Naar inhoud springen

Gebruiker:Jurre/Kladblok5

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het 5e kladblok van Jurre

Accessoires[bewerken | brontekst bewerken]

Kaarsendover
Kaarsensnuiter

Kaarsdragers[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn meerdere soorten kaarsdragers of kaarshouders. Kaarshouders kunnen heel simpele korte buisjes zijn waarin een kaars kan staan, bv. in een lamp of op een kerstboom. Een blaker is een eenvoudige lage kaarshouder met een platte voet, meestal voorzien van een handvat in de vorm van een oog of een steel. Vroeger werden deze ter verlichting gebruikt, maar vandaag de dag worden ze alleen nog gebruikt als decoratie. Kandelaars zijn meer decoratieve kaarshouders die er vaak uitzien als een soort voetstuk of kolomvormig gestel. Een kandelaar kan één of, als er verschillende armen zijn, meerdere kaarsen dragen. In het geval van meerdere armen spreekt men ook wel van een armkandelaar of kandelaber. Een kroonluchter of kaarsenkroon is een veelarmige hangende lamp met een decoratieve functie die met een ketting aan het plafond is bevestigd.

Voor theelichtjes en devotielichtjes bestaan er veel verschillende soorten houders, van kleine glazen potjes en keramische houders in verschillende vormen tot uitvoerige houders voor meerdere lichtjes. Devotielichtjes worden in kerken vaak in kaarsenrekken gezet, vb. voor een heiligenbeeld. Voor grotere kaarsen bestaan er onder andere windlichten. Dit zijn lantaarns of glazen vazen met een grote, brede voet en hoge randen die de vlam beschermen tegen de wind.

Kaarsendover[bewerken | brontekst bewerken]

Een kaarsendover is een hulpmiddel om de vlam van een kaars te doven. Het bestaat veelal uit een kegelvormig metalen kapje aan een steel. Door het kapje dicht boven de vlam te houden dooft de vlam, doordat er een zuurstoftekort ontstaat.

Kaarsensnuiter[bewerken | brontekst bewerken]

Een kaarsensnuiter of kaarssnuiter is een op een schaar lijkend voorwerp waarmee een vlam kan gedoofd worden door het teveel aan pit weg te knippen. De kaarsensnuiter is aan een van de bladen voorzien van een klein doosje waarin de pit terechtkomt, om te verhinderen dat deze terug zou ontvlammen of roetvlekken zou maken wanneer zij op een oppervlak terechtkomt. Vaak is de kaarsensnuiter ook voorzien van pootjes om te verhinderen dat er vlekken worden gemaakt op de plaats waar hij wordt neergelegd.