Bossig kronkelsteeltje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bossig kronkelsteeltje
Bossig kronkelsteeltje
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Bryophyta (Mossen)
Klasse:Bryopsida
Orde:Dicranales
Familie:Leucobryaceae
Geslacht:Campylopus
Soort
Campylopus fragilis
(Hedw.) Brid. (1819)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Bossig kronkelsteeltje op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Het bossig kronkelsteeltje (Campylopus fragilis) is een bladmos die behoort tot de familie Leucobryaceae. Het komt voor in humeuze en niet te zure noordhellingen in de kalkarme duinen. De soort groeit in ijle zoden. De dicht bebladerde stengels en de droog spiraalvormig gekromde lijnvormige broedblaadjes zijn in het veld bruikbare kenmerken om de soort van Campylopus pyriformis te onderscheiden.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Campylopus fragilis vormt losse tot dichte, tot 3 of 4 centimeter hoge, groene tot geelgroene gazons met witachtige doorschijnende bladvoeten. De stengels hebben een roodbruin rhizoid vilt, zijn plukzwaar aan de bovenkant en hebben dichte bladeren. De bladeren zijn 4 tot 5 millimeter lang, recht, stijf rechtopstaand, lancetvormig priemvormig met een gegroefde priem en gekartelde bladpunt. Naar de bladbasis toe zijn ze iets versmald, zodat het breedste punt ongeveer een achtste tot een kwart van de lengte van het blad is. De bladnerf beslaat ongeveer een derde tot de helft van de bladbreedte aan de bladbasis. De dwarsdoorsnede van de ribbe toont een laag met grote hyaliene cellen aan de bovenzijde (ventrale zijde), een middelste laag deuterocellen in grotendeels gelijke aantallen en dorsale groepen stereïden. De lamina cellen zijn hyaliene, rechthoekig en dunwandig onderaan, onregelmatig gevormd boven, de meerderheid ongeveer ruitvormig. Bladvleugelcellen zijn niet gedifferentieerd. Aan de toppen van de scheuten worden vaak talrijke kleine, lancetvormige broedbladeren gevormd, die worden gebruikt voor vegetatieve vermeerdering. Sporenkapsels zijn zelden aanwezig.

Habitat[bewerken | brontekst bewerken]

De soort vermijdt kalk, maar is toleranter ten opzichte van basen dan andere Campylopus-soorten, vestigt zich op neutrale tot lichtzure substraten en vermijdt sterk zure locaties. Het groeit op vochtige, schaduwrijke plekken op aarde, humus, veen, zandgrond, op kalksteenvrije rotsen of in spleten.

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

De verspreidingsgebied van het bossig kronkelsteeltje is oceanisch-montaan. In Europa heeft het mos zijn hoogpunt in West-Europa. Het komt voornamelijk voor in de submontane hoogtezone en alleen verspreid. Deze soort is waarnemingen in de Kaukasus, in Turkije, in de Himalaya, in Japan, in Oost-Afrika, op de Atlantische eilanden en in Noord- en Zuid-Amerika.

In Nederland komt het zeer zeldzaam voor. Het staat op de rode lijst in de categorie 'Gevoelig'. Het voorkomen beperkt zich vrijwel tot de duinen in de omgeving van Bergen, Texel en een locatie op Schiermonnikoog. In het verspreidingsbeeld is de afgelopen halve eeuw weinig veranderd. De spaarzame binnenlandse vondsten werden gedaan in vochtige heideterreinen. De meeste vondsten zijn echter al meer dan anderhalve eeuw oud en de soort zal hier veelal definitief verdwenen zijn. In 1989, 1992 werden twee populaties van Campylopus fragilis gevonden bij Soesterberg.

Foto's[bewerken | brontekst bewerken]