Altenglanerpeton

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Altenglanerpeton
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Laat-Carboon of Laat-Perm
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Amfibia (Amfibieën)
Geslacht
Altenglanerpeton
Glienke, 2012
Typesoort
Altenglanerpeton schroederi
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Altenglanerpeton[1][2] is een geslacht van uitgestorven Microsauria uit het Laat-Carboon of Vroeg-Perm van Duitsland.

Naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]

Altenglanerpeton werd in 2012 door Sabine Glienke benoemd naar de Altenglanformatie. Het type en enige soort is Altenglanerpeton schroederi. De geslachtsnaam verbindt de Altenglan met een Grieks herpeton, 'kruipend dier'.

Het holotype is BGR(B) X 609, een enkel gedeeltelijk skelet van een ontsluiting van de Altenglanformatie, die deel uitmaakt van het Saar-Nahe-bekken. De Altenglanformatie dateert uit de Carboon-Perm-overgang, ongeveer 299 miljoen jaar geleden. Het skelet werd ergens in de jaren 1870 ontdekt in het dorp Wirschweiler en werd voor het eerst beschreven in 1939 door de Duitse paleontoloog Eckart Schröder. Schröder wees het exemplaar voorlopig toe aan de microsauriër Microbrachis, hoewel de classificatie ervan als microsauriër in latere jaren in twijfel werd getrokken. Schròder wordt geëerd in de soortaanduiding.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Het holotype skelet omvat een verbrijzelde schedel, bewaard in dorsaal of bovenaanzicht, en een rechte reeks aan wervels en bijbehorende ribben die slecht bewaard zijn gebleven. De voorpoten en delen van de schoudergordel zijn ook bewaard gebleven. De achterpoten en staart ontbreken. Altenglanerpeton heeft een robuuste schedel met kleine, wijd uit elkaar geplaatste oogkassen. De schedel lijkt zowel van boven als van opzij driehoekig, omdat hij een smalle en spitse snuit heeft. Een onderscheidend kenmerk van Altenglanerpeton is de verlenging van de jukbeenderen tot ver voor de oogkassen. In tegenstelling tot veel andere microsauriërs, mist Altenglanerpeton een netwerk van zijlijngroeven over zijn schedel. Altenglanerpeton heeft een langwerpig lichaam met ongeveer dertig eenvoudige spoelvormige wervels en kleine, slecht ontwikkelde ledematen. Het lijkt qua uiterlijk op de ostodolepiden Micraroter en Pelodosotis, die beide lange lichamen en kleine ledematen hebben.

Fylogenie[bewerken | brontekst bewerken]

Altenglanerpeton behoort tot een groep vroege 'amfibieën' (tetrapoden met een zwemmende larvale fase) die microsauriërs worden genoemd en die worden gekenmerkt door hun kleine formaat en eenvoudige wervels. Toen Altenglanerpeton voor het eerst werd benoemd in 2012, werd een fylogenetische analyse uitgevoerd om de verwantschap met andere lepospondylen te bepalen. Conform de oorspronkelijke determinering door Schröder werd Altenglanerpeton als microsauriër geplaatst. Microsauria wordt nu beschouwd als een parafyletische groep, wat betekent dat het geen echte clade vormt. Altenglanerpeton behoort tot de in inhoud grotendeels vergelijkbare groep Recumbirostra, wat wel een clade is. Altenglanerpeton bleek het nauwst verwant te zijn aan Tambaroter, benoemd in 2011 uit de Tambach-formatie uit het Vroeg-Perm van Duitsland. Volgens de analyse vormen Altenglanerpeton en Tambaroter een clade die het zustertaxon is van de Brachystelechidae. Altenglanerpeton lijkt qua uiterlijk het meest op de ostodolepiden, en hoewel beide leden van Recumbirostra zijn, zijn de Ostodolepidae slechts in de verte verwant aan Altenglanerpeton.

Hieronder een cladogram met de fylogenetische positie van Altenglanerpeton volgens Glienke (2012):

Recumbirostra 
Microbrachidae

Microbrachis





Pantylidae

Pantylus





Stegotretus



Sparodus






Gymnarthridae


Cardiocephalus sternbergi



Cardiocephalus peabodyi





Euryodus primus



Euryodus dalyae




Ostodolepidae

Pelodosotis



Micraroter






Goniorhynchidae

Rhynchonkos




Eocaecilia






Tambaroter



Altenglanerpeton



Brachystelechidae

Batropetes



Carrolla



Quasicaecilia








Paleo-omgeving[bewerken | brontekst bewerken]

De laag van de Altenglanformatie waarin Altenglanerpeton werd gevonden, wordt verondersteld te zijn afgezet in een meeromgeving, met name die van het Hauptkalkmeer, een groot, ondiep water dat een groot deel van het Saar-Nahe-bekken bedekte bij de Carboon-Perm-overgang. De sedimentatiesnelheid in het meer was laag, wat betekent dat er weinig fossielen bewaard zijn gebleven. Naast het skelet van Altenglanerpeton zijn er slechts drie fossielen van tetrapoden bekend uit afzettingen in het Hauptkalkmeer: twee exemplaren van de temnospondyle Apateon pedestris en een schedel van de temnospondyle Sclerocephalus bavaricus. De microsauriër Batropetes is ook bekend uit het Saar-Nahe-bekken, maar hij komt uit de jongere Odernheim-subformatie.

De aanwezigheid van Altenglanerpeton in een meerafzetting suggereert dat hij in het water leefde. Het lange lichaam en de gereduceerde ledematen zouden laterale golving als een vorm van zwemmen hebben vergemakkelijkt. Hoewel het niet bewaard is gebleven bij het holotype-exemplaar, kan de staart een langwerpige kikkervisachtige vin hebben gehad. Daarentegen suggereren de robuuste schedel en het ontbreken van zijlijngroeven bij Altenglanerpeton dat hij voornamelijk landbewonend was. Terwijl de meeste aquatische amfibieën grote, naar voren gerichte ogen hebben en een driedimensionaal zicht hebben om prooien onder water te vangen, heeft Altenglanerpeton kleine, zijwaarts gerichte ogen die meer geschikt zouden zijn geweest om te graven, zoals bij levende Caecilia. Met zijn langwerpige lichaam kon Altenglanerpeton door grond en bladafval zijn gegolfd.