Chlooracetonitril
Uiterlijk
Chlooracetonitril | ||||
---|---|---|---|---|
Structuurformule en molecuulmodel | ||||
Structuurformule van chlooracetonitril
| ||||
Algemeen | ||||
Molecuulformule | C2H2ClN | |||
IUPAC-naam | 2-chlooracetonitril | |||
Andere namen | chloorethaannitril, chloormethylcyanide | |||
Molmassa | 75,49698 g/mol | |||
SMILES | C(C#N)Cl
| |||
InChI | 1S/C2H2ClN/c3-1-2-4/h1H2
| |||
CAS-nummer | 107-14-2 | |||
EG-nummer | 203-467-0 | |||
PubChem | 7856 | |||
Wikidata | Q2196683 | |||
Beschrijving | Kleurloze vloeistof | |||
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen | ||||
H-zinnen | H301 - H311 - H331 - H411 | |||
EUH-zinnen | geen | |||
P-zinnen | P261 - P273 - P280 - P301+P310 - P311 | |||
Opslag | Gescheiden van sterk oxiderende stoffen, sterke basen, sterke zuren, voeding en voedingsmiddelen. Brandveilig, koel en goed gesloten bewaren. | |||
EG-Index-nummer | 608-008-00-1 | |||
VN-nummer | 2668 | |||
ADR-klasse | Gevarenklasse 6.1 | |||
LD50 (ratten) | (oraal) 220 mg/kg | |||
LD50 (konijnen) | (intraperitoneaal) 71 mg/kg | |||
LD50 (muizen) | (intraperitoneaal) 100 mg/kg | |||
Fysische eigenschappen | ||||
Aggregatietoestand | vloeibaar | |||
Kleur | kleurloos | |||
Dichtheid | 1,19 g/cm³ | |||
Kookpunt | 126 °C | |||
Vlampunt | 47 °C | |||
Dampdruk | (bij 20°C) 1160 Pa | |||
Slecht oplosbaar in | water | |||
log(Pow) | 0,23 | |||
Brekingsindex | 1,493 | |||
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar). | ||||
|
Chlooracetonitril is een toxische organische verbinding met als brutoformule C2H2ClN. De stof komt voor als een kleurloze vloeistof met een scherpe geur, die zeer slecht oplosbaar is in water.
Toepassingen[bewerken | brontekst bewerken]
Chlooracetonitril wordt gebruikt bij de synthese van het insecticide fenoxycarb en het cardiovasculaire geneesmiddel guanethidine.
Toxicologie en veiligheid[bewerken | brontekst bewerken]
Chlooracetonitril ontleedt bij verhitting, met vorming van giftige en ontvlambare dampen, waaronder waterstofcyanide (HCN). De stof reageert met sterk oxiderende en reducerende stoffen, zuren, basen, met vorming van zeer giftige en ontvlambare dampen.
De stof is irriterend voor de ogen, de huid en de luchtwegen. Ze kan effecten hebben op de cellulaire respiratie, met als gevolg cyanose (blauwzucht).