van die tijd, waarin men dacht alle problemen aan te kunnen met de systems engineering, die de ruimtevaart zo succesvol had gemaakt. Systems engineering is het ontwerpen en sturen van systemen. In die periode was de term social systems engineering niet zeldzaam".[18] Bijvoorbeeld in de planologie ontwikkelden men grote simulatiemodellen, die complexe samenhangen in processen van stedelijke en regionale ontwikkeling overzichtelijk dienden voor te stellen.

Verdere ontwikkeling van het systeemdenken[bewerken | brontekst bewerken]

Het systeemdenken is sindsdien ontwikkeld tot een discipline met allerlei theorie en methoden en technieken om patronen te onderkennen en effectief te wijzigen[3] Deze discipline van systeemwetenschap heeft vorm gekregen met:

Dit laatste heeft mede geleid tot de opkomst van nieuwe interdisciplines als systems engineering of systeemkunde, systeembiologie en ecosysteem ecologie.

Bouwstenen van het systeemdenken[bewerken | brontekst bewerken]

Systemen en systeemdenken[bewerken | brontekst bewerken]

Het idee van systeemdenken is nauw verwant aan het idee van een systeem, en beide begrippen worden ook wel door elkaar heen gebruikt. Het verschil is echter, dat systemen over het waarneembare gaan en systeemdenken over het conceptuele. In de praktijk zijn beide echter moeilijk te scheiden, daar systemen uit het denken voortkomen en niet andersom. Systemen bestaan uit een viertal basiselementen:[19]

Uit de diverse stromingen in het systeemdenken kan volgens Hugo Meijers (2002)[19] een samengesteld en consistent raamwerk worden opgebouwd, dat kan dienen als gereedschap bij het inzichtelijk maken van complexe vraagstukken. Dit raamwerk vormt het vertrekpunt voor de toepassing van het systeemdenken. Dit denken kan nu in drie beschouwingswijzen worden uitgewerkt: Cognitief, in de afbeelding, en in het fysieke. Systeemdenken kan hier met name worden gebruikt als "ordeningsinstrument voor het leren begrijpen hoe in dingen in de dimensie van de werkelijkheid werken en waarom ze zo werken".[19]

Systeembenadering[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de systeembenadering wordt een te beschouwen situatie opgevat als een systeem in een omgeving. De overgang tussen beide is de systeemgrens.

De systeembenadering is een werkwijze om verschijnselen te bestuderen als een geheel met een onderlinge samenhang en een wisselwerking met de omgeving. De systeembenadering is in de basis een uitwerking van algemene systeemtheorie, en is op praktisch ieder vakgebied gericht uitgewerkt.

De systeembenadering is een methode van onderzoek, gebaseerd op de beginselen van de systeemtheorie. In een theoretisch onderzoek kan het doel van de systeembenadering zijn om te komen tot een zeer algemene theorie, die breed toepasbaar is. In de praktische situaties gaat het eerder om de opzet van een raamwerk voor nadere analyse.

Open versus gesloten systeemdenken[bewerken | brontekst bewerken]

Een te beschouwen verschijnsel kan men opvatten als een gesloten of een open systeem. Gesloten systemen worden geacht niet voortdurend bloot te staan aan veranderingen in de omgeving, waar het geen directe grip op heeft. Open systemen worden hierin tegen geacht rekening te houden met impulsen van buitenaf en daar adequaat op te reageren, om te voorkomen dat het verschijnselen de aansluiting bij zijn omgeving verliest.[20]

In de organisatieleer bijvoorbeeld ging het scientific management ervan uit dat een organisatie een gesloten systeem is. In de moderne bedrijfs- en bestuurskunde beschouwt men het bedrijf juist wel in haar maatschappelijke, culturele, technologische en economische context. De organisatie wordt gezien als beïnvloed door de klant, medewerker, regelgever, opinievormer, subsidieverstrekkers, aandeelhouders en het management zelf, dat zijn eigen doelstellingen en ambities heeft tegenover de organisatie.[20]

Bij bestudering van bijvoorbeeld weer de organisatie kan men nog steeds kiezen voor een open of een gesloten systeembenadering, afhankelijk van hoe veranderlijk de externe ontwikkelingen zijn. In een stabiele omgeving kan men blijven kiezen voor een gesloten systeemdenken ofwel een interne oriëntatie. Traditioneel wordt deze organisatie gezien als een mechanisch geheel met strakke taken en verantwoordelijkheden, eenzijdige procedures, en een fixatie op efficiency en reactietijd. De open-systeembenadering begint hierin tegen met het identificeren en in kaart brengen van de diverse transformatieprocessen.[20]

Vormen van systeemdenken[bewerken | brontekst bewerken]

Met de verschillende paradigmaverschuiving in de systeemdenken zijn ook verschillende vormen van systeemdenken ontstaan.

