Naar inhoud springen

Gebruiker:RaffaelaSchaus/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie


Jeugd en opleiding[bewerken | brontekst bewerken]

Carl Peter Thunberg werd in de Zweedse stad Jönköping geboren. Hij studeerde medicijnen en natuurfilosofie op de Universiteit van Uppsala, waar de Zweedse arts en plantkundige Carl von Linné onderwijs gaf. Hij verdedigde zijn dissertatie in het jaar 1767. De doctoraat ontving hij toen hij al in Zuid-Afrika was. Naar zijn reis werd hij professor in medicijnen en natuurfilosofie op de Universiteit in Uppsala, wat hij bleef tot zijn overlijden. Linné wilde zijn taxonomiesysteem wereldwijd uittesten. Daarom stimuleerde hij Thunberg en andere studenten te reizen. Thunberg verliet Zweden in 1770 om in Paris verder te studeren. Onderweg bezocht hij de Nederlandse steden Leiden en Amsterdam, waar bekenden van Linné hem welkom heetten. Daar ontmoette Thunberg ook de Nederlandse botanist en arts Johannes Burman, wie hem toegang naar de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) verschafte, om met deze overzeese koloniën en het Nederlandse handelspunt in Japan te bezoeken. Zijn opdracht was daar specimens voor de botanische tuin van Leiden te verzamelen. In december 1771 voer een schip van de VOC, waar Thunberg als chirurg was aangesteld, uit de haven. De eerste reisbestemming was de kaap van Afrika.[1]

Op doorreis in Zuid-Afrika en Java[bewerken | brontekst bewerken]

Thunberg verbleef drie jaren in de Nederlandse kolonie in Zuid-Afrika. De doel van diet verblijf was Nederlands te leren, om in Japan als Nederlandse medereiziger binnen te komen. De Japanse regering liet in deze tijd geen andere mensen uit Europese naties binnen. Zijn inkomsten waren beperkt, maar hij kon zich toch vrij door de omgeving bewegen. In Zuid-Afrika voerde hij drie langere expedities uit, waarbij hij het binnenland bestudeerde en een opmerkelijk aantal specimens van de Afrikaanse flora and fauna verzamelen kon. In maart 1775 reisde hij verder naar Batavia, het huidige Jakarta, op het eiland Java. Hij bleef daar twee maanden op het centrale steunpunt van Nederlands Indië en bezochte ook de Javaanse steden Samarang en Buitenzorg bezochte[2]

Deze Pinus thunbergii is vernoemd naar Thunberg

Op bezoek in Japan[bewerken | brontekst bewerken]

De VOC stelde Thunberg an als chirurg op de Japanse vestiging. Daar begeleidde hij een compagnieschip naar de Japanse havenstad Nagasaki in augustus 1775. Nu had hij een stabiel inkomen maar als allochtoon was hij ruimtelijk beperkt omdat Nederlanders voornamelijk op het kleine, kunstmatige eiland Deshima voor de baai van Nagasaki blijven moesten. Nochtans ruilde Thunberg zijn kennis in geneeskunde voor nieuwe specimens met weetgierige tolken. Bovendien mocht hij als arts de compagnie Opperhoofd begeleiden op de verplichte lange reis naar het hof van Edo. De arts gebruikte deze kans om planten te verzamelen en de omgeving te observeren. Daarenboven ontmoette hij Japanse geleerde van de zogeheten Nederlandse wetenschappen (rangaku) die benieuwd waren naar Europees kennis. Ook na terugkeer in Zweden hielde hij contact met hen.[3]

Thunbergia is een geslacht van bloeiende planten vernoemd naar de Zweedse botanicus

Terugkeer naar Europa[bewerken | brontekst bewerken]

Thunberg verliet Japan in november 1776. Op terugreis bezochte hij Java nog een keer. Daarna reisde hij naar het huidige Sri Lanka, toen Ceylon, waar hij zes maanden verbleef. Tijdens deze visite maakte hij enige uitstappen en kon zo vele planten verzamelen. Hij landde ook opnieuw in Zuid-Afrika, maar trok al na twee weken verder naar Amsterdam. Voordat hij naar Zweden terugkwam, ging Thunberg naar London. Daar maakte hij kennis met de Britse natuurvorser Sir Joseph Banks en de Duitse naturalist Johann Reinhold Forster, welke alle twee medereizigers van de Britse vorser James Cook waren. Forster toonde hem zijn collecties van de Cook expedities. Thunberg zag in London ook de Japanse collectie van de Duitse naturalist Engelbert Kaempfer uit het eind van de zeventiende eeuw. Terug in Zweden in maart 1779, horde hij van het overlijden van Linné. Hij werd tot slot professor op de Universiteit in Uppsala. De ervaringen tijdens zijn zevenjarige tocht publiceerde hij in een reisverhaal. Tevens schreef hij een wetenschappelijk boek over Japanse planten en een andere over de Zuid-Afrikaanse flora.[4]

Illustratie van de Kaap de Goede Hoop in de Duitse vertaling van het reisverhaal

Schriften[bewerken | brontekst bewerken]

  • Reisen in Afrika und Asien, vorzüglich in Japan, während der Jahre 1772–1779.(1792). Vertaalde uittreksel van Kurt Sprengel.
  • Reise durch einen Theil von Europa, Afrika und Asien, hauptsächlich in Japan, in den Jahren 1770 bis 1779 (1794). Duitse vertaling van Christian Heinrich Groskurd. Eerste [1] en tweede band [2] online beschikbaar.
  • Flora Japonica (1784).
  • Flora Capensis (1818). Online beschikbaar

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Rietbergen, Peter (2004) Becoming famous in the eighteenth century Carl-Peter Thunberg (1743-1828) between Sweden, the Netherlands and Japan.
  • Skuncke, Marie-Christine (2014) Carl Peter Thunberg: Botanist and Physician.
  • Carl Jung: Kaross und Kimono – „Hottentotten“ und Japaner im Spiegel des Reiseberichts von Carl Peter Thunberg (1743–1828). Stuttgart 2002, ISBN 3-515-08120-8
  • Timon Screech: Japan Extolled and Decried: Carl Peter Thunberg and Japan. Routledge Curzon, London, ISBN 978-0-7007-1719-4

Categorie:reisverhaal

  1. Skuncke: Carl Peter Thunberg. Botanist and Physician. p.41-53
  2. Skuncke: Carl Peter Thunberg. Botanist and Physician. p.52-68
  3. Peter Rietbergen: "Becoming famous in the eighteenth century Carl-Peter Thunberg (1743-1828) between Sweden, the Netherlands and Japan" p.52-60
  4. Skuncke: Carl Peter Thunberg. Botanist and Physician. p.160-188