Het harde systeemdenken[bewerken | brontekst bewerken]

Het systeemdenken wat door een eerste generatie systeemdenkers in de 1950er jaren naar voren is gebracht is later wel het 'klassieke en functionalistische' systeemdenken[21] of het harde systeemdenken.

Zachte systeemdenken[bewerken | brontekst bewerken]

Zie bv Peter Checkland

Wereld-systeemdenken[bewerken | brontekst bewerken]

"Het wereld-systeemdenken is, zoals de naam zelf aangeeft, in de eerste plaats een systeembenadering die de ambitie heeft een allesomvattende verklaring te presenteren of althans een raamwerk hiervoor, een soort interpretatiekader. Hiermee is zij uiteraard de antipode van het postmodernisme en zijn afschuw voor 'grote verhalen'."[22]

De wereld-systeemtheorie valt onder de "kritische stromingen" van de internationale betrekkingen en leunt voor een deel op de theorieën van Marx. Een ander deel van de theorie leunt op het werk van de Franse historicus Fernand Braudel over de ontwikkeling van het vroege kapitalisme van 1400 tot 1800 en daarnaast is een groot deel door Wallerstein opgetekend naar aanleiding van uitgebreide ervaring in Afrika. Als laatste belangrijke invloed is de dependencia theorie te herkennen waarin de uitbuitingsrelatie van de 3e wereld door de 1e wereld centraal staat.

Chaosdenken[bewerken | brontekst bewerken]

Chaosdenken en chaostheorie is volgens van Frans van Eijnatten als "een filosofische bril die een beter beeld geeft van de omringende wereld dan het vertrouwde paradigma van de Verlichting en hij beschouwt complexiteit als het ruime en gevarieerde onderzoeksveld dat daardoor is ontstaan."[23]

Kritisch systeemdenken[bewerken | brontekst bewerken]

Zie bv. Michael C. Jackson

Toepassingen van systeemdenken[bewerken | brontekst bewerken]

Systeemtheorie[bewerken | brontekst bewerken]

Zogturbulentie kan worden beschreven met chaostheorie.

De algemene systeemtheorie is opgezet als wetenschap die een beschrijving geeft van de meest algemene kenmerken van de werkelijkheid, die men beschouwt als opgebouwd uit systemen. De term en eerste aanzet is voorgesteld door Bertalanffy rond 1950. In de jaren vijftig is het idee gegroeid tot een raamwerk van denkbeelden door de inbreng van wetenschappers uit allerlei disciplines. En in de volgende decennia zijn deze denkbeelden verder uitgewerkt in allerlei vakwetenschappen. Dit onderzoek naar algemene patronen in systemen is later vervolgt in chaostheorie en het onderzoek naar complexe systemen.

Wiskundige systeemtheorie is de leer van de wiskundige beschrijving van systemen. Deze leer richt zich enerzijds op de studie van systemen, dynamische processen en verschijnselen, die in wisselwerking staan met hun omgeving. Deze studie kan zich richten op de analyse van problemen waarbij keuzen gemaakt worden in een technisch besluitvormingsproces. Anderzijds beschrijft dit vak wiskundige modellen van systemen uit verschillende vakgebied. Een streven hierbij is om klassen van systemen wiskundig te formaliseren, en hiervoor een wiskundige theorie te ontwikkelen met bijbehorende gereedschappen en algoritmen.

In de wetenschap[bewerken | brontekst bewerken]

In de wetenschap heeft het systeemdenken geleid tot de opkomst van systeemwetenschap, een interdisciplinair vakgebied gericht op de studie van complexe systemen in de natuur, wetenschap en maatschappij. Het bestaat uit vakken als complexe systemen, cybernetica, dynamische systemen of wiskundige systeemtheorie, operations research, regeltechniek, sociale systeemtheorie, systeembiologie, systeemecologie, systeempsychologie, systems engineering of systeemkunde, en systeemtheorie.

Specifiek in de sociologie hebben ontwikkelingen in de systeemdenken geleid tot de afbouw van het eng natuurwetenschappelijk model van de sociologie. Zo ontwikkelde bijvoorbeeld Talcott Parsons in de 1960er jaren een grand theorie over sociologie, waarin economie, biologie, systeemtheorie en politicologie worden gecombineerd. Andere benaderingen uit de theorie over complexe systemen hebben geleerd, dat sociale interactie wordt geordend als gevolg van zelforganisatie.[24] Dit was het werk van onder andere de Amerikaanse bioloog Stuart Kauffman.

In de agogische praktijk[bewerken | brontekst bewerken]

De sociale systeembenadering is volgens Kloppenburg (1999) eind 1950er jaren in de agogische praktijk geïntroduceerd en is daar sindsdien jaren synoniem met gezinstherapie.[25] Deze therapie beziet "het gezin als een geheel (systeem). De gezinsleden waren leden van een systeem en de wijze waarop de leden van dit systeem met elkaar omgingen was het object van de hulpverlening. Men ontdekte dat veel gedrag van mensen kon worden verklaard vanuit de functie dat gedrag had in het geheel. Problematisch gedrag werd opgevat als een signaal dat er tussen de leden van het gezin fricties waren".[25]

Ook in de psychiatrie heeft de opvatting zich ontwikkeld, dat "psychiatrische problemen niet geïsoleerd kunnen worden begrepen, en dat een lineaire opvatting met betrekking tot psychiatrische ziekte onvoldoende aanknopingspunten biedt... In de meeste gevallen is het te simpel om de oorzaak van een psychisch probleem zuiver en alleen binnen de persoon te zoeken".[25]

In pedagogiek en onderwijskunde[bewerken | brontekst bewerken]

Het systeemdenken in pedagogiek en onderwijskunde bepleit een ruimere visie op opvoedings- en onderwijsproblemen. Pedagogische beinvloedingsprocessen en onderwijssystemen worden hierbij bezien als ingebed in een maatschappelijke context. Systeemanalyse wil hierbij hoeden voor een te eenvoudige, monocausale verklaringswijze, en wil bijdragen aan de integratie en ordening van de vele versplinterde onderzoeksgegevens.[26] Eerste theorievorming op dit gebied waren bv:[26]

  • Het relatieschema van het schoolwezen van Idenburg
  • De systeemanalyse van Coombs (1968)

Kritiek[bewerken | brontekst bewerken]

De onrealistische verwachtingen die aan de systeemanalyse werden gesteld, vormden eind 1960er jaren volgens Wilekens (1984) reeds "een basis voor een scepsis met als gevolg dat de invloed van de systeembenadering veelal beperkt bleef tot een aantal algemene concepten. De mogelijkheden die de wiskundige systeemtheorie biedt voor de verbetering en generalisatie van bestaande dynamische modellen in diverse disciplines hebben daardoor onvoldoende aandacht gekregen. Een belangrijke uitzondering is het werk van Aoki(1977)[27] die dynamische modellen uit de economie omvormden tot state-space modellen. De analyse van complexe dynamische processen kan hierdoor sterk worden vereenvoudigd omdat de eigenschappen van het state-space model voldoende bekend zijn uit de wiskundige systeemtheorie".[18]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Bill Bryan, Michael Goodman & Jaap Schaveling (2006). Systeemdenken, Academic Service.
  • Michael C. Jackson (2004). Systems Thinking: Creative Holism for Managers.
  • Nic J.T.A. Kramer & J. De Smit (1991). Systeemdenken, Stenfert Kroese. Leiden/Antwerpen.
  • Jan in 't Veld, Bé Slatius & Marylse in 't Veld (2007). Analyse van bedrijfsprocessen: Een toepassing van denken in systemen, Wolters-Noordhoff.
  • W.van Tilburg & F. Milders (Red.) (1988). Systeemdenken in de Psychiatrie. Assen/Maastricht: Bunge.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Wikiquote heeft een of meer citaten van of over systeemdenken.

Categorie:Systeemtheorie

de:Systemdenken (Systemtheorie) en:Systems thinking es:Pensamiento sistémico it:Pensiero sistemico ja:システムズシンキング pl:Systems thinking pt:Pensamento sistêmico ru:Системный подход sk:Systémové myslenie zh:系統思維